nEDERlanDs
Dit gereedschap is niet geïsoleerd tegen elektrische
•
schokken, contact met een draad onder spanning zal
blootgestelde metalen onderdelen onder spanning
zetten
Schakel altijd de luchttoevoer uit en koppel de
•
luchtslang los voordat u een accessoire plaatst,
verwijdert of afstelt, of voor de uit u onderhoud aan dit
gereedschap uitvoert.
Voorkom onbedoeld opstarten. Verzeker dat de aan/
•
uit-schakelaar uit staat vóór het aankoppelen van
de luchttoevoer.
Gebruik dit gereedschap, voor de veiligheid,
•
topprestaties en maximale levensduur van onderdelen,
bij een luchtdruk van maximaal 90 psig (6,2 bar /
620 kPa) aan de inlaat, met een luchttoevoerslang met
een binnendiameter van 3/8" (10 mm). Een voldoende
luchttoevoervolume is vereist voor het volledige vermogen.
Belemmeringen in de toevoer en het volume zullen een lagere
luchtdruk veroorzaken wanneer de aan/uit-schakelaar
geactiveerd wordt, met minder vermogen als gevolg.
Gebruik geen beschadigde, gerafelde of versleten
•
luchtslangen en aansluitingen.
Smeer gereedschap niet met brandbare of
•
vluchtige vloeistoffen, zoals kerosine, dieselolie
of vliegtuigbrandstof.
Zorg ervoor dat de bedienings-/veiligheidsinstructies
•
van de fabrikant van het gereedschap en
waarschuwingen en labels beschikbaar zijn
voor alle gebruikers van het gereedschap.
Gebruik het gereedschap niet bij ontbrekende
waarschuwingslabel(s) en vervangen
beschadigde labels.
De aandrijving, aansluiting of aandrijfverlenging
•
nooit vasthouden.
•
Dit gereedschap nooit aanpassen of gebruiken voor een
andere toepassing dan waar het voor is bedoeld.
Onderhoud aan het gereedschap moet door
•
gekwalificeerd onderhoudspersoneel worden
uitgevoerd. Gebruik bij het onderhouden alleen door
Mac Tools goedgekeurde, identieke vervangonderdelen.
Gebruik alleen smeermiddelen die door MAC Tools worden
aanbevolen
Gebruik dit gereedschap niet op hoogtes boven 2 m (6
•
voet)
Bepaald stof dat ontstaat bij elektrisch schuren,
•
zagen, slijpen, boren en andere bouwactiviteiten
bevat chemicaliën waarvan bekend is dat zij kanker,
lichaamsgebreken bij de geboorte en andere schade aan
het voortplantingssysteem kan veroorzaken.
Gebruik het gereedschap niet als het niet met de
•
schakelaar aan- of uitgezet kan worden
Accessoires en gereedschappen worden heet tijdens
•
gebruik. Draag handschoenen wanneer u ze aanraakt
44
Controleer vóór het gebruik de aambeelden en de
•
clipringen. Ontbrekende of beschadigde onderdelen moeten
worden vervangen vóór gebruik
Aanvullende veiligheidsinstructies voor
pneumatisch gereedschap
Perslucht kan ernstig letsel veroorzaken.
•
Sluit altijd de luchttoevoer af en koppel het gereedschap
•
los van de luchttoevoer wanneer u het niet gebruikt.
Koppel het gereedschap altijd los van de luchttoevoer
•
voordat u accessoires verwisselt, aanpassing en/of
reparaties uitvoert, of als u het gereedschap naar een
ander werkgebied verplaatst.
Houd uw vingers weg bij de aan/uit-schakelaar wanneer
•
u dit gereedschap niet bedient en wanneer u het van
de ene gebruikspositie naar de andere verplaatst. Richt
perslucht nooit op uzelf of iemand anders.
Een slang die wordt weggeslingerd, kan ernstig
•
letsel veroorzaken. Controleer het gereedschap altijd op
beschadigde of losse slangen of aansluitingen.
Draag pneumatisch gereedschap nooit aan de slang.
•
Sleep pneumatisch gereedschap nooit aan de slang.
•
Gebruik tijdens het werken met pneumatisch
•
gereedschap nooit druk die hoger is dan de aangegeven
maximale werkdruk PSI max (max. PSI, bar of kPa).
Pneumatisch gereedschap mag alleen worden
•
aangedreven door de minimale druk die nodig is voor
het uitvoeren van de werkzaamheden, dit verlaagt
geluidsoverlast, trillingen en minimaliseert slijtage.
Het gebruik van zuurstof of ontvlambare gassen om
•
pneumatisch gereedschap te bedienen creëert brand-
en explosiegevaar.
Gebruik nooit zuurstof of brandbare gassen voor het
•
aandrijven van pneumatisch gereedschap. Deze gassen
kunnen een brand- en explosiegevaar veroorzaken.
Ga voorzichtig te werk wanneer u met pneumatisch
•
gereedschap werkt, het gereedschap kan koud worden,
wat gevolgen heeft voor de grip en de bediening.
Handschoenen kunnen in de draaiende aandrijving
•
verstrengeld raken, met afgerukte of gebroken vingers
als gevolg.
Met rubber beklede of met metaal versterkte
•
handschoenen kunnen gemakkelijk in draaiende
aandrijfaansluitingen of aandrijfverlengstukken
verstrengeld raken.
Houd het gereedschap op juiste wijze vast; wees
•
voorbereid op normale of plotselinge bewegingen en
houd beide handen vrij.
Blijf goed in evenwicht en stevig op beide voeten staan.
•
Niet gebruiken in besloten ruimtes en let op het pletten
•
van handen tussen gereedschap en werkstuk, in het
bijzonder bij losschroeven.
Gebruik uitsluitend accessoires die door MAC Tools
•
worden aanbevolen.