2.5
Bevestiging
Hierbij moeten de algemene en de ter plaatse geldende bepalingen in acht worden
genomen. Laat de volgende stappen daarom altijd uitvoeren door een daarvoor opgeleide
monteur.
De machine moet worden opgesteld en bevestigd op een voldoende draagkrachtige ondergrond die ten
minste voldoet aan de in het funderingsplan vermelde voorwaarden.
De machine moet op de daarvoor bestemde punten met daarvoor geschikte, respectievelijk
voorgeschreven bevestigingsmaterialen worden bevestigd.
Neem bij het bepalen van de opstellocatie naast de gesteldheid van de ondergrond ook de richtlijnen en
aanwijzingen van het ongevallenpreventievoorschrift en de arbo-voorschriften in acht.
Controleer bij montage op een verdiepingvloer het dragend vermogen van de vloer. Over het algemeen
verdient het bij montage op een verdiepingvloer aanbeveling om dit te laten beoordelen door een
bouwkundige.
2.6
Elektrische aansluiting
Hierbij moeten de algemene en de ter plaatse geldende bepalingen in acht worden
genomen. Laat de volgende stappen daarom altijd uitvoeren door een daarvoor opgeleide
monteur.
Let daarbij altijd op de noodzakelijke voeding (zie technische gegevens).
De machine moet worden aangesloten met een 230V-stekker met randaarde, respectievelijk een vijfpolige
16A-CEE-stekker (deels meegeleverd).
Spanningsafwijkingen mogen maximaal het 0,9 - 1,1-voudige van het nominale spanningsbereik zijn en de
frequentieafwijking mag maximaal het 0,99 - 1,01-voudige van het frequentiebereik zijn.
Tref de noodzakelijke beschermende maatregelen om te garanderen dat aan deze voorwaarden wordt
voldaan.
Controleer wanneer alle werkzaamheden zijn uitgevoerd of de draairichting van de motor correct is.
2.7
Monteren
Dit deel van deze handleiding is niet bedoeld als montagehandleiding en de aanwijzingen
en tips zijn alleen bedoeld voor deskundige monteurs. Draag bij de volgende
werkzaamheden geschikte kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen.
Door fouten bij het monteren en foutieve instellingen komen aansprakelijkheid en
garantie van de fabrikant te vervallen.
Gedeeltelijk voorgemonteerde machines moeten voor de inbedrijfstelling door een deskundige worden
getest, geïnstrueerd en afgenomen.
Machines moeten worden gemonteerd door een deskundige persoon.
® copyright ATH-Heinl GmbH & Co. KG, alle rechten voorbehouden/drukfouten en technische wijzigingen voorbehouden/versie: 2021-10
- 25 -