•
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
•
Controleer het oliepeil. Zie het deel Oliepeil controleren .
•
Als het oliepeil laag is, moet u de juiste hoeveelheid olie toevoegen. Start de motor
en controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet is geactiveerd.
•
Als het oliepeil niet laag is, start de motor niet. Raadpleeg een erkende Briggs &
Stratton-dealer voor instructies over de afstelling voor grote hoogtes.
Aanbevolen brandstof
De brandstof moet aan deze eisen voldoen:
•
Schone, verse, loodvrije benzine.
•
Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote hoogte.
•
Benzine met tot 10% ethanol (gasahol) is toegestaan.
OPGEPAST
Gebruik geen benzine die niet is goedgekeurd zoals E15 en E85. Meng
geen olie in de benzine en pas de motor niet aan voor alternatieve brandstoffen. Het
gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen zal schade veroorzaken aan onderdelen
van de motor. Dit wordt niet gedekt door de garantie.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brandstofsysteem tegen
gomvorming te beschermen. Zie Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander bij
start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd om op
benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (Engine Modifications).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1.524 meter (5.000 voet) is benzine met minimaal 85 octaan/85
AKI (89 RON) toegestaan.
Motoren met carburateur moeten worden afgesteld om hun prestaties te behouden. Gebruik
zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties, een hoger brandstofverbruik en
toegenomen emissies. Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton-dealer voor instructies
over de afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder
dan 762 meter met de set voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen.
Motoren met elektronische brandstofinjectie (EFI) hoeven niet voor grote hoogtes te worden
afgesteld.
Brandstof bijvullen
Zie Afbeelding 6
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het bijvullen van brandstof
•
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen
voordat u de benzinedop verwijdert.
•
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte.
•
Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant
van de hals, zodat de brandstof kan uitzetten
•
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
•
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk
•
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u
de motor start.
1.
Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de tankdop.
2.
Vul de brandstoftank (A, Afbeelding 6) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot
boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan uitzetten.
3.
Draai de tankdop weer vast.
De motor starten en stoppen
Zie Afbeelding: 7, 8, 9
De motor starten
WAARSCHUWING
Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en arm
sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten.
Gebroken botten, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat zijn.
80
•
Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit totdat u weerstand voelt
en trek dan snel om terugslag te voorkomen.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het starten van motor
•
Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (waar
aanwezig) aanwezig zijn en goed vastzitten.
•
Probeer de motor niet te starten terwijl de bougie verwijderd is.
•
Als de motor verzuipt, zet de choke (waar aanwezig) in de stand OPEN/DRAAIEN,
zet de gashendel (waar aanwezig) in de stand SNEL en start de motor totdat deze
aanslaat.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een giftig
gas dat u binnen enkele minuten doodt. U kunt het NIET zien, ruiken of proeven.
Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan
koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit product misselijk, duizelig
of zwak begint te voelen, schakel het dan uit en ga METEEN de frisse lucht in.
Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergiftiging heeft.
•
Gebruik dit product ALLEEN buiten, ver uit de buurt van vensters, deuren en
ventilatieopeningen om te voorkomen dat koolstofmonoxidegas zich verzamelt en
naar gebruikte ruimten wordt gezogen.
•
Plaats koolmonoxidemelders op batterijen of melders op netvoeding met
reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen
koolmonoxide detecteren
•
Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes of
andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren of met
geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel koolmonoxide
worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als het product al is
uitgeschakeld
•
Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd weg van
gebruikte ruimtes.
OPGEPAST
Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Voordat
u de motor start, moet u de motor met olie vullen volgens de instructies in deze
handleiding. Als u de motor zonder olie start, wordt deze onherstelbaar beschadigd. Dit
valt niet onder de garantie.
Het startsysteem bepalen
Voordat u de motor start, moet u eerst het type startsysteem op uw motor bepalen. Uw
motor heeft een van de volgende typen.
®
•
ReadyStart
System: Dit systeem heeft een temperatuurgeregelde automatische
choke. Het heeft geen handbediende choke of voorinspuitsysteem.
•
Voorinspuitsysteem: Dit systeem heeft een choke voor het starten bij lage
temperaturen. Sommige modellen hebben een aparte chokeregeling, andere modellen
hebben een gecombineerde choke-/gasregeling Dit type heeft geen
voorinspuitsysteem.
Volg voor het starten van uw motor de instructies voor het betreffende type startsysteem.
Opmerking: Sommige apparaten zijn uitgerust met een afstandsbediening. Kijk in de
betreffende handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
ReadyStart®-systeem
1.
Controleer de motorolie. Zie het deel Oliepeil controleren .
2.
Zorg ervoor dat aandrijvingsbedieningen (waar aanwezig) van de apparatuur zijn
uitgeschakeld.
3.
Zet de brandstofkraan (A, Afbeelding 7) (waar aanwezig) in de stand OPEN.
4.
Zet de gashendel (B, Afbeelding 7, 8) (waar aanwezig) in de stand SNEL. Bedien
de motor in de stand SNEL.
5.
Druk de stopschakelaar (D, Afbeelding 7, 8) (waar aanwezig) in de stand AAN.
6.
Als het product is uitgerust met een stophendel voor de motor (C, Afbeelding 9),
houd de stophendel tegen de handgreep.
BRIGGSandSTRATTON.COM