1.3
Netaansluiting tot stand brengen
S1
De meegeleverde rubbervoetjes aan de achterzijde op de onderkant van de behuizing
plakken.
Rubberrand van onder af op de voorplaat schuiven.
Gevaar door een niet vakkundig geaard apparaat.
Een niet vakkundig geaard apparaat kan in het geval van storingen levensgevaarlijk
zijn.
Uitsluitend 3-polige netkabels met vakkundige aansluiting van de randaarde gebrui-
ken.
De netstekker uitsluitend in een stopcontact met randaarde stoppen.
De bescherming mag niet door een verlengsnoer zonder aardleiding teniet worden
gedaan.
Overspanning!
Gevaar voor vernietiging van de motor.
Elektrische aansluiting conform de plaatselijk geldende bepalingen uitvoeren en
spanningswaarden op het typeplaatje van het apparaat vergelijken met de plaatselij-
ke netspanning.
Uitsluitend aansluitkabels met randaarde gebruiken.
Ter bescherming van de elektronica en de voedingskabels in geval van storing moet
een geschikte stroomonderbreker worden voorzien.
Gevaar voor elektrische schok
Bij een defect kunnen de op netstroom aangesloten onderdelen onder spanning staan.
De aansluiting op de netvoeding altijd vrij toegankelijk houden om de aansluiting te
allen tijde te kunnen verbreken.
Een netkabel wordt meegeleverd. Is de netstekker niet compatibel met uw systeem, ge-
bruik dan een geschikte netkabel met aardleiding (3 x 1,5 mm
10 A
Fig. 23: Voedingskabel met randaarde
Schakelaar S1 van de netvoeding uitschakelen (stand "0").
De stroomtoevoerkabel op de voedingsbron aansluiten.
GEVAAR
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
max
Installatie
2
).
33