Descargar Imprimir esta página

Reglementair Voorgeschreven Gebruik - Elektrotechnik Schabus GX-A1 Instrucciones De Uso

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 33

3. REGLEMENTAIR VOORGESCHREVEN GEBRUIK

Het GAS ALARM GX-A1 is een gasmelder voor verschillende gassen en waarschuwt reeds
bij een gasconcentratie, die ver onder de levensbedreigende waarde ligt. Dit monitoringsy-
steem is daarom in overeenstemming met het gebruiksdoeleinde zeer gevoelig ingesteld.
Voor ieder gastype moet een geschikte sensor gebruikt worden (gegevens over inwerking-
stelling en minimumconcentratie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de sensor).
Een LCD-display informeert u voortdurend over de actuele gasconcentratie. Het alarmsi-
gnaal volgt akoestisch en optisch. Gelijktijdig wordt een potentiaalvrij relais geschakeld om
bijvoorbeeld met een magneetafsluitventiel de gastoevoer te vergrendelen, zodat er aan een
eventueel lek in de gasleiding of in de CV-ketel niet nog meer gas kan vrijkomen. Het appa-
raat mag niet in explosiegevaarlijke ruimten gebruikt worden. Voor een andere toepassing,
die hierboven niet beschreven is, is het apparaat niet toegestaan.
4. MONTAGEHANDLEIDING
De montage dient door een gekwalificeerde, vakkundige persoon te
gebeuren. Neem de vijf standaard veiligheidsregels in acht!
Het GAS ALARM GX-A1 en de sensor mogen uitsluitend in droge binnenru-
imten geïnstalleerd en moeten afhankelijk van het gastype correct geplaatst
worden opdat een foutloze werking van het waarschuwingsapparaat ge-
waarborgd is.
4.1 Wandmontage GX-A1
Voor de wandmontage moeten er vier schroeven aan de behuizing losgedraaid worden.
Vervolgens wordt de frontplaat weggenomen en indien nodig wordt ook de lintkabel via de
stekker losgekoppeld. De onderste schaal van de behuizing kan nu aan een wand gemon-
teerd worden.
Belangrijk! De aansluitkabels, die naar de gasmelder leiden, moeten vast als
opbouwleidingen geïnstalleerd worden.
4.2 Sensormontage
Afhankelijk van het type van de aangesloten sensor detecteert het apparaat verschillende
gassen, bijvoorbeeld stads- en aardgas (methaan/butaan), koolmonoxide en rook of edel-
gassen. Voor ieder sensortype is een voorgeschreven montagehoogte noodzakelijk omdat
gassen uiteenlopende eigenschappen hebben.
Let onvoorwaardelijk op de voorgeschreven montagehoogte! Gelieve de ge-
bruiksaanwijzing van de sensor, die u wenst te gebruiken, te lezen en daaruit
ook de vooropgestelde montagehoogte af te leiden!
22

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

200892