INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Het apparaat is zwaar. Altijd hanteren met ten minste twee personen.
Vóór het eerste gebruik
➢
➢
➢
➢
➢
➢
Omgevingsomstandigheden
➢
➢
➢
Installeer van dit product in een positie waarin de omgevingstemperatuur niet lager of hoger is dan de
bedrijfstemperatuur; in dat geval werkt het apparaat niet goed.
Subnormaal (SN): Dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperatuur
•
variërend van 10°C tot 32°C.
Normaal (N): "Dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur
•
van 16 °C tot 32 °C".
Subtropisch (ST): "Dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij een
•
omgevingstemperatuur van 16 °C tot 38 °C".
Tropisch (T): "Dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur
•
van 16 °C tot 43 °C".
Het apparaat waterpas zetten
Het apparaat moet op een vlakke en vaste ondergrond worden
geplaatst.
1.
Kantel het apparaat iets naar achteren.
2.
Draai de pootjes rechtsom om de koelkast hoger te zetten.
3.
Draai de pootjes linksom om de koelkast lager te zetten.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal.
Reinig het apparaat met water en een mild reinigingsmiddel en droog het
met een zachte doek.
Controleer of de voeding, het stopcontact en de zekeringen geschikt zijn
volgens het typeplaatje.
Controleer of het stopcontact geaard is en er geen stekkerdoos of verlengsnoer
aanwezig is.
Controleer of de stekker na het plaatsen van het apparaat bereikbaar is.
Koelkast en vriezer worden automatisch ingesteld op respectievelijk 4 °C
en -18 °C. Dit zijn de aanbevolen instellingen. Als u wilt, kunt u deze
temperatuur handmatig veranderen. Zie 'De temperatuur aanpassen'.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in een droge ruimte die goed
geventileerd is.
Installeer het apparaat niet in de buurt van andere warmtebronnen (ovens,
koelkasten) zonder isolatie of waar het is blootgesteld aan direct zonlicht.
Als dit apparaat zich in een koude omgeving bevindt (zoals een
schuur, bijgebouw of garage), dan beïnvloedt dit de prestatie en kan
het voedsel beschadigen.
336
336