NL
Instelling van de rotatiesnelheid (XXIII)
De verstekzaag heeft een schakelaar voor het wijzigen van de draaisnelheid van de schijf. Kies de snelheid afhankelijk van het te
snijden materiaal. Bij het zagen van hout en materialen op houtbasis, zet u de schakelaar in stand II - hogere rotatiesnelheid. Bij
het zagen van metaal, zet u de schakelaar in stand I - lagere rotatiesnelheid.
Let op! Voordat u begint te zagen, moet u zich ervan vergewissen dat de juiste rotatiesnelheid is ingesteld voor het gekozen materiaal.
Het zagen van hout met een lagere rotatiesnelheid resulteert in lagere prestaties en minder gelijkmatige snijkanten. Het zagen van
metaal met een hogere rotatiesnelheid leidt tot oververhitting van het cirkelzaagblad en de snijkant. Dit leidt tot een snellere slijtage
van het zaagblad en een hogere belasting van de aandrijving en kan ook leiden tot schade aan het zaagblad en de verstekzaag.
Activering van de verstekzaag
De schakelaar is voorzien van een veiligheidsvergrendeling om onbedoeld indrukken te voorkomen. Voordat u de schakelaar
indrukt, dient u de vergrendelknop te verstellen tot deze gelijk is aan het schakeloppervlak en vervolgens de schakelaar in te
drukken terwijl u de vergrendelknop ingedrukt houdt.
Afschuin zagen
Er zijn drie soorten zagen mogelijk. Een snede waarin de kop naar beneden zal bewegen of een snede waarin het verlaagde en
vergrendelde hoofd horizontaal zal bewegen. Het derde type is de plunge-cut, waarbij de kop tot een vooraf ingestelde hoogte
wordt neergelaten, in deze positie wordt gehouden en vervolgens horizontaal wordt bewogen.
Door het volledig optillen van de kop wordt een extra vergrendeling geactiveerd om onbedoeld neerlaten van de kop te voorko-
men. De kop kan alleen worden neergelaten nadat het slot (XVI) van het slot is getrokken.
Verplaats de kop en vergrendel deze door de geleideborgschroef (XVII) aan te draaien. Stel de hoeken van de kop in en maak
een gesimuleerde zaagsnede zonder de zaag aan te sluiten op de stroomvoorziening. Controleer of de cirkelzaag niet in contact
komt met de tafel, de achterplaat of enig ander onderdeel dan het te zagen materiaal.
Bij het knippen met de neergelaten kop op de geleiders, de kop laten zakken en vergrendelen met de borgpen. Ontgrendel de
geleiders door de borgschroef los te draaien. Stel de hoeken van de kop in en maak een gesimuleerde zaagsnede zonder de zaag
aan te sluiten op de stroomvoorziening. Controleer of de cirkelzaag niet in contact komt met de tafel, de achterplaat of enig ander
onderdeel dan het te zagen materiaal. Controleer of de beweging van de geleiders soepel verloopt.
Als de kop op een bepaalde hoogte is ingesteld, maak dan de bevestigingsschroef van de verlagingsbegrenzer van de kop los,
beweeg hem en vergrendel hem in deze positie door de schroef (XVIII) aan te draaien. Stel vervolgens de daalhoogte van de kop
in door de schroef in te draaien en te vergrendelen met de ring (XIX). Stel de hoeken van de kop in en maak een gesimuleerde
zaagsnede zonder de zaag aan te sluiten op de stroomvoorziening. Controleer of de cirkelzaag niet in contact komt met de tafel,
de achterplaat of enig ander onderdeel dan het te zagen materiaal. Controleer of de beweging van de geleiders soepel verloopt.
Bevestig het gesneden materiaal aan de tafel, zodat het altijd tegen de aanslagplaat rust. De meegeleverde klem moet worden
gebruikt om het werkstuk vast te klemmen. Bevestig de klem aan één zijde van de tafel. Borg de pen door de schroef (XX) aan
te draaien. Stel de hoogte van de klemarm in en zet deze na afstelling vast door de schroef (XXI) aan te draaien. Plaats het te
snijden materiaal op de tafel en bevestig het door de klemplaat (XXII) aan te spannen.
Laat de cirkelzaag na het indrukken van de schakelaar het nominale toerental bereiken en begin pas met zagen. De schakelaar
heeft geen slot om de schakelaar in een bepaalde stand te vergrendelen. Het is verboden om de zaag op het materiaal aan te
brengen en alleen het gereedschap te starten. Dit kan leiden tot verstopping, schade aan het zaagblad of schade aan het mate-
riaal. Dit kan tot verwondingen leiden.
Wanneer u het zagen hervat, laat de cirkelzaag zijn nominale snelheid bereiken en voer hem vervolgens in de zaagsnede in.
De schijf niet overbelasten of de hardmetalen schijfbladen oververhitten tijdens het snijden. Bij het zagen moet het cirkelzaagblad
met een soepele beweging worden geleid, waarbij overmatige druk wordt vermeden. De druk die op de snijkop moet worden
uitgeoefend, mag niet groter zijn dan de druk die voldoende is om het materiaal te snijden. Voorkom dat u het te zagen materiaal
met een cirkelzaag raakt.
Als de zaag geblokkeerd is in het gezaagde materiaal, laat dan onmiddellijk de druk op de gereedschapsschakelaar los, koppel
deze los van de stroombron en laat vervolgens de zaag los uit het vastgelopen materiaal.
Controleer de zaag op eventuele schade of vervorming die tijdens het vastlopen is opgetreden en vervang de zaag door een
nieuwe, schadevrije zaag. Controleer ook de oorzaak van de storing, bijvoorbeeld dat er geen metalen onderdelen in het te za-
gen materiaal zitten die de zaag kunnen vastzitten. Verwijder voor het begin van de werkzaamheden de oorzaak van de storing.
Nadat de zaagsnede klaar is, verwijdert u de roterende zaag uit de zaagsnede en laat u pas daarna de druk op de schakelaar los.
Wacht tot de cirkelzaag volledig is gestopt. Koppel de zaag los van de stroomvoorziening door de stekker uit het stopcontact te
trekken en neem vervolgens het materiaal uit de tafel.
Na afl oop van de werkzaamheden overgaan op onderhoud.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
117