Stofontginning
Let op: Het is aangeraden gebruik te maken van een stofzuiger of ander ontginningssysteem.
De machine produceert tijdens gebruik een grote hoeveelheid afvalmateriaal
1. De stofpoort (18) is mogelijk op een ontginningssysteem aan te sluiten
2. Het gebruik van de adapter (19) creëert een ontginningssysteem dat aangesloten kan
worden op de stofpoort (Afbeelding F)
3. Plaats de adapter in de stofpoort en draai deze rechtsom om deze in plaats
te vergrendelen
Het verstellen van de schaafdiepte
Let op: De stroomindicator (2) lichtje brand wanneer de machine is aangesloten op een
stroombron. Dit is een snelle indicator. Toch is het erg belangrijk de aansluiting op de
stroombron lichamelijk te controleren.
1. Roteer de diepte verstelknop (12) rechtsom voor een diepte schaafsnede en linksom voor
een ondiepere schaafsnede
2. De nummers op de ring onder de knop geven de diepte van de schaafsnede aan. De 8
klikstanden hebben een dieptebereik van 0,25 – 2 mm met verhogingen van 0,25 mm.
3. Bij het schaven van nauwkeurige dieptes, schaaft u een stuk afvalmateriaal, meet u het
dikteverschil en past u de schaafdiepte instelling wanneer nodig aan
4. Om de nauwkeurigheid van de voorvoet (11) te controleren, stelt u de diepte verstelknop
op '0' zodat het blad tegen de achtervoet (6) en voorvoet (11) gemeten kan worden. De
achtervoet, het blad en de voorvoet horen allen gelijk op de '0'-markeringen te vallen
5. Plaats de diepte verstelknop na gebruik in de 'P' positie. Het blad komt zo niet in contact
met het oppervlak waarop de machine rust, zodat het blad niet beschadigd
Bediening
Het in- uitschakelen van de machine
WAARSCHUWING: Voordat de schaafmachine wordt aangesloten op een stroombron
controleert u of de trekker schakelaar (3) en de trekker schakelaar vergrendeling (4) juist
functioneren. Voordat de machine wordt ingeschakeld, zorgt u ervoor dat het blad en de
bladcilinder niet in contact komen met enig oppervlak.
1. Verbindt de machine met de stroombron, druk de trekker schakelaar vergrendeling (4)
(Afbeelding G) in en druk de trekker schakelaar (3) in (Afbeelding H)
2. Om de machine te stoppen laat u de trekker schakelaar simpelweg los
3. Om de machine te herstarten is het nodig zowel de vergrendelknop als de trekker
schakelaar te bedienen. Deze belangrijke veiligheidsfunctie voorkomt plotselinge
inschakeling van de schaafmachine.
LET OP: Nadat de schaafmachine is uitschakelt, zullen de bladen voor enige tijd door blijven
draaien. Wacht tot de motor volledig tot stilstand gekomen is voordat u de machine neerlegt,
om schade aan de bladen en het oppervlak te voorkomen.
•
Wanneer u de machine op de zij wilt rusten, doe dit dan niet op de zijde met de
ventilatieopeningen. Zo voorkomt u de ingang van zaagsel en stof in de motor
•
Wanneer de machine voor korte tijd niet gebruikt wordt, zet u de diepte verstelknop in de
'P' stand. Zorg er tevens voor dat beide voeten op hetzelfde oppervlakniveau rusten
Schaven
1. Rust de voorvoet (11) plat op het werkstuk zonder dat de bladen in contact komen met
het werkstuk
2. Schakel de machine in en wacht tot de bladen de volle snelheid bereikt hebben
3. Beweeg de machine langzaam voorwaarts waarbij u aan het begin van de schaafsnede
druk op de voorzijde van de machine uitoefent met één hand op het voorhandvat (1) en
druk op de achterzijde van de machine, aan het eind van de schaafsnede uitoefent met de
andere hand op het hoofdhandvat (5)
Let op: Het is belangrijk te begrijpen dat de voorvoet (11) de hoeveelheid blad op het werkstuk
bepaald, wat druk op zowel de voor- als achtervoet vereist
4. Duw de machine voorbij het einde van het werkstuk zonder deze omhoog of omlaag
te kantelen
Tip: Behandel het werkstuk alsof het iets langer is dan het werkelijk is, waardoor de
schaafsnede op de juiste manier wordt afgemaakt
5. De schaafsnelheid en schaafdiepte bepalen de kwaliteit van de schaafsnede. Voor grove
schaafsneden kan de schaafdiepte vergroot worden. Voor een fijne afwerking vermindert u
de schaafdiepte en beweegt u de machine langzaam vooruit
Let op: Schaven is gemakkelijk wanneer u het werkstuk licht van u af kantelt zodat u "naar
beneden" schaaft
WAARSCHWUING: De schaafmachine is erg zwaar wat verticaal gebruik erg
onpraktisch maakt
LET OP: Het te snel voorwaarts bewegen van de machine resulteert mogelijk in een slechte
schaafkwaliteit en kan de bladen en de motor beschadigen. Het te langzaam voorwaarts
bewegen van de machine brand of markeert mogelijk de schaafsnede
•
De juiste snelheid hangt af van het te schaven materiaal en de schaafdiepte
•
Oefen op een stuk afvalmateriaal voor de juiste schaafsnelheid en –diepte
LET OP: Houdt de schaafmachine te allen tijde met beide handen vast
LET OP: Klem het werkstuk wanneer mogelijk op de werkbank vast
366649_OwnerManual.indd 13
366649_OwnerManual.indd 13
Afschuinen
1. Voor het maken afschuiningen als afgebeeld in (Fig.I), lijnt u de V-groef (Fig. II) in de
voorvoet(11) met de hoek-rand van het werkstuk uit
2. Beweeg de machine over de rand
Onderhoud
WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voor u de machine schoonmaakt
of onderhoud uitvoert
•
Inspecteer het stroomsnoer voor elk gebruik op slijtage en beschadiging. Reparaties
dienen uitgevoerd worden bij een geautoriseerd Triton service center. Dit geld tevens voor
verlengsnoeren, gebruikt met de machine
•
Controleer regelmatig of alle bevestigingsschroeven goed vast zitten. Deze kunnen door de
trillingen van de machine mogelijk los raken
Schoonmaak
1. Houd de ventilatiegaten vrij en schoon
2. Verwijder stof en vuil regelmatig. Maak daarbij gebruik van droge perslucht of een zachte
borstel
LET OP: Draag bij het schoonmaken van de machine een veiligheidsbril.
3. Smeer alle bewegende onderdelen regelmatig.
4. Gebruik geen bijtende stoffen bij het schoonmaken van plastic onderdelen.
LET OP: Gebruik geen hardnekkige schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van plastic
onderdelen. Een licht schoonmaakmiddel op een vochtige doek is aanbevolen. De machine
mag niet in contact komen met water. Zorg ervoor dat de machine droog is voordat deze
gebruikt wordt.
Het verwijderen en bevestigen van schaafbladen
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de klemschroeven (16) stevig en in de juiste volgorde
aangespannen zijn zoals weergegeven in afbeelding M. Het incorrecte en / of onvoldoende
aanspannen kan de bediener ernstig letsel veroorzaken.
Uw schaafmachine is voorzien van omkeerbare HSS bladen. De bladen kunnen wanneer bot
omgedraaid worden. Wanneer beide zijden van de bladen bot zijn vervangt u de bladen
WAARSCHUWING: De bladen kunnen niet geslepen worden
Het afnemen van een schaafblad
LET OP: De bladen zijn er scherp, hanteer voorzichtig
1. Draai de vijf klemschroeven (16) met behulp van de sleutel (17) los
2. Lijn de bladtrommel (14) met de zij-snede uit zodat het benodigde omkeerbare blad (15)
voorzichtig verwijderd kan worden
Het bevestigen van een schaafblad
WAARSCHUWING: Gebruik alleen HSS schaafbladen die compatibel zijn met dit gereedschap.
Het gebruik van onjuiste bladen die geen HSS zijn, kan de bediener ernstig letsel veroorzaken.
1. De schaafbladen zijn voorzien van twee snijranden. Wanneer één zijde van het schaafblad
versleten is, kan deze omgedraaid worden
2. Schuif een scherp blad met scherpe zijde omhoog in het steunblok van de cilinder (14)
Let op: Wanneer één van de bladen beschadigd is kan alleen dit blad vervangen worden.
Wanneer één van de bladen versleten is, horen alle drie de bladen vervangen te worden. Zo
voorkomt u een niet gebalanceerd gebruik met gevaarlijke trillingen en mogelijke schade aan
de machine
Let op: De richel langs het schaafblad hoort aan de tegenovergestelde zijde van de
klemschroeven (16) te zitten.
Bij het plaatsen van een schaafblad:
1. Verwijder alle schaafspaanders uit de cilinder (14) en de schaafbladen zelf
2. Gebruik vervangende schaafbladen met gelijke afmetingen en een gelijk gewicht.
Bij het gebruik van andere bladen zal de cilinder trillen wat resulteert in een slecht
schaafresultaat en een mogelijke beschadiging aan de machine
3. Draai de klemschroeven (16) goed vast in de juiste volgorde zoals weergegeven in
afbeelding M bij het aanbrengen van de bladen op de schaafmachine. Het gebruik van de
machine met losse klemschroeven is erg gevaarlijk.
4. Span aan met een koppel van 10 Nm (±0.5); overschrijd deze waarde niet
5. Herhaal dit voor de andere twee schaafbladen
6. Check regelmatig of de schroeven goed vast zitten
WAARSCHUWING: Na het maken van aanpassingen aan de schaafbladen draait u de
klemschroeven vast. Na korte gebruiksperiodes controleert u de schroeven, dat wil zeggen dat
u moet controleren of ze aangespannen blijven met een koppel van 10 Nm (±0,5). Controleer
daarna nog eens na een redelijke gebruiksperiode.
LET OP: De schaafbladen horen juist uitgelijnd te zijn wanneer deze recht in de gleuf geplaatst
worden en juist vastgezet worden.
•
Bij het plaatsen van nieuwe schaafbladen is het belangrijk dat deze recht in de gleuven
zitten, volledig ingevoegd zijn en dat de snijranden parallel aan het oppervlak van de
achtervoet liggen.
NL
13
10/08/2021 14:45
10/08/2021 14:45