HANDLEIDING
Batterijwissel
Verwijder de testsondes van eventuele meetpunten wanneer het
batterijcompartiment geopend is. Als de continuïteitstest niet meer kan worden
uitgevoerd met beide testpennen aangesloten, zijn de batterijen leeg. De LED
met batterijsymbool geeft het lage batterijvermogen aan.
Als het apparaat niet meer naar behoren werkt, moet de batterij worden vervangen.
1. Koppel het apparaat los van het meetcircuit.
2. Open de behuizing door de schroeven te verwijderen.
3. Plaats twee nieuwe AAA-batterijen, let op de polariteit en sluit de behuizing.
Denk hierbij ook aan ons milieu. Gooi gebruikte batterijen niet bij het normale huisvuil,
maar lever ze in bij speciale afvalinzamelpunten of speciale afvalinzamelingspunten.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, moet de batterij worden verwijderd.
Als het apparaat is verontreinigd door lekkende batterijen, moet het naar de fabriek
worden gestuurd voor reiniging en controle.
40