Montage van de spindellagers, AirSHIELD™ en asstabilisa-
tor:
1. Plaats de (20) pasring en het (19) vulstuk op de (22) spin-
delas met de boog van de pasring naar buiten gericht zodat
de buitendiameter van de pasring de buitendiameter van het
(18) lager raakt. Plaats het (18) lager op de (22) spindel met
de kant van de afsluiting naar de (20) pasring gericht. Druk
het lager op de (22) spindel met behulp van het (MPA0195)
T-1B drukgereedschap voor spindellagers (zie figuur) totdat
het onderaan vast zit.
2. Breng een (17) vulstuk met uitsteeksels in de onderkant
van het boorgat in de spindel van de (13) asstabilisator aan.
(Gebruik dit vulstuk niet als er op de asstabilisator een '+' te
zien is.)
3. Als de spindelassemblage correct wordt uitgevoerd, roteert
het (18) lager vrij zonder los te komen.
4. Neem de (14) filter en plaats hem in het midden van het
kleine boorgat waarin de originele filter zich bevond voordat
hij verwijderd werd. Gebruik een schroevendraaier met een
kleine diameter of een staafje met een afgeplat uiteinde
om de filter in het boorgat te drukken tot het zich plat op de
bodem van het boorgat bevindt. Plaats de (15) klep in het
boorgat zoda
5. Breng een druppel #271 Loctite® of een gelijkaardig product
aan op de buitendiameter van elk van de lagers op de
spindelassemblage. De druppel moet zo groot zijn als een
speldenkopje. Strijk de druppel lagerlijm over beide lagers
uit tot hij gelijk verdeeld is. Waarschuwing: Er is slechts een
zeer kleine hoeveelheid lagerlijm nodig om de rotatie van
de buitendiameter van het lager te voorkomen. Overtollige
lijm zal het in de toekomst moeilijk maken het lager te verwi-
jderen. Plaats de spindelassemblage in het boorgat van de
(13) asstabilisator en maak ze vast met de bevestigingsring.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de bevestigingsring volledig
in de groef van de asstabilisator is geklikt. Laat de lijm uithar-
den.
Montage van de motor:
1. Gebruik het grote uiteinde van de (MPA0494) T-13 lagerdruk-
koker om het voorste (10) lager (met 2 beschermkappen) op
de as van de (13) asstabilisator te duwen.
2. Schuif de (9) voorste eindplaat met de lagerholte naar
beneden gericht op de motoras. Druk zachtjes de voorste
eindplaat op het lager met het grote uiteinde van de
(MPA0494) T-13 lagerdrukkoker tot het voorste (10)
lager in de lagerholte van de (9) voorste eindplaat zit.
WAARSCHUWING: Druk net genoeg om het lager in de holte
te duwen. Te veel druk kan het lager beschadigen.
3. Plaats de (8) spie in de spiebaan op de (13) asstabilisator.
Plaats de (6) rotor op de as van de asstabilisator en zorg
voor een vaste schuifpassing.
4. Breng kwaliteitsolie voor pneumatische werktuigen aan op
de vijf (7) bladen en plaats deze in de gleuven in de (6) rotor.
Plaats de (4) cilinderassemblage over de rotor. Het korte
uiteinde van de veerpen moet zich vastgrijpen in het blinde
gat in de (9) voorste eindplaat. Noot: De veerpen moet 1, 5
mm (.060 in.) boven de flenskant van de cilinder uitsteken.
DOC A0348
5. Gebruik het T-1B drukgereedschap voor spindellagers (niet
afgebeeld) om een perspassing te maken van de (2) achter-
ste lager (2 beschermkap) in de (3) achterste eindplaat. Zorg
ervoor dat het T-1B drukgereedschap gecentreerd wordt
op de buitendiameter van de buitenloopring. Gebruik het
kleine uiteinde van de T-13 lagerdrukkoker om een lichte
perspassing te maken van de (3) achterste eindplaat en de
(2) lagerassemblage over de asstabilisator. Deze koker mag
enkel op de binnenloopring van het lager drukken. Belangrijk:
De druk op de achterste eindplaat en lagerassemblage is cor-
rect als de cilinder net genoeg tussen de eindplaten gedrukt
wordt, zodat hij niet vrij beweegt onder zijn eigen gewicht
wanneer de as horizontaal wordt gehouden, maar wel tussen
de eindplaten kan glijden bij een heel kleine kracht. Als de
druk op de assemblage te groot is, zal de motor niet goed
lopen. Als de druk op de assemblage niet voldoende is, zal
de motor na montage in de behuizing niet goed lopen. Zet
de assemblage vast door de (1) bevestigingsring in de groef
van de (13) asstabilisator te plaatsen. Waarschuwing: De
bevestigingsring moet zo geplaatst worden dat het midden
en de twee uiteinden van de hoepel het (2) lager eerst raken.
De twee uitstekende gedeeltes in het midden moeten stevig
in de groef van de asstabilisator geklikt worden door met een
kleine schroevendraaier tegen de gebogen delen te duwen.
6. Smeer de (5) O-ring lichtjes in en plaats hem in de luchtinlaat
van de (4) cilinderassemblage.
7. Vet in of smeer olie op de binnenkant van de (27) behuizing,
breng de veerpen in lijn met het merkteken op de behuizing
en schuif de motorassemblage in de behuizing. Zorg ervoor
dat de veerpen in het gat in de behuizing valt.
8. Schroef voorzichtig de (12) sluitring in de behuizing met de
(MPA0025) T-6 motorsluitring moersleutel/spindeltrekker. Zie
"Onderdelenlijst" voor de draaimomentinstellingen. Noot: Een
simpele techniek om er zeker van te zijn dat de schroefdraad
goed pakt is door de sluitring tegen de klok in met de T-6
motorsluitring/spindeltrekker te draaien en lichte druk uit te
oefenen. U hoort en voelt een klik als de schroefdraad van de
sluitring in de schroefdraad van de behuizing valt.
9. Zet een nieuwe (36) schijf op de schuurmachine en draai
hem met de 24 mm moersleutel voor schijven met de hand
aan.
Testen:
Breng 3 druppels kwaliteitsolie voor pneumatische werktuigen
rechtstreeks in de motorinlaat. Sluit de motorinlaat aan op een 6.2
bar (90-PSI) luchtaanvoer. Bij een luchtdruk van 6,2 bar zou een
apparaat van 12.000 RPM tussen 11,500 en 12,500 RPM moeten
leveren aan de inlaat van het apparaat bij onbelaste werking. Bij
gebruik van een vacuümschijf of haak-en-lus-schijf zal dit onb-
elaste toerental met ongeveer 500 RPM tot 1000 RPM afnemen
door de windweerstand. Dit zal tijdens het schuren de prestaties
echter niet beïnvloeden.
* Loctite® is een gedeponeerd handelsmerk van Loctite Corp.
80
REV 02/01/08