NEDERLANDS
ALGEMENE MONTAGEHANDLEIDING
1. Introductie
LEES DEZE HANDLEIDING VOLLEDIG DOOR VOORDAT U DE ZONNEPANELEN INSTALLEERT OF GEBRUIKT
Deze handleiding bevat essentiële informatie over de installatie en over de veiligheid, die u moet weten voordat de zonnepanelen van XUNZEL in gebruik
neemt. De informatie in deze handleiding is geschreven op basis van de kennis en ervaring van XUNZEL. Maar deze informatie en suggesties vormen
geen garantie.
Beperkingen van de garantie: XUNZEL wijst elke aansprakelijkheid voor schade of storingen af indien het zonnepaneel i) door onbevoegde personen
werd gewijzigd of onderhouden, ii) niet werd geïnstalleerd, bediend, gerepareerd of onderhouden volgens de instructies van XUNZEL, iii) werd blootgesteld
aan abnormale fysische, thermische of elektrische omstandigheden of nalatigheid. De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan het product, de specificaties of de handleiding.
2. ALGEMENE INFORMATIE
De installatie van zonnepanelen vereist een grote mate van vakkundigheid en mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde vakman, aannemer
en elektricien. Houd er rekening mee dat er een risico bestaat op verschillende soorten letsel tijdens de installatie, waaronder het risico op een elektrische
schok. Alle XUNZEL zonnepanelen zijn uitgerust met een vast aangesloten aansluitklemmenkast die geschikt is voor diverse bedradingstoepassingen of
met een speciale kabel voor eenvoudige installatie, en vereisen geen speciale montage.
<ALGEMENE WAARSCHUWING>
1. Voordat u de zonnepanelen installeert, aansluit, bedient en onderhoudt, dient u de in deze installatiehandleiding beschreven informatie volledig te
begrijpen.
2. Aanraking met elektrisch actieve delen van een zonnepaneel, zoals aansluitklemmen, kan leiden tot brandwonden, vonken en dodelijke schokken,
ongeacht of de zonnepaneel is aangesloten.
3. Zonnepanelen produceren elektriciteit wanneer voldoende zonlicht (of een andere bron) het oppervlak van de module verlicht. Bij serieschakeling is
de spanning cumulatief. Bij parallel geschakelde panelen is de stroom cumulatief.
4. Sluit de zonnepanelen niet direct aan op belastingen zoals een motor, omdat de variatie van het uitgangsvermogen afhankelijk van de zonnestraling
schade toebrengt aan de aangesloten motor.
BELANGRIJK < GARANTIE EN ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES >
1. Raadpleeg de plaatselijke voorschriften en andere toepasselijke wetgeving met betrekking tot de vereiste vergunningen, installatie- en
inspectievoorschriften.
2. Voordat u een zonnepaneel installeert, dient u contact op te nemen met de bevoegde autoriteiten om te bepalen welke toelatings-, installatie- en
inspectievoorschriften in acht moeten worden genomen.
3. Zonnepanelen en aardingsframes moeten volgens de geldende voorschriften worden geïnstalleerd.
4. Zonnepanelen moeten door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd en onderhouden. Alleen installateur/onderhoudspersoneel mag toegang
hebben tot de zonnepanelen.
5. Het maakt niet uit waar de zonnepanelen zijn geïnstalleerd. Bij dakconstructies of andere bovengrondse constructies moeten de juiste
veiligheidsprocedures worden gevolgd en de vereiste veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt om veiligheidsrisico's te voorkomen. Merk op dat de
installatie van sommige zonnepanelen op een dak de toevoeging van brandwerendheid kan vereisen, afhankelijk van de lokale bouw-/brandcodes.
6. Gebruik als u zonnepanelen in serie schakelt alleen panelen met eenzelfde uitgangsstroom.
7. Volg alle veiligheidsvoorschriften van andere componenten die in het systeem worden gebruikt.
8. Om verwondingen en elektrische schokken te voorkomen, mag niemand zich in de buurt van de zonnepanelen begeven als hij of zij weinig kennis
heeft van de zonnepanelen of van de maatregelen die bij beschadiging van een zonnepaneel moeten worden getroffen.
9. Delen van het oppervlak van een zonnepaneel mogen niet gedurende lange tijd worden afgeschermd van zonlicht. De afgedekte cel kan heet worden
(hotspot fenomeen) waardoor soldeerverbindingen loslaten.
10. Reinig het glazen oppervlak niet met chemicaliën. Laat water niet te lang op het glasoppervlak van zonnepanelen liggen. Hierdoor ontstaat het risico
op witte bloei (glasziekte), wat kan leiden tot een verminderde energieopwekking.
11. Installeer een zonnepaneel niet horizontaal. Dit kan witte bloei (glasziekte) veroorzaken door stilstaand water.
12. Dek de waterafvoeropeningen van het frame niet af. Als het frame gevuld is met water, bestaat het risico op vorstschade.
13. Wanneer er rekening moet worden gehouden met verschuivende sneeuwbelasting, moet een passende maatregel worden genomen om ervoor te
zorgen dat de onderrand van de zonnepanelen niet wordt beschadigd.
14. Stel zonnepanelen niet bloot aan zonlicht dat geconcentreerd is door spiegels, lenzen of soortgelijke middelen.
15. Schakel omvormers en stroomonderbrekers onmiddellijk uit als zich een probleem voordoet.
16. Als het glasoppervlak van een zonnepaneel kapot is, draag dan een veiligheidsbril en plak het glas af om de kapotte stukken op hun plaats te houden.
17. Een defect zonnepaneel kan ook na het loskoppelen van de installatie stroom opwekken. Plaats een defect zonnepaneel in een doos, zodat de cellen
geen licht kunnen ontvangen.
18. Bij serieschakeling mag de maximale nullastspanning niet hoger zijn dan de opgegeven maximale systeemspanning. De spanning is evenredig met
het aantal cellen in serie.Zorg er in geval van parallelle aansluiting voor dat de juiste maatregelen zijn genomen om een omgekeerde stroom te blokkeren.
De stroom kan gemakkelijk in omgekeerde richting stromen.
19
NEDERLANDS