4. Selecteer een optie.
Opmerking: Raadpleeg de uitgebreide gebruikershandleiding op de website van de fabrikant voor
beschrijvingen van alle opties.
Optie
Custom Single
(aangepast enkel)
Custom Dual (aangepast
dubbel)
5.1.5.2 De fles- en slanginformatie invoeren
Voer in de sampler het aantal flessen, de flesgrootte en de grootte van de inlaatslangen in.
1. Druk op MENU.
2. Ga naar Programming (programmeren)>Sample Programming (programmeren monster).
3. Selecteer een optie.
Optie
Total Bottles
(flessen totaal)
Bottles per
Program
(flessen per
3
programma)
Bottle volume
(flesvolume)
Tubing
(slangen)
5.1.5.3 Het monstername-interval selecteren
Selecteer wanneer een monster wordt genomen. Stel het monsternameprogramma bijvoorbeeld in
om een monster te verzamelen met een interval van 15 minuten of een flowinterval van 100 liter.
1. Druk op MENU.
2. Ga naar Programming (programmeren)>Sample Programming (monster programmeren)>Pacing
(interval).
3
Alleen beschikbaar wanneer Custom Dual of Stormwater is geselecteerd. Raadpleeg
programmatype selecteren:
Beschrijving
Eén monsternameprogramma.
Dubbel monsternameprogramma. De flessen in de sampler worden
verdeeld tussen twee monsternameprogramma's. De twee
monsternameprogramma's kunnen parallel, in serie of
onafhankelijk van elkaar (standaard) werken.
Beschrijving
Selecteert het aantal flessen in de sampler.
Selecteert het aantal flessen dat door elk monsternameprogramma wordt
gebruikt. De flessen in de sampler worden verdeeld over de twee
monsternameprogramma's.
Voert de volumecapaciteit van elke fles in. Om de eenheden te wijzigen,
selecteert u de eenheden en drukt u op de pijl OMHOOG of OMLAAG.
Voert de lengte en diameter van de inlaatslang in. Length (lengte)—voert
de lengte in van de inlaatslang van de zeef tot de vloeistofsensor. Diameter
—Selecteert de diameter van de inlaatslang - 6,33 mm (¼ inch) of 9,5 mm
3
(
/
inch).
8
Opmerking: Een nauwkeurige lengte is noodzakelijk voor het verkrijgen van een nauwkeurig
monstervolume.
op pagina 202.
Het
Nederlands 203