BEDIENEN
1.
Controleer of het apparaat op een geschikte, vlakke ondergrond staat en
veilig en stabiel is opgesteld.
2.
Steek de stekker in een stopcontact.
3.
Druk een keer op de knop „AAN/UIT". Het apparaat start. In de basisinstel-
ling draait het apparaat met gemiddelde snelheid in de normale modus.
Snelheid instellen
4.
Druk zo vaak op de knop „Snelheid" totdat het apparaat met de gewenste
snelheid draait. De betreffende instelling wordt weergegeven door het bijbe-
horende controlelampje:
Lage snelheid:
Gemiddelde snelheid: Mid.
Hoge snelheid:
Modus instellen
Druk op de knop „Modus" en stel de gewenste modus in. U kunt kiezen
tussen de standaardmodus, de modus dicht bij de natuur en de slaapmodus.
Druk zo vaak op de knop „Modus" totdat de gewenste instelling door het
betreffende controlelampje weergegeven wordt.
Normale modus: Nor.
Modus dicht bij de natuur: Nat.
Het apparaat werkt met wisselende snelheden die het gevoel van een natuur-
lijke luchtbeweging geven.
Slaap-modus: Sleep
Het apparaat werkt net als in de ‚modus dicht bij de natuur' met vast inge-
stelde snelheden die zich traploos verlagen.
Draaifunctie/oscillatie
5.
Druk op de knop „Oscillatie" om de zwenkfunctie in te schakelen. Als u
nogmaals op deze knop drukt, stopt het apparaat in de huidige positie, de
ventilator draait echter verder.
Copyright UNOLD AG | www.unold.de
Low
Hi.
35