9.2 Zaagdieptebegrenzing (groeven zagen) (afb.
3/13)
m WAARSCHUWING
Gevaar voor terugslag! Bij het aanbrengen van
groeven is het zeer belangrijk dat er geen zijde-
lingse druk op het zaagblad wordt uitgeoefend. De
zaagkop kan anders plotseling omhoog slaan! Ge-
bruik een kleminrichting bij het maken van groe-
ven. Vermijd zijdelingse druk op de zaagkop.
• Middels de schroef (24) kan de zaagdiepte traploos
ingesteld worden. Hiertoe moet de kartelmoer op
de schroef (24a) worden losgemaakt. De gewenste
zaagdiepte door het indraaien of uitdraaien van de
schroef (24) instellen. Aansluitend kartelmoer (24a)
weer op de schroef (24) vastmaken.
• Controleer de instelling aan de hand van een test-
snede.
9.3 Seriële snede
Voor terugkerende snedes met dezelfde lengte kan
de lengteaanslag (37) worden opengeklapt. U kunt de
lengteaanslag (37) zowel aan de rechter- maar ook aan
de linkerzijde gebruiken.
• Klap de lengteaanslag (37) omhoog.
• Draai de vastzetschroef voor de werkstuksteun (9)
los.
• Trek de werkstuksteun (8) er uit.
• Stel de gewenste afstand tussen het zaagblad en de
lengteaanslag (37) in.
• Draai de vastzetschroef voor de werkstuksteun (9)
weer vast.
• Voer de snedes uit zoals onder 10.4 t/m 10.7 be-
schreven.
9.4 Afkortsnede 90° en draaitafel 0° (afb. 1/2/7)
Bij zaagsnedes tot ca. 100 mm kan de trekfunctie van
de zaag met de borgschroef (20) in de achterste posi-
tie gefixeerd worden. In deze positie kan de machine
voor afkorten worden gebruikt. Mocht de zaagbreedte
boven 100 mm liggen, moet erop gelet worden, dat de
vastzetschroef (20) los is en de machinekop (4) be-
weegbaar is.
Let op!
De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor af-
kortbewerkingen van 90° op de binnenste positie wor-
den vastgezet.
• Open de vastzetschroeven (16b) van de verschuif-
bare aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare
aanslagrails (16a) naar binnen.
86 | NL
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten dusdanig
worden geborgd dat de afstand tussen de aanslag-
rails (16a) en het zaagblad (6) maximaal 8 mm is.
• Controleer vóór de zaagsnede of de aanslagrails
(16a) en het zaagblad (6) niet met elkaar in botsing
kunnen komen.
• Draai de vastzetschroeven (16b) weer vast.
• De machinekop (4) in de bovenste positie brengen.
• Machinekop (4) op de handgreep (1) naar achteren
schuiven en evt. in deze positie fixeren (afhankelijk
van de zaagbreedte).
• Leg het te zagen hout tegen de aanslagrail (16) en
op de draaitafel (14).
• Het materiaal met de spaninrichtingen (7) op de
vaststaande zaagtafel (15) vastzetten, om verschui-
ven tijdens het zagen te voorkomen.
• Ontgrendel de blokkeerschakelaar (3) en druk op de
aan/uit-schakelaar (2) om de motor in te schakelen.
• Bij gefixeerde trekgeleiding (21): Machinekop (4)
met de handgreep (1) gelijkmatig en met lichte druk
omlaag bewegen, tot het zaagblad (6) het werkstuk
heeft doorgezaagd.
• Bij niet-gefixeerde trekgeleiding (21): Machine-
kop (4) volledig naar voren trekken. De handgreep
(1) gelijkmatig en met lichte druk volledig omlaag
brengen. Nu de machinekop (4) langzaam en gelijk-
matig volledig naar achteren schuiven tot het zaag-
blad (6) het werkstuk volledig heeft doorgezaagd.
• Na het zaagwerk de machinekop weer in de boven-
ste rustpositie brengen en de in,- uitschakelaar (2)
loslaten.
Let op! Door de terughaalveer slaat de machine
automatisch naar boven. De handgreep (1) na de
zaagbewerking niet loslaten, maar de machinekop
langzaam en onder lichte tegendruk naar boven be-
wegen.
9.5 Afkortsnede 90° en draaitafel 0°- 45° (afb. 1/7/8)
Met de afkort- en verstekzaag kunnen versteksneden
naar links en rechts van 0°- 45° worden uitgevoerd.
Let op!
De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten voor af-
kortbewerkingen van 90° op de binnenste positie wor-
den vastgezet.
• Open de vastzetschroef (16b) van de verschuifbare
aanslagrails (16a) en schuif de verschuifbare aan-
slagrails (16a) naar binnen.
• De verschuifbare aanslagrails (16a) moeten zover
worden vastgezet, dat de afstand tussen de aan-
slagrails (16a) en het zaagblad (6) minste 8 mm be-
draagt.
www.scheppach.com