Compatibele
Spanning
accu
L100
18 V
N100
TOEPASSINGEN
Gebruik het laadapparaat voor de
volgende toepassingen:
■ Opladen van daarvoor geschikte Nomad
18 Volt Li-ion en Ni-cd accu's.
E I G E N S C H A P P E N
ACCUPAKKEN
Nomad 18 V Lithium-ion accu's
beschikken over voorzieningen om de
lithium-ion cellen te beveiligen en de
levensduur te verlengen.
Als een apparaat zomaar stopt bij
gebruik, laat dan de drukschakelaar
los en druk daarna opnieuw op de
drukschakelaar om door te gaan.
Als het apparaat nog steeds niet werkt,
betekent dit dat het accupak moet
worden opgeladen.
EEN ACCU OPLADEN
Gebruik alleen Nomad 18 V
accu's bij deze lader:
Ni-Cd
Bij aflevering zijn accupakken minimaal
geladen om eventuele problemen te
voorkomen. Het is dus noodzakelijk om
ze op te laden tot het groene lampje
permanent gaat branden.
EEN ACCU OPLADEN
Als het laadapparaat niet in staat
is om het accupak onder normale
gebruiksomstandigheden op te laden,
breng dan het laadapparaat en het
accupak naar het dichtstbijzijnde erkende
servicecentrum voor controle van deze
elektrische componenten.
■ Gebruik alleen accupakken die bedoeld
zijn voor dit laadapparaat.
SPECIFICATIES
Voeding sstroom
Batterijtype
220 V - 240 V ~ 50 Hz
BEDIENING
■ Gebruik het laadapparaat alleen voor
■ Zorg dat de vergrendellippen aan beide
VA N
D E
■ Sluit het laadapparaat aan op een
■ Steek het accupak in het laadapparaat
■ Druk het accupak goed aan om te
Li-ion en
■ Tijdens het laden voelt de accu bij
■ Plaats het laadapparaat en het accupak
■ Zodra het accupak geheel geladen is,
■ Hiertoe drukt u op de vergrendellippen
23
Accuver
mogen
Li-ion
2.4 - 2.6 Ah
Ni-Cd
1.5 Ah
220 V -240 V~ 50 Hz wisselspanning (de
normale netspanning in woonhuizen).
zijden van het accupak goed naar
binnen gaan en dat het accupak goed
vastzit voordat het laden start.
stopcontact.
en let er daarbij op dat de groeven van
het accupak precies over de ribbels
van het laadapparaat komen.
zorgen dat de klemmen van het
accupak goed in de contacten van
het laadapparaat zijn gestoken.
Opmerking: als het laden klaar is,
blijft het groene lampje branden zolang
het accupak in het laadapparaat zit of
zolang het snoer van het laadapparaat
in het stopcontact aangesloten blijft.
aanraking enigszins warm aan. Dit is
normaal en duidt niet op een verkeerde
werking.
niet op plaatsen waar de temperatuur
buitengewoon hoog of laag is. De
werking van het laadapparaat en het
accupak is optimaal bij een normale
omgevingstemperatuur.
Opmerking: bewaar het accupak en
de lader op een plek waar een temper-
atuur heerst van 10°C tot 38°C.
haalt u het snoer uit het stopcontact
en neemt u het accupak uit de lader.
aan weerszijden van het accupak en
trekt u het accupak uit het laadapparaat.
Aantal
cellen per
accupak
10
15