All manuals and user guides at all-guides.com
SYMBOLEN
De volgende symbolen staan op de machine om u er-
aan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettend-
heid bij gebruik vereist zijn.
De symbolen betekenen:
Waarschuwing!
Lees vóór gebruik van de machine eerst het
instructieboek en de veiligheidsvoorschrif-
ten.
Waarschuwing!
Steek uw hand of voet niet onder de kap als
de machine loopt.
Waarschuwing!
Pas op voor het uitwerpen van voorwerpen.
Houd omstanders op afstand.
Waarschuwing!
Vóór het verrichten van reparaties eerst de
bougiekabel losmaken van de bougie.
INTRODUCTIE
De spanrol van de krachtafnemer en de spanarmveer
op de basismachine bestaan in twee varianten (afb 1
en 2)
N.B.! Om dit maai-aggregaat te kunnen monteren
("Multiclip" mod. 85M) is variant B vereist.
VARIANT A:
(Standaard op modeljaar 1982 - 93).
Als de basismachine uitgerust is met variant A heeft
u een afzonderlijke montageset nodig om het maai-
aggregaat te kunnen monteren.
Montageset, onderdeelnr. 13-1967-11.
De set bestaat uit een V-riem, een spanrol, een veer,
montagedetails en montage-instructies.
Opm. Ook oudere basismachines kunnen uitgerust
zijn met variant B indien deze machines achteraf aan-
gepast werden om het "Multiclip"- aggregaat te kun-
nen gebruiken.
VARIANT B:
(Standaard op modeljaar 1994 -).
Het maai-aggregaat kan rechtstreeks gemonteerd
worden.
NEDERLANDS
MONTAGE
MAAI-AGGREGAAT
1. Demonteer de beide bevestigingsschroeven D van
de basismachine (afb 3).
2. Monteer de afstandsbussen E in de armen van het
aggregaat (afb 4). De bussen worden meegeleverd in
een plastic zakje.
3. Schroef het aggregaat vast op de basismachine.
4. Monteer de V-riem op de poelie van het aggregaat.
(Dit gaat het makkelijkst als de hoogte-instel-
lingshendel in positie "5" staat).
5. Zorg ervoor dat spanrol J aan de buitenzijde van de
V-riem ligt (afb 2 en 5).
6. Haak de veer vast in bevestiging G (afb 2 en 5).
7. Schroef beschermkap H vast met behulp van drie
schroeven (afb 6). De schroeven worden meegele-
verd in een plastic zakje.
8. Haak ketting I en hijsveer F vast in de arm van de
gereedschapshefinrichting (afb 6).
AFSTELLEN
Opdat het maai-aggregaat gelijkmatig en mooi zou
maaien, moet het juist afgesteld zijn:
1. Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning heb-
ben:
Voor: 0,4 bar (6 psi).
Achter: 1,2 bar (17 psi).
2. Zet de machine op een vlakke ondergrond. Maak
de schroeven K los (afb 7).
3. Stel het maai-aggregaat zo af dat de voor- en de
achterkant van de kap zich op dezelfde hoogte van de
ondergrond bevinden.
4. Haal de schroeven aan.
MAAIHOOGTE
Het maai-aggregaat heeft 17 vaste maaihoogte-posi-
ties, van 30 tot 80 mm.
Opm. De aangegeven maaihoogtes gelden wanneer
de machine op een vaste ondergrond staat.
NL
GEBRUIK
19