Oplossen Van Storingen - Ferroli ATLAS D 30 SI UNIT Instrucciones De Uso, Instalación Y Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 13
ATLAS D 30 SI UNIT
Controles tijdens de werking
Schakel het apparaat in zoals beschreven in sez. 2.3.
Controleer de lekdichtheid van het brandstofcircuit en van de waterinstallaties.
Controleer de doeltreffendheid van de afvoerleiding en de rookgas-luchtpijpen
tijdens de werking van de verwarmingsketel.
Controleer of de watercirculatie tussen de verwarmingsketel en de installaties cor-
rect verloopt.
Controleer of de ontsteking van de verwarmingsketel correct werkt door hem ver-
schillende malen te ontsteken en weer uit te zetten door middel van de omgeving-
sthermostaat of de afstandsbediening.
Controleer of de deuren van brander en brandstofkamer hermetisch sluiten.
Controleer of de brander naar behoren werkt.
Voer brandstofanalyse uit (met de verwarmingsketel in stabiele toestand) en contro-
leer of het gehalte aan CO
in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
2
Controleer de correcte programmering van de parameters en programmeer het ap-
paraat naar gelang de persoonlijke behoeften (compensatiecurve, vermogen, tem-
peratuur e.d.).
4.3 Onderhoud
Periodiek onderhoud
Met het oog op langdurige goede werking van het apparaat moet het jaarlijks door
gekwalificeerd personeel op de volgende punten gecontroleerd worden:
De besturings- en veiligheidsinrichtingen moeten correct functioneren
Het circuit voor rookafvoer moet optimaal functioneren.
Controleer of de brandstoftoevoer- en -afvoerleidingen niet verstopt of beschadigd
zijn.
Reinig het filter van de brandstofaanzuigleiding.
Bepaal het juiste brandstofverbruik
Reinig de verbrandingskop bij de brandstofuitgang, op de wervelschijf.
Laat de brander gedurende ongeveer 10 minuten op volle kracht werken en analy-
seer daarna het verbrandingsproces als volgt:
-
De juiste afstelling van alle elementen, die in deze handleiding vermeld staan
-
Temperatuur van de rook in de afvoerleiding
-
Percentage CO2
De lucht-rookgaspijpen en het eindstuk moeten vrij zijn van obstakels en geen
lekken hebben
Brander en warmtewisselaar moeten schoon zijn, zonder afzettingen. Maak geen
gebruik van chemische producten of staalborstels om ze te reinigen.
De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
De waterdruk van de installatie moet in de ruststand circa 1 bar zijn; indien dit niet
het geval is, de installatie naar deze waarde terugbrengen.
De circulatiepomp mag niet geblokkeerd zijn.
Het expansievat moet gevuld zijn.
Controleer de magnesiumanode en vervang ze, indien nodig.
Ommanteling, paneel en sierelementen van de verwarmingsketel kunnen zo-
A
nodig schoongemaakt worden met een zachte doek, eventueel bevochtigd met
water met zeepoplossing. Vermijd het gebruik van elke soort schuurmiddel of
oplosmiddel.
Reiniging van de verwarmingsketel
1.
Schakel de stroom naar de verwarmingsketel uit.
2.
Verwijder het bovenste en onderste paneel aan de voorkant.
3.
Draai de knoppen op de deur los om de deur te openen.
4.
Maak de binnenkant van de verwarmingsketel en het volledige traject van de afge-
voerde rook schoon met een borstel of met druklucht.
5.
Bevestig de betreffende knop om de deur weer te sluiten.
Voor het reinigen van de brander raadpleegt u de aanwijzingen van de Fabrikant.
Demontage van de brander
Draai de schroef (A) los om de afdekking (B) te verwijderen, zodat alle accessoires
toegankelijk worden
Draai de moer (C) los en plaats de brander zodanig dat de sproeier toegankelijk is
fig. 35 - Demontage van de brander
All manuals and user guides at all-guides.com

4.4 Oplossen van storingen

Diagnostiek
De verwarmingsketel is voorzien van een geavanceerd zelfdiagnosesysteem. Bij een
storing in de verwarmingsketel knippert de display samen met het storingssymbool (de-
tail 22 - fig. 1) en geeft de storingscode weer.
Er bestaan storingen die permanente blokkering veroorzaken (aangeduid met de letter
"A"): om de werking te resetten gedurende 1 seconde op de toets RESET (detail 8 -
fig. 1) drukken of de optionele klokthermostaat met afstandsbediening RESETTEN; in-
dien de ketel niet start de storing oplossen die aangeduid wordt met de bedrijfslampjes.
Er zijn andere storingen die leiden tot tijdelijke blokkering (aangeduid met de letter "F"),
die automatisch worden opgeheven zodra de waarde weer binnen het normale werkin-
gsbereik van de verwarmingsketel komt.
Tabella. 8 - Overzicht storingen
Code
storing
A01
A02
A03
A04
F07
F09
F10
F11
F12
F14
F16
F34
F35
F37
F39
F40
A41
F42
F47
cod. 3540S516 - Rev. 01 - 03/2015
Storing
Mogelijke oorzaak
Pomp geblokkeerd
Elektromotor defect
Olieklep defect
Er zit geen brandstof in de tank of er staat
water op de bodem
Toevoerkleppen olieleiding gesloten
Filters vuil (leiding-pomp-sproeier)
Pomp zuigt niet aan
Ontstekingselektroden slecht geregeld of
vuil
Sproeier verstopt, vuil of vervormd
Blokkering van de bran-
Regelingen kop en schuif niet geschikt
der
Elektroden defect of naar massa
Ontstekingstransformator defect
Elektrodekabels defect of naar massa
Elektrodekabels vervormd door hoge tem-
peratuur
Elektrische aansluitingen klep of transfor-
mator verkeerd
Motor-pompkoppeling kapot
Aanzuiging pomp verbonden met retourlei-
ding
Fotoweerstand defect
Fotoweerstand vuil
Vlamsignaal aanwezig
Kortsluiting in fotoweerstand
bij uitgeschakelde bran-
Vreemde lichtbron raakt de fotoweerstand Lichtbron verwijderen
der
Verwarmingssensor beschadigd
Ingrijpen temperatuur-
Onvoldoende watercirculatie in de installa-
beveiliging
tie
Lucht in de installatie
Storing parameters
Onjuiste instelling parameter kaart
kaart
Storing voorverwarmer
Storing voorverwarmer
(het contact wordt niet
binnen 120 seconden
Breuk in bedrading
gesloten)
Storing parameters
Onjuiste instelling parameter kaart
kaart
Sensor beschadigd
Storing sensor druk-
Kortsluiting in bedrading
zijde 1
Breuk in bedrading
Storing parameters
Onjuiste instelling parameter kaart
kaart
Storing parameters
Onjuiste instelling parameter kaart
kaart
Sensor beschadigd
Storing sensor druk-
Kortsluiting in bedrading
zijde 2
Breuk in bedrading
Storing parameters
Onjuiste instelling parameter kaart
kaart
Voedingsspanning
Problemen met het elektriciteitsnet
lager dan 170V.
Abnormale netfrequen-
Problemen met het elektriciteitsnet
tie
Druk te laag
Waterdruk installatie
niet correct
Sensor beschadigd
Sonde beschadigd of kortsluiting bedra-
ding
Storing sonde buiten-
Sonde niet aangesloten na inschakeling
temperatuur
van de weersafhankelijke temperatuur
Waterdruk installatie
Druk te hoog
niet correct
Sensor drukzijde niet ingeschakeld in
Plaats sensoren
ketelbehuizing
Storing verwarmings-
Sensor beschadigd
sensor
Storing sensor water-
Breuk in bedrading
druk installatie
Oplossing
Vervangen
Vervangen
Vervangen
Brandstof bijvullen of water afzuigen
Openmaken
Schoonmaken
Inschakelen en oorzaak van uit-
schakelen opsporen
Afstellen of schoonmaken
Vervangen
Afstellen
Vervangen
Vervangen
Vervangen
Vervangen en afschermen
Controleren
Vervangen
Aansluiting corrigeren
Vervangen
Fotoweerstand reinigen
Fotoweerstand vervangen
Controleer positie en werking van
de verwarmingssensor
Controleer de circulatiepomp
Ontlucht de installatie
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
Controleer de voorverwarmer
Controleer de bedrading
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
Controleer de bedrading of vervang
de sensor
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
Controleer de bedrading of vervang
de sensor
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
Controleer het elektriciteitsnet
Controleer het elektriciteitsnet
Vul de installatie
Controleer de sensor
Controleer de bedrading of vervang
de sensor
Sluit de buitensonde weer aan of
schakel de weersafhankelijke tem-
peratuur uit
Controleer de installatie
Controleer de veiligheidsklep
Controleer het expansievat
Controleer positie en werking van
de verwarmingssensor
Vervang de sensor
Controleer de bedrading
NL
71

Publicidad

Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Tabla de contenido