9.6 Parallelaanslag (7) monteren (afb. 2, 13-14)
1. Bevestig de houder (16) met behulp van de vastzetschroe-
ven (15) en klemplaat (15a) op de tafel.
2. Houd er rekening mee dat de houder (16) parallel ten op-
zichte van het zaagblad (5) is uitgelijnd. Eventueel bijstel-
len met behulp van de schaalverdeling (38).
3. Bevestig de aanslagrail (17) met behulp van de schroeven
(16a) op de houder (16). Zorg voor het gebruik van de
aanslagrails (17) voor dunne en dikke werkstukken (zie
10.4).
9.7 Dwarsaanslag monteren (afb. 15)
Als alternatief op parallelaanslag (7) kan de dwarsaanslag (2)
worden gemonteerd:
1. Schuif de dwarsaanslag (2) in de groef (40) van de zaag-
tafel (1).
2. Draai de draaigreep (19) los.
3. Draai de dwarsaanslag (2) tot de pijl naar de gewenste
hoek wijst.
4. Zet de draaigreep (19) weer vast.
5. Bevestig de aanslagrail (17) met behulp van de kartel-
schroeven (18) op de dwarsaanslag (2). Zorg voor het
gebruik van de aanslagrails (17) voor dunne en dikke
werkstukken (zie 10.4)
9.8 Spanenafzuiging (afb. 16)
LET OP:
Gebruik het apparaat alleen met afzuiging.
Sluit een geschikte spanenafzuiginstallatie (niet bij de levering
inbegrepen) aan op de afzuigmof (36).
Een huishoudstofzuiger is niet geschikt als spanenafzuiginstallatie.
LET OP:
Controleer en reinig regelmatig de afzuigkanalen.
AANWIJZING:
Om beide afzuigmoffen (36 en 4c) gelijktijdig te gebruiken,
gebruikt u de accessoire afzuigslang met T-adapter.
Artikelnummer: 7901301701 (niet bij de levering inbegrepen)
9.9 Stabiele bevestiging (afb. 17)
De machine moet stabiel worden opgesteld, dit betekent op
een werkbank, een onderstel of soortgelijk worden vastge-
schroefd, zoals in afb. 17 weergegeven.
• Bevestig de beide hoeken voor de werkbankmontage (42)
aan de voorzijde van de machine. Gebruik hiervoor de
schroeven (43) en de onderlegringen (44).
• Schroef met de houtschroeven (45) de machine op een
werkbank.
10. Bediening
10.1 Schakelaar (afb. 1)
10.1.1 Aan/uit-schakelaar (11)
• Door op de groene toets "I" te drukken, kan de zaag wor-
den ingeschakeld. Voordat u met zagen begint, wacht u tot
het zaagblad het maximale toerental heeft bereikt.
58
NL/BE
• Om de zaag weer uit te schakelen, moet de rode knop "0"
worden ingedrukt.
10.1.2 Overbelastingsschakelaar (10)
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit. Na
een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor weer
worden ingeschakeld.
1. Laat het product afkoelen.
2. Druk op de overbelastingsschakelaar (10).
3. Schakel de machine weer in zoals beschreven onder 10.1.1.
10.2 Zaagdiepte instellen (afb. 1)
Door te draaien aan het handwiel (8) kan het zaagblad (5) op
de gewenste zaagdiepte worden ingesteld.
• Tegen de klok in: grotere zaagdiepte
• Met de klok mee: kleinere zaagdiepte
Controleer de instelling aan de hand van een testsnede.
10.3 Hoek instellen (afb. 18)
Met de tafelcirkelzaag kunnen versteksneden naar links van
0°-45° tot aan de parallelaanslag (7) worden uitgevoerd.
m Controleer voor elke snede of er geen botsing mogelijk is tussen
de aanslagrail (17), de dwarsaanslag (2) en het zaagblad (5).
1. Draai de vastzetschroef (9) los.
2. Stel door het draaien van het handwiel (8a) de gewenste
hoek op de schaalverdeling in.
3. Vergrendel de vastzetschroef (9) in de gewenste hoek-
stand.
10.4 Gebruik de aanslagrail (17) op de parallel-
aanslag (7) of dwarsaanslag (2)
(afb. 2, 13-14) (zie 9.6 en 9.7)
10.4.1 Aanslaghoogte (afb. 13-14)
De aanslagrail (17) beschikt over twee verschillende gelei-
dingsvlakken.
• Afhankelijk van de dikte van het te zagen materiaal, moet de
aanslagrail (17) als volgt gebruikt:
- voor dik materiaal van meer dan 25 mm werkstukdikte zie
afb. 13
- voor dunne materiaal van minder dan 25 mm werkstuk-
dikte zie afb. 14
10.4.2 Aanslagrail omzetten (afb. 13-14)
1. Draai voor het omzetten van de aanslagrail (17) op het
lage geleidingsvlak de beide schroeven (16a) los. Aanslui-
tend draait u de aanslagrail (17) van de houder (16) los.
2. Trek de aanslagrail (17) langs de groef naar buiten.
3. Draai de aanslagrail (17) en schuif de groefblokjes langs
de tweede groef (39) in.
4. De omzetting naar het hoge geleidingsvlak moet analoog
worden uitgevoerd.
10.4.3 Zaagbreedte (afb. 13-14)
• Bij het in de lengte zagen van houten delen moet de paral-
lelaanslag (7) worden gebruikt.
• De parallelaanslag (7) kan op beide zijden van de zaagta-
fel (1) worden gemonteerd.