4.
De motor valt stil tijdens
het werken en de ma-
chine geeft een zoemend
geluid.
5.
Het gemaaide gras
komt niet meer in de
opvangzak terecht.
6.
Het maaien verlo-
opt moeizaam.
7.
Men hoort overdreven
geluiden en/of trillingen
tijdens het werk.
8.
Kleine autonomie
van de accu.
9.
De acculader laadt
de accu niet op.
15. OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES
15.1
KIT VOOR "MULCHING"
Versnippert het pas gemaaide gras en laat het achter
op het terrein, als alternatief voor het opvangen in de
zak (voor hiervoor voorziene machines) (afb.25).
Ingreep van de thermische bescherming
wegens oververhitting van de motor.
Ingreep van de thermische
bescherming wegens een te hoge
stroomabsorptie te wijten aan:
• Het maaien van te hoog gras.
• Verklemmingen die de rotatie van
de snij-inrichting verhinderen.
• Teveel grasafval opgehoopt in het
chassis en in het windkanaal.
De snij-inrichting heeft tegen een
vreemd voorwerp gestoten en
heeft een schok ondergaan.
De binnenkant van het chassis is vuil.
De snij-inrichting is niet in goede staat.
Bevestiging van de snij-
inrichting losgekomen of snij-
inrichting beschadigd.
Zware gebruiksconditie met
grotere stroomabsorptie.
Accu niet voldoende voor
de werkbehoeften.
Accu niet correct geplaatst
in de acculader.
Niet geschikte omgevingscondities.
Vuile contacten.
Geen spanning aan de acculader.
Defecte acculader.
Wacht minstens 5 minuten en
herstart dan de machine.
• Stel een hogere maaihoogte in
wanneer het gras hoger staat en een
tweede maaibeurt uit te voeren op
een lagere hoogte (par. 6.4.1).
• Verwijder de verklemmingen (par. 7.3.2).
• Reinig de machine (par. 7.3.1)
Wacht minstens 5 minuten en
herstart dan de machine.
Stop de motor onmiddellijk en
verwijder de contactsleutel.
Controleer eventuele beschadigingen
en contacteer een Dienstencentrum
voor de eventuele vervanging
van de snij-inrichting. 8.1).
Maak de binnenkant van het chassis
schoon zodat het gras makkelijker naar de
opvangzak afgevoerd wordt (par. 7.3.2).
Contacteer een dienstencentrum voor het
bijslijpen en vervangen van de snij-inrichting.
Stop de motor onmiddellijk en
verwijder de contactsleutel.
Contacteer een dienstencentrum voor controle,
vervangingen of herstellingen (par. 8.1).
Optimaliseer het gebruik (par. 7.2.1).
Gebruik een tweede accu of een
sterkere accu (par. 15.2).
Controleer of de accu correct
geplaatst is (par. 7.2.2).
Herlaad de accu in een omgeving
met geschikte temperatuur (zie
handleiding van de accu/acculader).
Reinig de contacten.
Controleer of de stekker in het
stopcontact steekt en of er spanning
aanwezig is in het stopcontact.
Vervangen met een origineel wisselstuk.
Indien het probleem aanhoudt, raadpleeg
de handleiding van de accu / acculader.
15.2
ACCU'S
Er zijn accu's met verschillende vermogens beschikbaar,
voor de specifieke werkvereisten (afb.26). De lijst
van de voor deze machine gehomologeerde accu's
bevindt zich in de tabel "Technische Gegevens".
NL - 14