Dit product is alleen geschikt voor het beoogde gebruik en de toepassing
in overeenstemming met deze gebruiksaanwijzing.
Deze handleiding geeft informatie die nodig is voor een goede installatie
en/of bediening van het product. Een slechte installatie en/of verkeerde
bediening of onderhoud leidt tot onbevredigende prestaties en moge-
lijke storingen.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade aan
het product die het gevolg is van:
•
Onjuiste montage of aansluiting, inclusief te hoge spanning
•
Onjuist onderhoud of gebruik van andere dan door de fabrikant gele-
verde originele reserveonderdelen
•
Wijzigingen van het product zonder uitdrukkelijke toestemming van
de fabrikant
•
Gebruik voor andere doeleinden dan beschreven in deze handlei-
ding
Dometic behoudt zich het recht voor om het uiterlijk en de specificaties
van het product te wijzigen.
De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor letsel of schade aan het pro-
duct als gevolg van vorst die kon ontstaan omdat de gebruiker de aanwij-
zingen in de gebruiksaanwijzing niet heeft opgevolgd.
Typeplaatje
Op het toestel is een typeplaatje aangebracht. Dit typeplaatje informeert
de gebruiker en de installateur over de specificaties van het toestel.
Montage
!
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel
Het toestel mag uitsluitend worden gemonteerd door
gekwalificeerd personeel van een vakbedrijf. De volgende
informatie is bestemd voor technici die vertrouwd zijn met
de betreffende richtlijnen en veiligheidsmaatregelen.
Aanwijzingen m.b.t. de montage
Lees deze montagehandleiding volledig door alvorens het toestel te mon-
teren.
De volgende tips en instructies moeten bij de montage van het toestel in
acht genomen worden:
!
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrocutie
Onderbreek bij werkzaamheden aan het toestel alle stroom-
voorzieningen.
!
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel
Sluit de gastoevoer wanneer het toestel wordt gemonteerd
en op de gastoevoer wordt aangesloten.
!
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel
•
Een verkeerde montage van het toestel kan leiden tot
onherstelbare schade aan het toestel en kan de veilig-
heid van de gebruiker in gevaar brengen.
•
Draag altijd geschikte veiligheidskleding (bijv. veilig-
heidsbril, veiligheidshandschoenen).
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging
Let bij de montage van het toestel altijd op de statische con-
structie van het voertuig en dicht alle openingen die bij de
montage zijn ontstaan af.
44
Voorschriften
•
Als de verwarming wordt gebruikt tijdens het rijden, moet er een vei-
ligheidsgasklep worden gemonteerd om te voorkomen dat er in
geval van een ongeluk ongecontroleerd lpg ontsnapt (in overeen-
stemming met VN/ECE-reglement nr. 122).
Als er geen veiligheidsgasklep is gemonteerd, kunt u het D+-signaal
aansluiten op de verwarming om de werking ervan tijdens het rijden
te verhinderen.
•
De montage van het toestel in voertuigen moet voldoen aan de tech-
nische voorschriften en het bestuursreglement van het desbetref-
fende land waar het toestel wordt gebruikt (bijv. EN 1949).
De nationale wet- en regelgeving (bijv. DVGW werkblad G 607 voor
voertuigen in Duitsland) moet worden nageleefd.
Aanwijzingen m.b.t. het transport
Zie afb. 3, pagina 3.
Aanwijzingen m.b.t. de montageplaats
!
WAARSCHUWING! Verstikkingsgevaar
De schoorsteenkap moet zodanig worden gepositioneerd
dat er geen uitlaatgassen het interieur binnen kunnen drin-
gen.
•
Plaats het uitlaatkanaal nooit naar buiten aan de onder-
zijde van het voertuig. Plaats het uitlaatkanaal altijd naar
de zijkant met behulp van een schoorsteenkap.
Neem de aanwijzingen in afb. 4, pagina 3 tot afb. 6,
•
pagina 3 in acht.
Neem de aanwijzingen in afb. 4, pagina 3 tot afb. c, pagina 4 in
•
acht.
•
Kies een plaats die gemakkelijk toegankelijk is voor onderhoud, mon-
tage en demontage.
•
Plaats het toestel niet op of boven hittegevoelige materialen.
•
Controleer of door de montage van het toestel eventueel voertuig-
componenten beschadigd kunnen raken (bijvoorbeeld lampen, kas-
ten, deuren), alvorens het toestel te monteren.
•
Let om veiligheidsredenen bij de montage van het toestel (bij het
boren en schroeven enz.) op het verloop van aanwezige, met name
onzichtbare kabelstrengen, leidingen en andere componenten die
zich in het montagebereik bevinden.
•
Als de schoorsteenkap onder een raam wordt gemonteerd dat kan
worden geopend, moet er een elektrische vensterschakelaar worden
gemonteerd.
•
Zorg ervoor dat de lucht die door het toestel naar binnen wordt gezo-
gen niet vervuild kan zijn door uitlaatgassen van het voertuig of van het
toestel zelf.
•
De veiligheids- en aftapklep moet direct naast het toestel worden
gemonteerd. Deze moet onder de koudwateraansluiting worden
geplaatst. Hij moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor gebruik.
Aanwijzingen m.b.t. de aansluiting op de watertoevoer
•
Monteer de verwarming in een watercircuit dat een drukpomp met
drukregelaar bevat.
Aanwijzingen m.b.t. waterslangen, gasleidingen en hetelucht-
en uitlaatkanalen
•
De slangen, leidingen en kanalen moeten zodanig worden gelegd
dat het toestel voor onderhoudswerkzaamheden gemakkelijk kan
worden verwijderd.
•
Om een correcte werking te garanderen moeten leidingen en kanalen
zonder spanning en zo kort mogelijk worden gelegd.
•
Knel en knik leidingen en kanalen niet.
•
Heteluchtkanalen en uitlaatkanalen kunnen de omgeving verwarmen.
Zorg ervoor dat er geen hittegevoelige materialen in aanraking kun-
nen komen met de heteluchtkanalen. Houd ten minste 10 mm afstand
aan.
4445103144
NL