logoplaat vast met de 3 schroeven.
8. Open de 2 borgklemmen op de rand van de voorkorf.
9. Hang de voorkorf (7) op de achterste korf met behulp van
de positioneringsklem op de rand van de beschermkap.
Zet ze daarna aan elkaar vast met de klemmen.
10. Zet de voorkorf en de achterkorf vast met de kleine schroef
en moer (8).
OSCILLATIE-INSTELLING
Zet de ventilator aan of uit en verander de snelheid met
1.
behulp van de knoppen op de ventilator:
0 - stop; 1 - lage snelheid; 2 - hoge snelheid.
Oscillatie: druk de oscillatieknop in om de ventilator van
2.
links naar rechts te laten bewegen. Trek aan de
oscillatieknop om de beweging te stoppen.
Hoek: verander de hoek van de ventilator door de korf
3.
omhoog of omlaag in de gewenste hoek te duwen.
VERZORGING EN REINIGING
Volg de onderstaande instructies voor een veilige verzorging van
uw ventilator:
Haal altijd de stekker uit het stopcontact en laat de
•
ventilator volledig stoppen voordat u die gaat reinigen.
Laat geen water op of in de behuizing van de ventilator
•
druppelen.
Gebruik altijd een zachte, vochtige doek om het basisdeel
•
te reinigen en een stofzuiger om het stof van de bladen
zuigen.
Gebruik geen van de volgende middelen als reiniger:
•
benzine, verdunners of benzeen.
Probeer de ventilator niet zelf te repareren als u denkt dat
•
er een defect is opgetreden, want dit kan brandgevaar of
een elektrische schok veroorzaken.
Reinig de ventilatorkorf, behuizing en voet met een zachte,
•
vochtige doek.
Probeer de ventilatorbladen niet te verwijderen. Wees
•
voorzichtig rondom het deel met de motorbehuizing.
Stel de motor of andere elektrische onderdelen niet bloot
•
aan water.