raadplegen. Uit het bereik van kinderen bewaren. Uit
de buurt van hitte of een open vlam bewaren.
DE AUTOMATISCHE OLIESPUIT CONTROLEREN
De goede werking van de automatische oliespuit
kan worden gecontroleerd door de kettingzaag in te
schakelen en de punt van de kettinggeleider (6) naar
een stuk karton of papier op de grond te richten. Als een
toenemend oliepatroon ontwikkelt op het karton, werkt
de automatische oliespuit goed. Als er geen oliepatroon
is, ondanks een vol oliereservoir, moet u contact opnemen
met de klantendienst van Worx of met een door Worx
erkende onderhoudsagent.
VOORZICHTIG: raak de grond niet met de
ketting. Zorg voor een veiligheidsafstand van
30 cm.
BEDIENING
1. VOORDAT U HET DRAADLOOS GEREEDSCHAP
GEBRUIKT
WAARSCHUWING! De oplader en het accupack
zijn ontworpen om samen gebruikt te worden,
probeer dus geen andere apparaten te gebruiken.
Zorg ervoor dat er nooit metalen objecten in de oplader of
de contactpunten van het accupack komen, dit kan zorgen
voor een elektrische schok en is gevaarlijk.
OPMERKING: Het accupack is NIET opgeladen. Deze moet
u dus voor gebruik opladen.
De bijgeleverde batterijlader past bij de Lithium-ionbatterij
die in het apparaat is geplaatst. Gebruik geen andere
batterijlader.
2. DE BATTERIJEN OPLADEN
De Lithium-ionbatterij is beschermd tegen volledig
ontladen. Als de batterij leeg is, wordt het toestel
uitgeschakeld door een beschermingscircuit.
In een warme omgeving, of na zwaar gebruik, kan het
batterijpak te heet worden om te kunnen opladen. Laat de
batterij enige tijd afkoelen voor het heropladen.
3. HET ACCUPACK VERWIJDEREN OF PLAATSEN (Zie
afb. I1, I2, I3)
Druk op de ontgrendelingsknop van de batterijdoos om
de batterijdoos uit de gereedschap te verwijderen. Stop
de batterijdoos na het opladen in de batterijpoort. U hoeft
alleen maar licht te duwen en wat druk uit te oefenen tot
een klik hoorbaar is. Controleer om te zien of de batterij
volledig is vastgemaakt.
OPMERKING: Verwijdert u het batterijpakket, houd
het dan stevig vast zodat het niet valt en letsel
veroorzaakt.
4. In- en uitschakelen (Zie afb. J)
ATTENTIE: Controleer het accupack voordat u
uw draadloze gereedschap gaat gebruiken.
Gebruik alleen het accupack dat in het
hoofdstuk Accessoires figureert.
Als u de machine wilt inschakelen, drukt u op de
inschakelblokkering (15), vervolgens drukt u de aan/
uitschakelaar (2) helemaal in en houdt u de schakelaar in
Draadloze kettingzaag
deze stand vast. De inschakelblokkering kunt u nu loslaten.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de aan/ uit-
schakelaar los.
5. WERKZAAMHEDEN
BELANGRIJK: Is de olietank gevuld? Controleer
de oliepeilaanduiding (14) voor de
werkzaamheden en regelmatig tijdens de
werkzaamheden (Zie afb. K1). Vul olie bij wanneer het
oliepeil de onderkant van het peilglas bereikt heeft.
De vulling is voldoende voor ca. 12 minuten,
afhankelijk van de pauzes en de intensiteit van de
werkzaamheden.
Controleer de kettingspanning tijdens het zagen elke
10 minuten.
1) Installeer de batterijdoos in de machine.
2) Controleer of het deel van de boomstam niet op de
grond ligt. Dit verhindert dat de ketting (7) de grond
raakt wanneer door de stam wordt gezaagd.
Als de grond wordt geraakt terwijl de ketting beweegt,
kan dit gevaar opleveren en wordt de ketting bot.
3) Houd de zaag met beide handen stevig vast. Neem het
voorste handvat (4) in de linkerhand en het achterste
handvat (1) in de rechterhand. Gebruik een stevige
greep. Omsluit de grepen altijd met duim en vingers.
(Zie afb. K2).
4) Zorg dat u een stabiele positie aanneemt. Zet de
voeten op schouderbreedte uit elkaar. Verdeel uw
gewicht gelijkmatig over beide voeten.
5) Wanneer u klaar bent om te zagen, duwt u de
ontgrendelingsknop (15) volledig naar binnen met de
rechterduim en drukt u de starter samen. Hierdoor
wordt de zaag ingeschakeld. Als u de starter loslaat,
wordt de zaag uitgeschakeld. Controleer of de zaag op
volle snelheid werkt voordat u het zagen start.
6) Wanneer u begint te zagen, plaatst u de bewegende
ketting langzaam tegen het hout. Het hout moet zo
dicht mogelijk bij de zaag zijn. Houd de zaag stevig op
zijn plaats om mogelijk stuiteren of glijden (zijdelingse
beweging) van de zaag te voorkomen.
7) Geleid de zaag met lichte druk en oefen geen
overmatige kracht uit op de zaag, laat de zaag het werk
doen. De motor wordt overbelast en kan doorbranden.
Hierdoor doet de zaag zijn werk beter en veiliger aan de
snelheid waarvoor deze was bedoeld.
8) Verwijder de zaag uit een inkeping terwijl de zaag
op volle snelheid werkt. Stop de zaag door de aan/
uit-schakelaar (2) los te laten. Controleer of de zaag is
gestopt voordat u de zaag neerzet.
9) Blijf op een veilige plaats oefenen, totdat u vertrouwd
bentmet de zaag, gebruik een vloeiende beweging en
een constante zaagsnelheid.
Apparaten voor de terugslagveiligheid op deze zaag
Deze zaag heeft een ketting met een lage terugslag en
een kettinggeleider met verminderde terugslag. Beide
items verminderen de kans op terugslag. Er kan echter nog
steeds wat terugslag optreden met deze zaag.
Ter voorkoming van zaagterugslag.
•
Houd de zak met beide handen vast terwijl hij loopt.
Gebruik een stevige greep. Omsluit de grepen altijd
met duim en vingers.
•
Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen aanwezig
113
NL