2.4
Transport
2.4.1 Transport in een voertuig, als bagage
WAARSCHUWING
Gebruik de rolstoel NIET als zit in een voertuig, zie het symbool.
Zorg ervoor dat de rolstoel voldoende vastgemaakt is, om verwonding van de
inzittenden tijdens aanrijding of plots remmen te voorkomen.
Gebruik voor het vastmaken van de rolstoel en de passagiers NOOIT dezelfde gordel.
1. Verwijder de voetsteunen, armsteunen en accessoires.
2. Berg de voetsteunen, armsteunen en accessoires veilig op.
3. Indien mogelijk, vouw de rolstoel op en verwijder de achterwielen.
4. Plaats de rolstoel in de bagageruimte.
5. Indien de rolstoel en de passagiersruimte NIET gescheiden zijn, sjor het frame van de rolstoel
goed vast aan het voertuig. U kunt hiervoor gebruik maken van de veiligheidsgordels die in het
voertuig voorhanden zijn.
2.5
Opvouwen/Ontvouwen
VOORZICHTIG
Houd uw vingers weg van de bewegende onderdelen van de rolstoel.
2.5.1 De rolstoel ontvouwen
1. Ga aan de achterzijde van de rolstoel staan.
2. Gebruik de handgrepen om de rolstoel zo ver mogelijk te openen.
3. Ga aan de voorzijde van de rolstoel staan.
4. Duw beide buizen waaraan de zit bevestigd is verder naar beneden.
5. Monteer de duwstang (zie §3.5).
2.5.2 De rolstoel opvouwen
1. Verwijder de duwstang (zie §3.5).
2. Klap de voetplaten omhoog, of verwijder de voetsteunen (zie § 3.1).
3. Neem de zit aan de voor- en achterzijde vast en trek deze naar boven.
2.5.3 De achterwielen monteren
1. Neem het achterwiel en druk naafknop in.
2. Houd de naafknop ingedrukt en plaats het achterwiel in de asbus
tot deze niet meer verder kan.
3. Laat de naafknop los.
4. Kijk na of het wiel goed vastzit.
2.5.4 De achterwielen demonteren
1. Zorg ervoor dat de remmen afstaan.
2. Neem de rolstoel vast aan het frame aan de zijde waar u het
wiel wil afnemen.
3. Druk op de knop in het midden van de naaf van het wiel.
4. Trek het wiel van het frame weg.
Type aanduiding
Gevaar voor letsel
Gevaar voor letsel
5
V300 XL
2022-07
Voor gebruik
NL
1