De pellets hopen zich
op in de vuurpot, het
glas van de deur wordt
vuil en de vlam is zwak
De zuigmotor van de
rookgassen werkt niet
De ventilator van de
convectielucht stopt
nooit
In de automatische
stand werkt de kachel
steeds op het maximaal
vermogen
De thermokachel start
"alleen"
Het vermogen
verandert niet ook al
wordt het manueel
gewijzigd
Storingen verbonden met de hydraulische installatie
STORING
Geen
temperatuurtoename
met werkende
thermokachel
372
1. Onvoldoende verbrandingslucht
2. Pellets vochtig of niet geschikt
3. Motor rookafzuiging defect
4. Slechte regeling Verkeerde
verhouding tussen de lucht en de
pellets
1. De kachel krijgt geen
stroomtoevoer
2. De motor is defect
3. Het moederbord is defect
4. Het bedieningspaneel is defect
1. Thermische sonde voor controle
van de temperatuur defect
2. Ventilator defect
1. Ruimtethermostaat
2. Sonde voor temperatuurdetectie
beschadigd
3. Bedieningspaneel defect
1. Verkeerde programmering van
de klokthermostaat
1. Op de printkaart is de
automatische wijziging van het
vermogen ingesteld, evenredig
met de temperatuur
MOGELIJKE OORZAKEN
1. Verkeerde regeling van de
brandstof
2. Thermokachel/installatie vuil
3. Onvoldoend vermogen
thermokachel
1. Controleer of de luchtinlaat in de ruimte aanwezig
en vrij is. Controleer of de luchtinlaatbuis Ø 5 cm niet is
verstopt Reinig de vuurpot en controleer of alle gaten
open zijn. Voer een algemene reiniging uit van de
verbrandingskamer en van het rookkanaal.
2. Verander het soort pellets
3. Controleer en vervang eventueel de motor
4. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
1. Controleer de netspanning en de zekering
2. Controleer en vervang eventueel de motor en
de condensor
3. Vervang de printkaart
4. Vervang het bedieningspaneel
1. Controleer de werking van de sonde en
vervang ze eventueel
2. Controleer de werking van de motor en
vervang hem eventueel
1. Stel opnieuw de temperatuur van de thermostaat in
2. Controleer de sonde en vervang eventueel
3. Controleer paneel en vervang eventueel
1. Controleer de instellingen van de klokthermostaat
1. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
OPLOSSINGEN
1. Controle regeling
2. Controleer en reinig de thermokachel
3. Controleer of de thermokachel goed
geproportioneerd is met de vraag van het systeem