WAARSCHUWING: VOORKOM
LETSEL. Lees het hoofdstuk
Veiligheid geheel door en zorg
dat u het goed begrijpt voordat u
verder gaat.
BEDIENINGSORGANEN
EN FUNCTIES
Zie Afbeelding 3 voor de plaats van alle
bedieningsorganen en functies.
Test
Stuurhendel
1
Neutraalstand
2
Neutraalstand
3
Neutraalstand
4*+
Niet in neutraalstand
5*+
Neutraalstand
* Test met draaiende motor.
+ Bestuurder staat uit stoel op.
Contactschakelaar
op bladzijde 18 voor uitgebreide informatie
over het starten van de motor.
BEDIENING
Aftaka
s
Uit
Aan
Uit
Uit
Aan
Bedien de
contactschakelaar met
een verwijderbare
contactsleutel.
De contactschakelaar
heeft drie standen:
Stop (1), Draaien (2),
Start (3). Zie MOTOR
STARTEN EN
UITZETTEN
Het veiligheidsvergrendelingssys-
teem
WAARSCHUWING: Defecten
van het veiligheidsvergrendelings-
systeem en onjuist gebruik van
de machine kunnen ernstig of
dodelijk letsel veroorzaken.
Controleer het systeem voor elk
gebruik om er zeker van te zijn dat
het naar behoren functioneert.
Voer de volgende tests uit om zeker te zijn
dat het veiligheidsvergrendelingssysteem
goed werkt. Als de machine niet op de
voorgeschreven manier werkt, neemt u voor
reparaties contact op met uw Stiga-dealer.
Parkeerrem
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
Gashendell
1
2
Chokehendel
Trek aan de chokeknop om een
koude motor te starten.
Duw op de chokeknop wanneer
de motor warm wordt.
NL - 15
Motor
Start
Start niet
Start niet
Slaat af
Slaat af
Snel (1) – De motor draait
sneller.
Langzaam (2) – De motor draait
langzamer.