A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 1 1 1 1 – – B B e e v v e e s s t t i i g g i i n n g g s s p p u u n n t t e e n n v v e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s r r i i e e m m e e n n

V V e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s r r i i e e m m e e n n a a f f s s t t e e l l l l e e n n

Open de veiligheidsriemen en plaats ze aan weerszijden van de brancard terwijl u de patiënt op de matras van de brancard

plaatst. Verleng de veiligheidsriemen, gesp ze vast om de patiënt en kort ze in om ze aan te halen.

•

Om de veiligheidsriem te openen drukt u de rode knop op de voorkant van de sluiting in. Hierdoor zet u de gespplaat los

en kunt u deze uit de sluiting trekken.

•

Om de veiligheidsriem te sluiten drukt u de gespplaat in de sluiting totdat u een klik hoort.

•

Om de veiligheidsriem te verlengen pakt u de gespplaat vast, houd u deze onder een hoek ten opzichte van het weefsel

en trekt u hem vervolgens naar buiten. Een omgezoomde lip aan het uiteinde van het weefsel zorgt dat de gespplaat

niet van de riem af kan komen.

•

Om de veiligheidsriem in te korten pakt u de omgezoomde lip vast en trekt u het weefsel terug door de gespplaat

teneinde de riem aan te halen.

Wanneer u een veiligheidsriem vastgespt om een patiënt, zet u de gespplaat vast en verwijdert u al het losse weefsel van

de brancard.

Inspecteer de veiligheidsriemen ten minste eenmaal per maand (vaker als ze vaak worden gebruikt). Controleer of de

sluiting of gespplaat verbogen of defect is en of het weefsel gescheurd of gerafeld is. Vervang elke versleten of niet

werkende veiligheidsriem.

A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 1 1 2 2 – – B B e e v v e e s s t t i i g g i i n n g g s s p p u u n n t t e e n n v v e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s r r i i e e m m e e n n

- - B B S S E E N N 1 1 7 7 8 8 9 9 : : 2 2 0 0 0 0 7 7 + + A A 1 1 : : 2 2 0 0 1 1 0 0

6100-109-005 Rev D.1