AANKOPPELEN
VAN DE FRONTALE MAAIBALK
Bevestiging aan de motorploeg - De
maaibalk wordt aan de motorploeg bevestigd
door middel van het bijbehorende hulpstuk.
Regeling van de maaihoogte - Om op
oneven terrein te kunnen maaien dient de
hoogte van de maaibalk op de volgende wijze
ingesteld te worden:
- Moer 1 losdraaien, slede 2 in gewenste
positie brengen, moer 1 weer vastzetten. Stel
beide sleden op deze wijze in.
Afstellen meshouder
- Fixeerschroeven 3 losdraaien en instel-
schroef 4 bijregelen. Fixeerschroeven weer
vastzetten.
N.B. Voor een optimale werking dient er geen
al te grote wrijving plaats te vinden tussen
meshouder en mesblad.
Vervanging van de maaibalk
1) Speciale maaibalk
-Draai schroeven 5 los en verwijder meskop
6. Laat deze onder de beschermingskap
passeren. Verwijder het blad. Om het
nieuwe blad aan te brengen handelingen in
omgekeerde volgorde uitvoeren.
fig. 18
2) Normale maaibalk
- Draai schroeven 5 los en verwijder meskop
6. Draai de meshouder 90° en verwijder het
blad. Om het nieuwe blad aan te brengen
handelingen in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
OPGELET - Het omkeermechanisme
mag absoluut niet gebruikt worden
wanneer men met de maaibalk
werkt.
ONDERHOUD - Iedere keer dat men de
maaibalk gebruikt moeten smeerpunten 7
en 8 ingevet worden (Fig. 18).
97