Gebruik voor het afmeten altijd dezelfde maateenheden, d.w.z. gebruik
voor het afmeten in EL en TL ofwel de bij de bakautomaat geleverde
maatlepels ofwel lepels zoals u die thuis gebruikt. De gramhoeveelheden
moet u nauwkeurig afwegen.
Voor de hoeveelheden in milliliters kunt u de bijgeleverde maatbeker
gebruiken.
De afkortingen in de recepten betekenen:
EL
=
afgestreken eetlepel (of maatlepel groot)
TL
=
afgestreken theelepel (of maatlepel klein)
g
=
gram
ml
=
milliliter
p.
=
pakje
1 pakje droge gist met een inhoud van 7 g voor 500 g meel – komt
overeen met 20 g resp. ½ blokje verse gist.
Toevoegen van vruchten, noten of graankorrels
Wanneer u verdere ingrediënten wilt toevoegen kunt u dat in alle
programma's (behalve KONFITÜRE (confituur)) altijd dan doen,
wanneer de pieptoon te horen is. Indien u de ingrediënten te vroeg
toevoegt, bestaat er het gevaar dat ze door de kneedhaak vermalen
worden of dat de coating van de bakvorm gekrast wordt.
Receptgegevens voor de Backmeister-modellen /68511
De volgende recepten zijn voor twee verschillend grote apparaten
bedoeld en bevatten daarom verschillende opgaven m.b.t. de
hoeveelheden.
Kleine bakvorm
STUFE (stand) I
voor 2 kleine broden,
elk van ca. 400 - 500
g
STUFE (stand) II
Conform de tabel Programmaverloop kunt u in enkele programma's
stand I of stand II voor verschillende grootten van het brood kiezen.
Het model 8860 wordt met telkens twee verschillend grote kneedhaken
geleverd. Gebruik de grode kneedhaken wanneer u in stand II groten
broden bakt opdat de ingrediënten goed gemengd en gekneed worden.
Wanneer u in stand I kleinere broden bakt, raden wij aan om de kleine
kneedhaken te gebruiken om overmatig groten gaten in het brood te
voorkomen.
Wanneer in de recepten geen standen worden aangegeven, omdat
deze in de voorgestelde programma's niet aanwezig zijn, dan lukken
zowel de kleine als de grote hoeveelheden die wij voor het betreffende
model voorstellen, in het aangegeven programma.
Bij sommige recepten zijn alleen hoeveelheden voor stand I aangegeven,
omdat in stand II de broden of te groot worden of het deeg zou kunnen
overstromen of de broden in stand II niet lukken.
De programma's zonder standschakeling zijn hierop geprogrammeerd.
4. GEWICHT EN VOLUME VAN HET BROOD
In de onderstaande recepten vindt u precieze gegevens m.b.t. het
gewicht van het brood, die onze adviseuse, mevrouw Blum, na het
bakken van de broden heeft vastgesteld. U zult vaststellen dat de
gewichten bij zuiver witbrood lager zijn dan bij volkorenbrood. Dit komt
doordat witmeel sterker rijst en de gewichten daarop gebaseerd zijn.
Ondanks deze precieze gewichtsgegevens, kunnen er kleine afwijkingen
voorkomen. Het daadwerkelijke gewicht van het brood hangt in grote
mate af van de luchtvochtigheid tijdens de bereiding.
Alle broden met een overwegend tarwe-aandeel bereiken een groter
volume en komen in de hoogste gewichtsklasse na de laatste rijsfase
boven de rand van de broodvorm uit. Ze stromen echter niet over. De
broodbolling boven de rand van de broodvorm is daarom iets minder
bruin dan het brood binnen de broodvorm.
Wanneer bij zoete broden het programma Schnell (snel) wordt
voorgesteld, kunt u de kleinere hoeveelheden (alleen deze) van de
betreffende receptvoorstellen ook in het programma Heferkuchen
(gistkoek) bakken, waardoor het brood luchtiger wordt. Kies in het
programma Hefekuchen dan Stufe I.
5. BAKRESULTATEN
Het bakresultaat hangt met name af van de plaatselijke omstandigheden
(zacht water - hoge luchtvochtigheid - grote hoogte – samenstelling
van de ingrediënten enz.). Daarom zijn de gegevens in de recepten
richtwaarden, die eventueel moeten worden aangepast. Wanneer een
bepaald recept niet in een keer lukt, laat de moed dan niet zakken,
maar tracht de oorzaak te achterhalen en probeer bijv. eens andere
Grote bakvorm
hoeveelheidsverhoudingen.
voor broden van ca.
Wij adviseren, voordat u met behulp van de tijdkeuze `s nachts brood
1300 - 1500 g
gaat bakken, eerst een proefbrood te bakken, zodat u indien nodig het
recept nog kunt wijzigen.
voor broden van ca.
1500 - 1.800 g
83