Descargar Imprimir esta página

Starten; Het Werken; Rijden En Verplaatsingen; Het Gras Maaien - ST AM 98 Li 48 V1 Manual De Instrucciones

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 150
7.4

STARTEN

Om de machine te stoppen, dient men:
1. Controleer of beide transmissies ingeschakeld zijn
(par. 6.3).
2. Op de bestuurdersstoel gaan zitten.
3. Steek de contactsleutel goed in (Afb. 8.A).
4. Wacht tot de elektrische controle van de machine
is uitgevoerd, waarbij de pictogrammen op het
knoppenbord oplichten.
5. Druk op de inschakelknop (Afb. 9.A).
6. Wacht tot het pictogram "Gereed" (Afb. 9.M)
continu brandt.
OPMERKING
Aan het einde van de elektrische controle gaan de
koplampen even branden.
7.5

HET WERKEN

7.5.1

Rijden en verplaatsingen

Tijdens het vervoer:
1. de snij-inrichtingen uitschakelen (par. 6.5);
2. de snijgroep in de hoogste stand (stand «8»)
zetten;
3. bedien de tractiemanipulator door deze zodanig te
richting dat de machine in de gewenste rijrichting
beweegt en de gewenste snelheid bereikt;
4. rijd naar het werkgebied.
GEVAAR
De inschakeling van de tractie moet gebeuren volgens
de beschreven werkwijzen (par. 6.3) om te beletten
dat de machine, door een te bruuske start, begint te
steigeren en u de macht over het stuur kwijtraakt, in
het bijzonder op hellingen.
7.5.2
Achteruitversnelling
OPMERKING
Het inschakelen van de achteruitversnelling dient
uitgevoerd te worden als de machine stilstaat.
Door de achteruitversnelling in te schakelen,
worden alle verschillende voortgangsmodi tijdelijk
gedeactiveerd, die worden hersteld door de
manipulatorhendel van achteren naar voren te
bewegen.
7.5.3

Het gras maaien

1. Zet de snijgroep in de werkstand (par. 6.5).
2. De snij-inrichtingen inschakelen (par. 6.5), enkel
op het grasveld, vermijd de snij-inrichtingen in te
schakelen op grond met grind of te hoog gras.
3. Begin heel langzaam en voorzichtig te rijden en te
maaien op de grasgrond.
4. Pas de rijsnelheid, de snelheid van de messen
(indien aanwezig) en de maaihoogte aan
(par. 6.4) aan de condities van het gazon (hoogte,
dichtheid en vochtigheid van het gras) en aan de
hoeveelheid gemaaid gras.
VERWITTIGING
Wanneer het laadniveau onder de 10%-drempel zakt,
begint de eerste batterij-LED (Afb. 9.B) te knipperen.
Als het laadniveau onder de 4% komt, knippert de
LED sneller, worden de snij-inrichtingen uitgeschakeld
en moet de accu opnieuw worden ingevoerd en
opgeladen.
OPMERKING
Het gazon zal er beter uitzien als het steeds op
dezelfde hoogte en afwisselend in de twee richtingen
gemaaid wordt (Afb. 14.A.B).
Schakel de snij-inrichtingen uit en breng de snijgroep
naar de hoogste stand:
• Tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
• Bij het oversteken van oppervlaktes zonder gras
• Elke keer wanneer men een hindernis moet
overkomen.
7.5.4
Tips om altijd een mooi gazon te hebben
• Voor een mooi, groen en zacht gazon is het nodig
dat het gras regelmatig gemaaid wordt. Het
gazon kan van verschillende soorten gras zijn. Bij
regelmatige maaibeurten, groeit het gras sneller,
waardoor meer wortelgroei ontstaat en een mooi
dicht gazon bekomen wordt; indien minder vaak
gemaaid wordt, wordt ook de groei van hoog en wild
gras bevorderd (klaver, margrieten, enz.).
• Het is beter het gras te maaien als het gazon goed
droog is.
• De snij-inrichtingen dienen geen gebreken te
vertonen en goed scherp te zijn, zodat het gras op
de juiste manier wordt afgesneden zonder uitgerukt
te worden. Dit kan namelijk tot vergeling van de
punten leiden.
• De maaifrequentie wordt bepaald aan de hand
van de groei van het gras, waarbij vermeden moet
worden dat het gras te hoog wordt.
• In de warmste en droogste tijden van het jaar is het
beter om het gras iets hoger te laten worden zodat
het gazon niet uitdroogt.
• De optimale hoogte van het gras van een goed
verzorgd gazon bedraagt ongeveer 4-5 cm en met
een enkele maaibeurt wordt het best niet meer dan
NL - 16

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Am 108 li 48 v2