All manuals and user guides at all-guides.com
maximaal 30 mA aan; zekering
minstens 10 ampère.
•
Controleer telkens vóór gebruik
apparaat, snoer en stekker op
beschadigingen. Defecte snoe-
ren mogen niet gerepareerd
worden, maar moeten door een
nieuws snoer vervangen worden.
Laat beschadigingen aan uw ap-
paraat door een vakman verhel-
pen.
•
Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door
de fabrikant of door zijn klanten-
serviceafdeling of door een gelijk-
waardig gekwalificeerde persoon
vervangen worden om gevaren
te vermijden.
•
Gebruik het snoer niet om de
stekker uit de contactdoos te
trekken. Bescherm het snoer te-
gen hitte, olie en scherpe randen.
•
Draag of bevestig het apparaat
niet aan het snoer.
•
Gebruik uitsluitend verleng-
snoeren, die tegen spatwater
beschermd zijn en voor het ge-
bruik in de open lucht bestemd
zijn. Rol een snoertrommel vóór
gebruik altijd helemaal af. Con-
troleer het snoer op beschadigin-
gen.
•
Trek vóór alle werkzaamheden
aan het apparaat, tijdens werkon-
derbrekingen en bij niet-gebruik
de netstekker uit de contactdoos.
•
Netaansluitleidingen mogen
geen geringere dwarsdoorsnede
dan rubberen slangleidingen met
de benaming H07RN-F hebben.
Ingebruikname
Montage
•
Indien u de leidingwaterautomaat
vast wilt installeren, schroeft u het
apparaat met de ondergrond vast.
Het vastschroeven met een bevesti-
gingsplaat voorkomt dat het apparaat
verschuift.
Let daarbij op een vrije toegang tot de
A
aftapplug (
8).
Wanneer u de huiswaterauto-
maat in huis gebruikt, moet u alle
schroefverbindingen van een af-
dichtband voorzien.
Netaansluiting
De door u aangekochte pomp is reeds van
een randaardestekker voorzien. De pomp is
bestemd voor de aansluiting op een veilig-
heidswandcontactdoos met 230 V ~ 50 Hz.
Installeren
•
Zet het apparaat op een vaste, hori-
zontale en tegen overstroming veilige
ondergrond.
•
Plaats de leidingwaterautomaat in
principe hoger dan het wateropper-
vlak, uit hetwelk u wenst te pompen.
Indien dit niet mogelijk is, installeert u
een afsluiteenheid, die tegen onder-
druk bestand is, tussen het apparaat
en de zuigslang (in de gespecialiseer-
de handel verkrijgbaar).
De drukketel (
niet gebruikte toestand een lucht-
druk van 0,15 MPa (1,5 bar) verto-
nen. Controleer de luchtdruk vóór
de eerste ingebruikname.
NL
A
5) moet in de nog
33