INBEDRIJFSTELLING
11.1 PROCEDURE VOOR PROEFDRAAIEN MET DE AFSTANDSBEDIENING
Schakel de voedingsbron voor de binnen- en buitenunits IN.
Stel de modus PROEFDRAAIEN in met de afstandsbediening.
Houd tegelijkertijd de knoppen "MODE" en "
meer dan 3 seconden in.
a.
Als de tekst "TEST RUN" en het aantal units dat is
aangesloten op de afstandsbediening (bijvoorbeeld
05
worden aangegeven op de afstandsbediening,
"
")
is de kabel van de afstandsbediening correct
aangesloten.→Ga naar
b.
Als er niets wordt weergegeven of als het aantal units dat
wordt aangegeven minder is dan het werkelijke aantal
units, klopt er iets niet. →Ga naar
Weergave op
afstandsbediening
De voedingsbron van de buitenunit is niet
ingeschakeld.
De kabel van de afstandsbediening is niet
Geen
goed aangesloten.
De aansluitingsdraden van het netsnoer
zijn niet goed of zitten los.
De voedingsbron van de buitenunit is niet
ingeschakeld.
De bedieningskabel tussen de binnenunit
en de buitenunit is niet aangesloten.
Aantal aangesloten
units is niet correct.
De verbinding van de besturingskabels
tussen de binnenunits is niet juist
(wanneer één afstandsbediening wordt
gebruikt voor het besturen van meerdere
units).
Terug naar
na controle
Selecteer TEST RUNNING MODE door op de schakelaar "MODE" (COOL of HEAT) te drukken.
Druk op de knop RUN/STOP.
a.
De actie "PROEFDRAAIEN" wordt gestart (de OFF-TIMER van 2 uur wordt ingesteld en het proefdraaien wordt beëindigd nadat de
unit twee uur in bedrijf is geweest, of wanneer u nogmaals op de knop RUN/STOP drukt).
?
O P M E R K I N G
•
Tijdens het proefdraaien wordt geen rekening gehouden met de temperatuurlimiet en de omgevingstemperatuur tijdens het
verwarmen, zodat de procedure ononderbroken kan worden afgewerkt; de beveiligingen blijven echter intact. Daarom kan de
beveiliging in werking worden gezet tijdens het proefdraaien van de verwarming in een hoge omgevingstemperatuur.
•
De tijd van het proefdraaien kan worden gewijzigd/verhoogd door op de tijdschakelaar van de afstandsbediening te drukken.
a.
Als de unit niet wordt gestart of het aan/uit-lampje op de afstandsbediening knippert, klopt er iets niet. →Ga naar
142
PMML0394B rev.0 - 11/2015
OK" gedurende
Mogelijke fouten
Bedrijfslampje
Controlepunten nadat de voeding UIT is
1
Aansluitingspunten van de aansluitklemplaat van de afstandsbediening
en van de binnenunit.
2
Contact van de klemmen van de kabel voor de afstandsbediening.
3
Aansluitingsvolgorde van elke aansluitklemplaat.
4
Schroefbevestiging van elke aansluitklemplaat.
5
Instelling van DIP-switch op printplaat.
6
Aansluiting op de PCB.
7
Dit is gelijk aan items
1, 2 en 3.
Aantal
aangesloten
05
units