•
1.
2.
voeren en de gashendel te bedienen.
De aandrijving moet volgens de
beschreven werkwijze ingeschakeld
worden (par. 5.7) om te beletten dat de
te steigeren en u de macht over het stuur
6.5.2 Remmen
6.5.3
Het inschakelen van
de achteruitversnelling dient uitgevoerd
te worden als de machine stilstaat.
1.
2. Breng de hendel van de
3.
1.
2.
6.5.4 Het gras maaien
1. breng de versnellingshendel naar de
2.
3.
4.
van het gazon (hoogte, dichtheid
5.
te rijden op de grasgrond, zoals
met de snij-inrichtingen ingeschakeld, moet
men de toets voor toelating ingedrukt houden
(par. 5.9) om te vermijden dat de motor stilvalt.
is ten opzichte van de hoeveelheid gras.
de snijgroep naar de hoogste stand.
6.5.5
1.
2.
als het gazon goed droog is.
3.
te vertonen en goed scherp te zijn, zodat het
tot vergeling van de punten leiden.
NL - 15
Om achteruit te kunnen rijden