A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 1 1 0 0 – – D D e e t t i i l l h h a a n n d d g g r r e e p p e e n n u u i i t t - - e e n n i i n n s s c c h h u u i i v v e e n n

D D e e p p a a t t i i ë ë n n t t v v a a s s t t z z e e t t t t t t e e n n m m e e t t d d e e v v e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s r r i i e e m m e e n n

W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G

• Zet de patiënt altijd met behulp van alle riemen vast op de brancard. Een patiënt die niet is vastgezet, kan van de

brancard af vallen.

• Bevestig veiligheidsriemen niet aan de onderstel- of dwarsbuizen.

L L E E T T O O P P - - Zorg dat de veiligheidsriemen niet verstrikt raken in het onderstelframe wanneer u de brancard omhoog of

omlaag brengt.

Zet de veiligheidsriemen op de voorgeschreven bevestigingspunten vast aan de brancard (Afbeelding 11 en Afbeelding

12). De bevestigingspunten voor veiligheidsriemen moeten een krachtige verankering en een correcte bevestigingspositie

bieden. Zorg dat veiligheidsriemen niet in de weg komen te zitten van apparatuur of accessoires. Gesp de

veiligheidsriemen vast over de schouders, het middel en de benen van de patiënt. Gesp de veiligheidsriemen vast wanneer

de brancard niet in gebruik is.

De veiligheidsriemen installeren: