NL
LET OP! Voeg voor elke opstart van het apparaat 3 - 4 druppels #45 olie bestemd voor vacuümpompen toe aan de olievuller
(XVI). De aldus gegoten olie heeft geen contact met het coatingmateriaal en dient alleen om het pompmechanisme van het
coatingmateriaal te smeren.
Verwijder het product uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsonderdelen, inclusief beschermende folies indien gebruikt,
voordat u het product installeert. Er moet in het bijzonder voor worden gezorgd dat er geen verpakking of ander vuil in de slang
en in de slangaansluitingen in het pistool en verfspuitapparaat achterblijft.
Het pistool aansluiten op het verfspuitapparaat
Let op! Gebruik alleen de bij het product geleverde YATO YT-82656 slang of slang om het pistool op het verfspuitapparaat aan
te sluiten.
Let op! Gebruik altijd moersleutels of verstelbare moersleutels om het pistool aan het verfspuitapparaat te bevestigen. Gebruik
geen tangen.
Schroef de drukmeter vast aan de aansluiting in het verfspuitapparaat en sluit vervolgens het ene uiteinde van de slang aan op
de drukmeter met behulp van een moersleutel en schroef de moer van de slang vast aan de uitlaatpoort van het verfspuitapparaat
(II). Bevestig het vrije uiteinde van de slang aan het spuitpistool door de slangmoer op de pistoolinlaatpoort te schroeven. Gebruik
twee moersleutels, één om het mondstuk van het pistool vast te houden en de andere om de slangmoer (III) vast te draaien.
Sluit de zuigslang aan op de aansluiting aan de onderkant van het verfspuitapparaat, knijp de vergrendeling uit de draad, steek de
slangaansluiting in de aansluiting en laat de druk op de vergrendeling los om de slangaansluiting in de aansluiting te vergrendelen
(IV). Sluit bovendien de afvoerslang aan door deze op het uiteinde van de behuizing te schuiven en zet vervolgens de verbinding
vast met de veerklem (IV).
Schroef de zeef op het uiteinde van de buis die aan de zuigslang is bevestigd. Het is verboden om de slang te gebruiken zonder
dat het gaasfi lter is geïnstalleerd.
Bedieningselementen van het product
Zet de modusschakelaar (V). Met de schakelaar kunt u twee standen instellen. Verticale afstelling van de schakelhendel maakt
het mogelijk om het coatingmateriaal in het apparaat af te voeren. De schakelaar moet altijd in deze positie worden gezet tijdens
pauzes. Door de horizontale instelling van de schakelhendel kan het coatingmateriaal met een pistool worden gespoten. Elk van
de bedrijfsmodi wordt verder in deze handleiding beschreven. Zet de schakelaar niet in de tussenstanden.
Drukregelaar (VI). Het draaien van de knop verhoogt de hoeveelheid te spuiten coatingmateriaal. Door de knop met de klok
mee te draaien, wordt de druk van het coatingmateriaal verhoogd en door tegen de klok in te draaien wordt de druk van het
coatingmateriaal verlaagd.
Pistoolvergrendeling (VII). Hiermee kunt u de trekker blokkeren voordat u hem per ongeluk indrukt. Als de vergrendelknop even-
wijdig is aan de trekker, wordt de trekker ontgrendeld en kan erop worden gedrukt. Als de vergrendelknop loodrecht op de trekker
staat, is de trekker vergrendeld en kan deze niet worden ingedrukt. De afvoer moet worden vergrendeld wanneer het mondstuk
wordt vervangen of wanneer het pistool niet wordt gebruikt.
Spuitpistoolknop (VIII). Met de knop kunt u het mondstuk demonteren voor vervanging. De knop was gemarkeerd met pijlen
met het label "SPRAY" [sproeien] en „EJECT" [uitgooien]. Stel de knop zo af dat de pijl met het label "SPRAY" in dezelfde rich-
ting wijst als de uitlaat van het coatingmateriaal, zodat het coatingmateriaal kan worden gespoten. De knop zo afstellen dat de
pijl met het label "EJECT" in dezelfde richting wijst als de uitlaat van het coatingmateriaal, zodat deze kan worden gereinigd en
gedemonteerd.
Elektrische schakelaar (IX). De schakelaar schakelt het product in en uit. Als u de schakelaar in de stand "I - on" zet, wordt het
verfspuitapparaat gestart. Schakel de schakelaar naar de positie gemarkeerd: „O – uit" zal het verfspuitapparaat onmiddellijk
uitschakelen. Tijdens het gebruik moet het apparaat zo worden ingesteld dat de schakelaar altijd gemakkelijk bereikbaar is.
Er zit een zekeringknop onder de schakelaar. Als het apparaat oververhit raakt, schakelt de zekering de stroom naar het product
uit en schuift de knop uit de behuizing. Zet in dit geval de schakelaar in de stand "O - off ", wacht tot het apparaat volledig is afge-
koeld, druk vervolgens op de zekeringsknop en start het apparaat opnieuw op.
Let op! De werking van de zekering kan worden veroorzaakt door verstopping van het mondstuk, verlies van de materiaalstroom
van de coating of te kleverig coatingmateriaal. Voordat u opnieuw start, moet u de oorzaak van het uitschakelen van de zekering
achterhalen en deze verwijderen.
Let op! In het geval van pogingen om onmiddellijk na het activeren van de zekering te starten, vooral zonder de oorzaak te verwij-
deren, wordt de gebruikstijd van het apparaat aanzienlijk verkort.
De generator aansluiten op het lichtnet
Let op! Sluit het apparaat altijd aan op een stopcontact dat is uitgerust met een aardingskabel.
Let op! De aansluitinstallatie dient te zijn voorzien van een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van maximaal 30 mA.
Het pistool wordt geaard door een goed aangesloten slang. Aarding van de container met coatingmateriaal moet worden uitge-
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
103