Trainings- en bedieningshandleiding
10
NL
All manuals and user guides at all-guides.com
Doelpolsslag
Met "plus" of "min" kan de polsslagwaarde op dit moment en
tijdens de training nog gewijzigd worden bijv. van 130 naar
135.
Trainingsbegin door beginnen met trappen.
Opmerking:
KETTLER adviseert bij HRC programma's de polsslagmeting via
een borstgordel.
Een vermogenwijziging vindt bij HRC programma's bij afwijkin-
gen van +/- 6 hartslagen plaats.
Als het polsslagsignaal wegvalt, wordt het vermogen verlaagd.
Trainingsfuncties
Trainingonderbreking of –einde
Bij minder dan 10 omwentelingen/min of indrukken van
"RECOVERY" herkent de computer
een trainingsonderbreking. De berekende trainingsgegevens
worden weergegeven.
Snelheid, vermogen, omwentelingen en polsslag worden als
gemiddelde waardes met het Ø-symbool getoond.
De trainingsgegevens worden 10 minuten getoond. Drukt u
gedurende deze tijd niet op een toets of traint u niet, schakelt
de computer naar de stand-by modus.
Hervatten van de training
Bij voortzetting van de training binnen de 10 minuten worden
de laatste waardes verder op- of teruggeteld.
RECOVERY
Herstelpolsslagmeting
Bij trainingseinde "RECOVERY" indrukken.
De computer meet 60 seconden terugtellend uw polsslag.
Als u "RECOVERY" indrukt, wordt onder "SPEED" de actuele
polsslag opgeslagen; onder "DISTANCE" wordt de polsslag-
waarde na 60 seconden opgeslagen. Onder "ENERGY" wordt
het verschil van beide waardes getoond. Daaruit wordt een
conditiecijfer (voorbeeld F1.1) berekend.
Deze functie wordt onderbroken door indrukken van een toets.
Wordt aan het begin of einde van de teruglopende tijd geen
polsslag gemeten, verschijnt er een foutmelding.