Om een gelijkmatige warmteverdeling over de gehele lasspiegel te garanderen, is het
noodzakelijk, nadat de controlelamp knippert, een wachttijd van ca. 10 Minuten aange-
houden wordt (volgens DVS). De temperatuur moet met een geschikt temperatuur-
meetapparaat gecontroleerd worden!
De elektrische freesinrichting zwenken tussen de buisstukken die aan elkaar moeten wor-
den gelast en inschakelen door op de schakelaar in de handgreep te drukken.
GEVAAR! Tijdens het in gebruik nemen van de freesinrichting de handen niet tegen de
draaiende messen plaatsen. Frees alleen in ingeklapte toestand gebruik ( werkpositie)
en direct na gebruik weer terugklappen. De functionaliteit van de veiligheidsschakelaar
op de freesinrichting moet altijd in orde zijn, om onbedoeld starten buiten de werkpositie
te vermijden!
De werkstukuiteinden met de grijpstang met gevoel tegen de roterende messen van de
freesschijven schuiven.
Een te hoge freesdruk kan tot oververhitting en beschadiging van de freesaandrijving
leiden. Bij overbelasting resp. stilstand van de freesinrichting de machine neerzetten en
de druk verminderen!
Wanneer een vormstukuiteinde omwille van verschillende kwaliteiten van buisuiteinden niet
moet worden bewerkt, moet de aanslag voor het eenzijdige frezen aan de onderkant van de
frees naar de kant worden gedraaid die niet moet worden bewerkt.
Nadat de kopkanten van de buis vlak gefreesd zijn, wat aan een gelijkmatige, ononderbro-
ken spaan te erkennen is, de buiseinden langzaam uit elkaar draaien. Freesinrichting door
het naar voren trekken van de ring ontgrendelen en naar achteren klappen.
De werkstukken naar elkaar toe bewegen en controleren of de lasoppervlakten vlak, parallel
en axiaal zijn. Als dit niet het geval is, moeten de werkstukken opnieuw worden afgesteld en
moet het freesproces worden herhaald.
De axiale verschuiving tussen de werkstukken mag (volgens DVS) niet groter zijn dan 10% van
de wanddikte en de spleet tussen de vlakken mag niet groter zijn dan 0,5 mm. Met een schoon
werktuig (bijv. kwast) de eventueel aanwezige spanen in de buis verwijderen.
De gefreesde, voor lassen voorbereide oppervlakken mogen niet met de hand aangeraakt
worden, en moeten vrij van stof en vet zijn!
3.2.3
Lasbewerking
Klemgevaar! Bij het naar elkaar toe draaien van de spanbekken en buizen juiste
afstand van de Machine bewaren. Nooit in het werkbereik grijpen!
Het verwarmingselement tussen de buiseinden plaatsen.
Buisuiteinden naar elkaar toe bewegen, vereiste compensatiekracht opbrengen en stoppen
door de koordgreep vast te draaien.
Zodra de vereiste hoogte van de lasverbinding gelijkmatig over de volledige omtrek van bei-
de buisuiteinden is bereikt, de koordgreep losmaken, de kracht op de desbetreffende op-
warmingskracht terugnemen en de koordgreep weer vastdraaien. Er moet worden gezorgd
dat de werkstukuiteinden gelijkmatig tegen de verwarmingsplaat liggen.
Na einde aanwarmtijd klemhevel losdraaien, Buiseinden van elkaar wegdraaien, het ver-
warmingselement naar achteren klappen en de buiseinden tegen elkaar draaien. Daarbij de
kracht mogelijk lineair op de overeenkomstige voegkracht, tot de nominale kracht bereikt is
(zie Handboek voor lasparameters) verhogen en spanhefboom aantrekken. De laskracht
moet tijdens de gehele afkoeltijd behouden worden.
Nadat de afkoeltijd is verstreken, de kracht ontlasten door de koordgreep los te maken en
de grijpstang terug te laten gaan. De aan elkaar gelaste buisstukken uitspannen en wegne-
men.
De volledige lasparameters vindt men in de bijgevoegde lastabellen.
3.2.4
Buitenbedrijfstelling
Het verwarmingselement uitschakelen.
De netstekker van de freesinrichting en van de basismachine uit de contactdoos trekken.
46
NEDERLANDS