NL
Richt de uitvoer van het spuitstuk op een leeg reservoir, deblokkeer de trekker en houd deze vervolgens ingedrukt.
Wacht zo lang tot er geen dekmiddel meer uit de spuitkop komt.
Laat de druk op de trekker los en zet de trekker vast in een positie dat onbedoeld indrukken voorkomen wordt.
Het verfspuitsysteem is nu klaar voor onderhoud,
Snel reinigen van de spuitkop van het spuitpistool
Ondanks toegepaste veiligheidsmaatregelen kan het gebeuren dat het pistoolspuitstuk volledig of gedeeltelijke geblokkeerd raakt.
Als er een afname van het rendement of verandering van de vorm van de spuitstraal wordt waargenomen of als het spuiten volle-
dig stopt, wordt dit mogelijk veroorzaakt door een verstopte uitvoer van de spuitkop van het spuitpistool.
Laat in dat geval de druk op de trekker los en zet de trekker vast in een positie dat onbedoeld indrukken voorkomen wordt.
Schakel het verfspuitsysteem uit door de schakelaar in de positie 'O - uit' te zetten.
De draaiknop van de pistoolspuitkop in de reinigingspositie zetten.
Het verfspuitsysteem inschakelen door de schakelaar in de positie 'I - aan' te zetten.
De pistooltrekker deblokkeren.
De uitvoer van de pistoolspuitkop richten op een leeg reservoir.
De trekker ingedrukt houden tot de spuitkop schoon is.
Laat de druk op de trekker los en zet de trekker vast in een positie dat onbedoeld indrukken voorkomen wordt.
Schakel het verfspuitsysteem uit door de schakelaar in de positie 'O - uit' te zetten.
De draaiknop van de pistoolspuitkop in de spuitpositie zetten.
Het verfspuitsysteem inschakelen door de schakelaar in de positie 'I - aan' te zetten.
Voer een spuitproef uit op een testoppervlak.
REINIGING EN ONDERHOUD
Waarschuwing! Geen brandbare materialen gebruiken voor reiniging en onderhoud.
Let op! Het reinigen van het afgiftesysteem van dekmiddel moet direct na afl oop van de spuitsessie plaatsvinden. Opgedroogd
dekmiddel binnenin het afgiftesysteem kan het apparaat onherstelbaar beschadigen.
Reinigen na afl oop van iedere werksessie
Voer na afl oop van iedere spuitsessie een procedure uit voor het weglaten van de druk.
Trek de slangen uit het reservoir met dekmiddel en houd de uiteinden boven de spiegel van het dekmiddel. Laat resten dekmiddel
uit het systeem wegstromen.
Haak de overloopslang (slang met de kleinste diameter).los van de haken van de spuitslang
Richt de uitvoer van de overloopslang op het lege reservoir en zet deze vast zodat hij niet vanzelf verplaatst.
De zuigslang onderdompelen in het reservoir met water, verdunningsmiddel of reinigingsmiddel. Het fi lter moet zich voortdurend
onder de vloeistofspiegel bevinden.
Draai het verbindingsstuk van de spuitkop los en demonteer de spuitkop, de afscherming en het verbindingsstuk (XII).
Zet de modusschakelaar in de positie voor het spuiten van dekmiddel.
Het verfspuitsysteem inschakelen door de schakelaar in de positie 'I - aan' te zetten.
Richt de uitvoer van het pistool op een leeg reservoir.
De trekker deblokkeren, indrukken en ingedrukt houden.
Houd de uitvoerstraal van het pistool in de gaten. Laat zodra de materiaalstroom minder intensief wordt de druk op de trekker los
en zet de modusdraaiknop in de positie voor het bijvullen van het systeem.
Hervat het spuiten totdat er zuiver water, verdunningsmiddel of reinigingsvloeistof uit het pistool komt.
Laat de druk op de trekker los en zet de trekker vast in een positie dat onbedoeld indrukken voorkomen wordt.
Schakel het verfspuitsysteem uit door de schakelaar in de positie 'O - uit' te zetten.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Voer de procedure uit tot het weglaten van de druk uit het afgiftesysteem van dekmiddel.
Koppel het pistool af van de slang.
Draai het verbindingsstuk van het pistoofi lter los en verwijder het fi lter (XIIII).
Het fi lter en de eerder gedemonteerde spuitkop, afscherming en verbindingsstuk wassen in water met zeep, verdunningsmiddel of
reinigingsmiddel. Voor het schoonmaken kan een borstel met zachte haren van kunststof of een zacht sponsje worden gebruikt.
Na het schoonmaken alle onderdelen drogen met een zacht doekje of laten opdrogen.
Het fi lter, de spuitkop, de afscherming en het verbindingsstuk van het pistool demonteren.
De externe onderdelen van het toestel reinigen met een zacht vochtig doekje en vervolgens droogwrijven.
Let op! Het is verboden om het verfspuitsysteem te reinigen met een waterstraal of door het onder te dompelen in water, verdun-
ningsmiddel of andere vloeistof.
Het is verboden om voor het schoonmaken scherpe of schurende voorwerpen te gebruiken.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
109