BESCHRIJVING ATEX-CODERING
Zie DOC-3 in de BIJLAGE.
GESCHIKTHEID VAN MEMBRAANMATERIALEN
De relatie tussen het membraanmateriaal en de geschiktheid
ervan voor gebruik met de procesvloeistof is aangegeven
in de tabel hieronder, op basis van de testmethode van
EN ISO 80079-36, Bijlage D.
Membraan-
Pompmaat
materiaal
PTFE
80
PTFE
32, 40 en 50
PTFE
25 en kleiner
TPO
80
Alle maten
TPO
behalve 80
TPEE
Alle maten
EPDM
Alle maten
FKM
Alle maten
NBR
Alle maten
CR
Alle maten
PTFE/EPDM
Alle maten
PTFE/CR
Alle maten
SPECIFIEKE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
De gebruiker van de pomp en demper dient de fabrikant
relevante informatie te verstrekken over het beoogde gebruik
(zoals de procesvloeistof) voor de selectie van geschikte
materialen.
De externe niet-metalen onderdelen van de producten moeten
te allen tijde worden beschermd tegen ultraviolet licht, ook
tijdens de installatie.
Het daadwerkelijke gebruik moet plaatsvinden binnen de
gespecificeerde limieten en capaciteiten zoals vermeld op het
naamplaatje van de pompen en dempers.
Afhankelijk van de toegepaste pompmaterialen en het
beoogde gebruik, bijvoorbeeld een niet-geleidende
procesvloeistof en een hoge vloeistofstroming, kan
elektrostatische oplading van deze materialen optreden.
De gebruiker dient het risico van elektrostatische
oplading te beoordelen en, voor zover nodig, geschikte
maatregelen te nemen om dit risico terug te brengen tot een
acceptabel niveau. Voor de membraanmaterialen kan de
geschiktheidsinformatie hierboven worden gebruikt voor de
beoordeling.
Bij gebruik van membraantype TU of G moet de geschiktheid
bij de beoordeling worden bepaald.
Bij gebruik van membraantype T of S kan uit de beoordeling
een bredere geschiktheid naar voren komen.
3. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De hier beschreven veiligheidsmaatregelen zijn belangrijk voor
een veilig en correct gebruik van het product en om letsel bij
uzelf en anderen en schade aan eigendommen te voorkomen.
Neem altijd alle toepasselijke lokale wet- en regelgeving in
acht om alle vereiste voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen
en een correct gebruik van het product te waarborgen.
Verzeker u er alvorens het product te gebruiken van dat u alle
waarschuwingen en opmerkingen volledig begrijpt.
• Welke onderdelen van de verschillende producten met
vloeistof in aanraking komen, verschilt naargelang
het productmodel. Raadpleeg een chemische
bestendigheidstabel om te verzekeren dat de materialen van
uw product geschikt zijn voor het te verpompen product.
Gebruik nooit een chemische stof die niet geschikt is voor
het materiaal van het product of enig onderdeel daarvan.
Dit kan resulteren in blijvende schade aan het product,
milieuschade en mogelijk letsel of overlijden.
NL-54
Membraan-
Geschikt voor proces-
type
vloeistoffen van gasgroep
T
IIA
T
IIB
T
IIC
S
IIB
S
IIC
H
IIC
E
IIC
V
IIC
N
IIC
C
IIC
Zie specifieke
TU
gebruiksomstandigheden
Zie specifieke
G
gebruiksomstandigheden
• Als het product gevaarlijke vloeistoffen moet verpompen
(ontvlambaar, zuur, chemisch reactief, milieugevaarlijk,
heet etc.), tref dan veiligheidsmaatregelen zoals plaatsing
van het product in een put of beschermende behuizing
en gebruik geschikte sensoren die waarschuwen voor
defecten of de productstroom stoppen. Zorg er ook voor
dat geschikte waarschuwingen aanwezig zijn op het
product en in de directe omgeving ervan, en dat alle andere
veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.
• In de loop der tijd kunnen de aanhaalmomenten van
alle onderdelen van het product teruglopen. Haal alle
bouten regelmatig opnieuw aan tot het gespecificeerde
aanhaalmoment (raadpleeg de onderhoudshandleidingen).
• Tijdens pompbedrijf kunt u afhankelijk van de omstandig-
heden een luid werkingsgeluid horen (bijvoorbeeld door het
verpompen van vloeistof, de levering van perslucht en de
vloeistofafvoerdruk). Tref geschikte geluidsisolerende maat-
regelen indien nodig, bijvoorbeeld als er wet- of regelgeving
van toepassing is op het gebruik van de pomp.
• Als een membraan van het product beschadigd raakt,
komt de aangevoerde lucht in de vloeistof terecht of
stroomt de vloeistof in het gedeelte van het product waar
de lucht wordt omgeschakeld. Gebruik het product niet als
de aangevoerde lucht of stof in de aangevoerde lucht de
beschadigde membraan beïnvloedt of als enig onderdeel
van de hoofdeenheid niet geschikt is voor enige gebruikte
chemische stof.
• Als een membraan defect raakt, wordt de verpompte
vloeistof samen met perslucht uit de uitlaatpoort gestoten.
Zorg ervoor dat alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen om
het hieruit voortvloeiende risico van milieuschade of letsel te
beperken. Zorg er ook voor dat de chemische bestendigheid
en de corrosiebestendigheid compatibel zijn met alle
materialen waarmee de membraan in contact kan komen.
• Als het product lange tijd ongebruikt blijft of u twijfels hebt
over het gebruik van de pomp, neem dan contact op met de
dealer waar u het product hebt aangeschaft.
• Zorg ervoor dat de vloeistofleidingen of -houders en de uit
de pomp afgevoerde lucht geen negatieve invloed hebben
op personen, dieren, faciliteiten of apparatuur.
• Volg alle wet- en regelgeving en instructies met betrekking
tot de inperking, de opslag en het gebruik van alle specifieke
vloeistoffen.
• Houd tijdens pompbedrijf handen en voorwerpen uit de
buurt van de materiaalinlaat.
• In sommige gevallen kunnen aanvullende risico's
optreden door dampen (bijvoorbeeld benzine, alcoholen,
oplosmiddelen) of gassen die ontstaan doordat
procesvloeistoffen ontsnappen als gevolg van lekkage,
defecte onderdelen of verkeerd uitgevoerd onderhoud.
• Controleer de chemische bestendigheid van alle
onderdelen die in aanraking komen met proces- en
reinigingsvloeistoffen (inclusief afdichtingen) om het risico
van chemische reacties te minimaliseren. De compatibiliteit
kan veranderen door concentratie en/of temperatuur.
• Een onjuiste compatibiliteit van materialen kan leiden tot
corrosie, wat op zijn beurt kan resulteren in lekkages en zeer
gevaarlijke situaties voor het milieu, brand, explosies en
zelfs overlijden.
• Procesleidingen kunnen heet zijn. Als een membraan
beschadigd raakt, kunnen procesvloeistoffen uit de uitlaat
worden gestoten. Er kan een leiding of slang op de uitlaat
worden aangesloten om de uitlaatlucht weg te leiden van
de pomp.
• Probeer nooit om een lekkage tegen te houden met een
lichaamsdeel. Geïnjecteerde materialen kunnen ernstig letsel
of overlijden veroorzaken.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
• Draag altijd een geschikte veiligheidsbril en andere
veiligheidsmiddelen tijdens installatie, bediening, inspectie
en onderhoud. Tref beschermende maatregelen om contact
met procesvloeistoffen, reinigingsvloeistoffen en andere
vloeistoffen te voorkomen. Handschoenen, overalls,