NL
5 MONTAGE
WAARSCHUWING! Gevaren door onvol-
ledige montage! De werking van een onvolledig
apparaat kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig
gemonteerd is!
■
Plaats de accu pas in het apparaat als het
volledig gemonteerd is!
■
Controleer voor het inschakelen of alle be-
schermings- en beschermingsvoorzieningen
aanwezig zijn en functioneren!
5.1
Motorkop en basisapparaat in elkaar
steken/scheiden (02)
Motorkop en basisapparaat in elkaar steken
1. Koppeling (02/1) en contrastuk van de kop-
peling (02/2) zo op elkaar uitlijnen dat de
driehoeken (02/3) tegenover elkaar staan.
2. Koppeling en contrastuk van de koppeling tot
aan de aanslag in elkaar schuiven (02/a).
3. Greepstuk (02/4) tot aan de aanslag over het
contrastuk van de koppeling schuiven (02/b).
4. Greepstuk tot aan de aanslag in de richting
van het gesloten hangslot draaien (02/c).
Motorkop en basisapparaat van elkaar
scheiden
1. Greepstuk in de richting van het geopende
hangslot tot aan het einde draaien en dan
omhoog schuiven.
2. Koppeling en contrastuk van de koppeling uit
elkaar trekken.
6 INGEBRUIKNAME
6.1
Accu laden
Neem het temperatuurbereik voor het opladen in
acht, zie de technische gegevens.
OPMERKING Neem voor gedetailleerde in-
formatie de aparte gebruikshandleidingen van de
accu en de oplader in acht:
■
Gebruikshandleiding 443130: Accu´s
■
Gebruikshandleiding 443131: Opladers
36
6.2
Accu plaatsen en verwijderen (03)
LET OP! Beschadigingsgevaar van de accu.
Als de accu na gebruik in het apparaat blijft zitten
kan dit een beschadiging van de accu veroorza-
ken.
■
Trek de accu direct na gebruik uit het appa-
raat en bewaar hem beschermd tegen vorst.
■
Plaats de accu pas weer voor het begin van
de werking.
Accu plaatsen
1. Accu (03/1) van onderen in de bovenste
handgreep schuiven tot hij vastklikt (03/a).
Accu verwijderen
1. Ontgrendelingsknop (03/2) op de accu in-
drukken en vasthouden.
2. Accu uittrekken (03/b).
7 BEDIENING
WAARSCHUWING! Gevaren door onvol-
ledige montage! De werking van een onvolledig
apparaat kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig
gemonteerd is!
■
Plaats de accu pas in het apparaat als het
volledig gemonteerd is!
■
Controleer voor het inschakelen of alle be-
schermings- en beschermingsvoorzieningen
aanwezig zijn en functioneren!
7.1
Apparaat in- en uitschakelen (04, 05)
1. Ga stabiel staan.
2. Houd het apparaat altijd met beide handen
vast:
■
met één hand aan de bovenste hand-
greep (04/1),
■
met de andere hand aan de "Loop"-hand-
greep (04/2).
3. Druk de veiligheidsknop (05/1) in.
4. Druk de Aan/Uit-schakelaar (05/2) in en houd
deze vast. Het apparaat is ingeschakeld.
Laat de veiligheidsknop los.
5. Als de Aan/Uit-schakelaar wordt losgelaten,
schakelt het apparaat uit.
7.2
Acculaadconditie controleren
De laadtoestandsweergave (01/3) bevindt zich op
de bovenste handgreep.
Montage