• Klant de snelverstelling (15a) weer omlaag om de
bankschroef (16) weer te fixeren.
• Voer aansluitend de fijnafstelling met de handgreep
van de bankschroef (15) uit.
9.3 TRANSPORTBEVEILIGING, afb. 5
• Trek de borgpen (21) er uit om de lintzaag omhoog
te kunnen zwenken.
• Zwenk de lintzaag omlaag en druk de borgpen (21)
in.
• Nu kunt u de lintzaag met de zaagtafel eenvoudiger
transporteren.
9.4 Snijhoek instellen (verstekhoek), afb. 5
• Draai de snijhoekverstelling (18) door deze linksom
te draaien.
• Stel de gewenste snijhoek in met behulp van het
aangegeven aantal graden.
• Draai de snijhoekverstelling (18) rechtsom vast.
9.5 Werkstukaanslag instellen, afb. 1
m Koppel om wille van veiligheidsredenen het elek-
trasnoer los van de stroomvoorziening.
• Bij normaal gebruik moet de werkstukaanslag (4) in
de onderste positie zijn gefixeerd.
• Als de werkstukaanslag (4) tijdens het zagen hinder-
lijk is, kunt u de werkstukaanslag-schroef (5) losdraai-
en. Gebruik hiertoe de meegeleverde inbussleutel
(6). Zo kunt u de werkstukaanslag (4) om hoog ver-
schuiven. Fixeer de werkstukaanslag (4) aansluitend
weer met de werkstukaanslag-schroef (5).
9.6 Zaagband verwisselen, afb. 1, 2, 3
m WAARSCHUWING!
Draag veiligheidshandschoenen om letsel te voorko-
men.
• Draai de zaagband-spanhendel (8) linksom los.
• Draai de beide borgschroeven (12) los met de mee-
geleverde inbussleutel (6).
• Schuif de beide veiligheidsafdekkingen (11) er uit.
• Neem de zaagband (7) voorzichtig weg. Begin nu
aan de geleiderollen (14) (zie afb. 3).
• Controleer de geleiderollen (14) en verwijder even-
tuele grote spaanders. Vastzittende spaanders kun-
nen het draaien van de geleiderollen (14) belemme-
ren, waardoor ze worden afgevlakt.
• De rubberwielen (13) moeten bij het wisselen van
de zaagband worden gecontroleerd op loszitten of
beschadiging. Veeg de spaanders van de rubber-
wielen (13) af.
66 | NL
• Positioneer de zaagband (7) dusdanig dat de tanden
zich op de grond bevinden en in de richting van de
werkstukaanslag (4) zijn gekanteld.
• Schuif de zaagband (7) in de geleiderollen (14). Let
op dat de geleiderollen (14) volledig in de zaagband
(7) grijpen.
• Houd de zaagband (7) in de geleiderollen (14) vast
en leg deze rondom de beide rubberwielen (13).
m AANWIJZING!
Let op dat de pijlrichting op de zaagband (7) (voor zo-
ver aanwezig) overeenkomt met de pijlrichting op de
rubberwielen (13).
• Trek de zaagband-spanhendel (8) weer linksom
vast.
• MONTEER WEER DE BEIDE VEILIGHEIDSAF-
DEKKINGEN (11).
m WAARSCHUWING!
• Gebruik het apparaat alleen met veiligheidsafdek-
kingen (11)!
• Schakel de metaallintzaag een paar keer in en uit
om te controleren of de zaagband goed op zijn
plaats zit.
• Houd uw lichaam tijdens deze controle uit de buurt
van de lintzaag.
10. In gebruik nemen
m Let op!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
10.1 Apparaat in- en uitschakelen
VOORZICHTIG:
Controleer voor het aansluiten van de machine op het
stroomnet altijd of de aan/uit-schakelaar (3) conform
de voorschriften functioneren.
Inschakelen:
Houd de aan/uit-schakelaar (3) ingedrukt.
Uitschakelen:
Laat de aan/uit-schakelaar (3) los.
Let op: De zaagband loopt na, nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
www.scheppach.com