Nu wordt de ingestelde frequentieband weergegeven. Als er zich geen zender op
de band bevindt, is er niets te horen.
Het is aan te bevelen in de DAB-modus alleen het automatische zenders zoeken
met „Full Scan" te gebruiken.
10.9.3. Favorieten opslaan
Sla hier de gewenste zenders op een door u geselecteerde programmaplaats op.
Start de DAB-modus.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ de gewenste zender.
Houd een van de 4 zendergeheugentoetsen 1, 2, 3, 4+ ingedrukt.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ een geheugenplaats tussen 1 - 40 en be-
vestig door op de knop Enter Tune -/+ te drukken.
De geheugenplaatsen 1 - 4 zijn via de zendergeheugentoetsen 1 - 4 di-
rect oproepbaar.
10.9.4. DRC
Beheer hier de zogenaamde DRC-modus. De DRC-modus verkleint het verschil tus-
sen harde en zachte tonen.
Druk op de toets Menu.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ het menu <DRC> en bevestig door op de
knop Enter Tune -/+ te drukken.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ de gewenste frequentieband en bevestig
door op de knop Enter Tune -/+ te drukken.
Selecteer hier de gewenste instelling Low, High of deactiveer de DRC-modus met
Off.
10.9.5. Prune
Met het apparaat is het mogelijk DAB-zenders uit de zenderlijst te wissen die niet
meer uitzenden of waarvan de frequentie gewijzigd is.
Druk op de toets Menu.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ het menu <prune> en bevestig door op
de knop Enter Tune -/+ te drukken.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ de optie <yes> en bevestig door op de
knop Enter Tune -/+ te drukken.
Niet-actieve zenders worden verwijderd.
Selecteer met de knop Enter Tune -/+ de optie <no> en bevestig door op de
knop Enter Tune -/+ te drukken.
De Prune-functie wordt gedeactiveerd.
88