ven. Mogelijke storingen aan uw apparaat verhelpen we
binnen de garantieperiode gratis, voor zover een mate-
riaal- of fabricagefout de oorzaak is. Als u gebruik wilt
maken van de garantie, neemt u met uw aankoopbon
contact op met uw distributeur of de dichtstbijzijnde ge-
autoriseerde klantenservice.
(adres zie achterzijde)
Beschrijving apparaat
Afbeeldingen, zie pagina met grafieken.
Afbeelding A
Bedieningsknop Apparaat Aan/Uit
1
Bedieningsknop Functievergrendeling
2
Display PM 2.5 Luchtkwaliteitsindex
3
Bedieningsknop Display uitschakelen
4
Display Ventilatorstand
5
Bedieningsknop Automodus Aan/Uit
6
Bedieningsknop Ventilatorstand
7
Bedieningsknop Slaapstand Aan/Uit
8
Display Timer
9
Bedieningsknop Timer
10
Display Levensduur filter
11
Bedieningsknop Filterreset
12
Display- en apparaatweergave luchtkwaliteit
13
Vergrendeling filterafdekking
14
Filterafdekking
15
Filterlus
16
Filter
17
Aansluiting netvoeding
18
Apparaatsensor
19
Netadapter
20
Instructie
De functie-instellingen zijn alleen mogelijk via de bedie-
ningsknoppen en niet via de displays.
Filter plaatsen
Vóór de eerste inbedrijfstelling moeten de reeds in het
apparaat geplaatste fijnfilters worden uitgepakt.
1. Draai het apparaat om en draai de vergrendeling
van de filterafdekking 45 graden naar rechts.
Afbeelding B
2. Verwijder de filterafdekking.
Afbeelding C
3. Verwijder de verpakte filters.
Afbeelding D
4. Pak de filters uit.
Afbeelding E
5. Plaats de uitgepakte filters. Zorg ervoor dat de lipjes
zichtbaar zijn en naar binnen wijzen.
Afbeelding F
6. Plaats de filterafdekking en draai de vergrendeling
45 graden naar links. Draai het apparaat om met
het display naar boven gericht.
Afbeelding G
22
7. Het apparaat op een vlakke ondergrond neerzetten.
Zorg ervoor dat aan elke kant een afstand van 30
cm wordt aangehouden.
Afbeelding H
Instructie
Plaats het apparaat niet op hete oppervlakken of in de
buurt van de verwarming.
Laat geen vloeistoffen of vreemde materialen (bijv. me-
talen voorwerpen) in het apparaat terechtkomen.
8. Steek de stekker van de netvoeding in het apparaat
en de netstekker in het stopcontact.
Afbeelding I
Het apparaat is bedrijfsgereed
Instructie
We raden u aan om het apparaat bij de eerste keer 's
nachts te laten doordraaien en hierdoor een basisreini-
ging van uw kamer te verkrijgen.
Instructie
De tabel met de uren van de displaysymbolen voor de
levensduur van het filter, zie Filter vervangenhoofdstuk
Filter vervangen.
Apparaat in-/uitschakelen
1. Schakel het apparaat als volgt in: druk de aan-uit-
toets van het apparaat in.
Afbeelding I
Het apparaat start automatisch.
Instructie
Na het inschakelen lichten de lampjes en toetsen op het
bedieningsveld kort op. De geïntegreerde luchtkwali-
teitssensor meet automatisch de luchtkwaliteit in de
ruimte.
2. Indien gewenst, kunnen bijvoorbeeld de volgende
functies via de bedieningsknoppen worden inge-
steld:
Ventilatorstand
Automodus
Slaapstand
Timer
3. Schakel het apparaat als volgt uit: druk de aan-uit-
schakelaar van het apparaat in.
De lampjes en toetsen op het bedieningsveld gaan
uit. Het apparaat is uitgeschakeld.
In de automodus stelt de luchtreiniger de juiste ventila-
tiestand in, afhankelijk van de luchtkwaliteit.
Als de luchtkwaliteit bijvoorbeeld slecht is, wordt de ven-
tilatorstand automatisch verhoogd.
Symbool bedieningsknop voor de automodus:
Druk op de bedieningsknop voor de automodus. De
automodus wordt in- of uitgeschakeld.
In de slaapstand draait de ventilator op de laagste snel-
heid en is dus zeer stil. Alle lampsymbolen zijn uit.
● Druk op de bedieningsknop voor de slaapstand. De
slaapstand wordt in- of uitgeschakeld.
Symbool bedieningsknop voor de slaapstand:
Nederlands
Bediening
Automodus instellen
Slaapstand instellen