Aansluitwaarde
In totaal kan het station een vermogen van 1500 W opnemen.
LET OP: Overbelasting!
•
Wanneer u verlengsnoeren gebruikt, moeten deze
minimaal een diameter van 1,5 mm² hebben.
•
Gebruik géén meervoudige contactdozen omdat dit ap-
paraat te veel vermogen heeft.
Gebruik van het apparaat
LET OP:
Voordat u met de reiniging begint, dient u te controleren of
de desbetreffende materialen met stoom mogen worden
gereinigd. Houd het stoommondstuk nooit te lang of te dicht
op een plek.
Nadat de ketel met water gevuld is en u een reinigingshulpstuk
hebt gekozen, gaat u als volgt te werk:
1. Zet de vergrendeling (22) aan het stoompistool (20) op
OFF/LOCK zonder daarbij de stoomschakelaar (21) in te
drukken (afb. A).
2. Sluit het apparaat aan op een correct geïnstalleerde
geaarde contactdoos 230 V/50 Hz.
3. Druk op de aan-/uitschakelaar (4) (afb. F). Het rode con-
trolelampje (3) brandt. Het temperatuurcontrolelampje (2)
geeft de verwarmfunctie weer.
4. Na ongeveer 12 minuten is de stoomtemperatuur bereikt
en het temperatuurcontrolelampje (2) dooft. Het apparaat is
operationeel. Tijdens het gebruik signaleert deze lamp dat
het water weer verwarmd wordt.
WAARSCHUWING:
Wanneer de stoomschakelaar wordt ingedrukt terwijl de
oranje lamp brandt, kan heet water uit het mondstuk ontsnap-
pen.
5. Zet de vergrendeling (22) aan het stoompistool (20) op ON
(afb. B1) om te reinigen.
6. Richt het straalmondstuk op het te reinigen oppervlak en
bedien de stoomschakelaar (21) (afb. B2).
7. Gebruik de vergrendeling (22) om het stoompistool op
continustoom over te schakelen: Houd de stoomschakelaar
ingedrukt en zet de vergrendeling gelijktijdig op OFF/LOCK
(afb. C3).
8. U gaat op dezelfde manier te werk om de vergrendeling op
te heffen. Houd de stoomschakelaar ingedrukt en zet de
vergrendeling gelijktijdig op ON (afb. D4).
OPMERKING:
Let tijdens het werken op dat de slang niet geknikt of inge-
klemd wordt.
12
Bijvullen van de waterketel tijdens het bedrijf
Wanneer zich geen water meer in de ketel bevindt, wordt bij
het indrukken van de stoomschakelaar (21) geen stoom meer
geproduceerd. Vul de waterketel als volgt bij:
1. Druk op de aan-/uitschakelaar (4). Het rode controlelampje
dooft.
2. Trek de netsteker uit de contactdoos!
3. Laat door het indrukken van de stroomschakelaar (21) de
restdruk ontwijken (zie "Ingebruikname", punten 2 en 3).
WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor letsel!
Open de veiligheidsafsluiting (6) pas wanneer geen
stoom meer uit het mondstuk ontwijkt.
4. Draai de veiligheidsafsluiting (6) langzaam open en wacht
vóór het volledige openen enkele seconden totdat de
overdruk ontweken is.
OPMERKING:
Om veiligheidsredenen beschikt de veiligheidssluiting over
een vrijgavefunctie. Wanneer de druk in de ketel nog te hoog
is, wordt het openen via deze vrijgavefunctie voorkomen.
5. Vul met behulp van de maatbeker (15) vers water in
de ketel. Let op waterspetters die eventueel uit de tank
kunnen spatten. Gebruik de bijgeleverde trechter (afb. E)
om het wegspatten van water te vermijden. Vul het water
langzaam in het reservoir. Vul nooit te veel water in het
apparaat! Max. vulhoeveelheid water: 1,5 liter.
6. Schroef de veiligheidsafsluiting weer vast.
7. Steek de steker weer in de contactdoos en schakel het
apparaat in met de aan/uitschakelaar.
Na het gebruik
1. Druk op de aan-/uitschakelaar (4). Het rode controlelampje
dooft.
2. Trek de netsteker uit de contactdoos!
3. Laat door het indrukken van de stroomschakelaar (21) de
restdruk ontwijken (zie "Ingebruikname", punten 2 en 3).
4. Laat het apparaat ca. 1 uur afkoelen voordat u het wegzet.
Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING:
•
Trek vóór de reiniging van het apparaat altijd de steker
uit de contactdoos.
•
Dompel het apparaat voor de reiniging niet onder water.
Dit zou tot een elektrische schok of brand kunnen leiden.
LET OP:
•
Gebruik géén draadborstel of andere schurende voor-
werpen.
•
Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen.