B E
N L
Foutmeldingen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Standaard variabele
spuitkop (18) vuil
Sterke druk-
schommelingen
Standaard variabele
spuitkop (18) verstopt
In-/uitschakelaar (7) uitge-
schakeld
Beschadigde netaansluitlei-
Toestel loopt
ding
niet
Defecte spanningsvoeding
Luchtblazen in hogedrukrei-
Toestel heeft
niger
geen druk
Leidingdrukdaling
Aansluitingen niet correct
gemonteerd
Lekkages in het
watersysteem
Wateraansluiting (14) lek
5 8
Opsporing en verwijdering
van fouten
Spoel de standaard variabele spuitkop
(18) uit met water. Reinig eventueel het
gat van de spuitkop met een naald (zie
hoofdstuk reiniging)
Verwijder de spuitkoppen (18) en zorg
ervoor dat de wateruitlaat aan het
spuitpistool (16) vrij van belemmeringen
functioneert. Het apparaat werkt dus
correct. De Turbovuilfrees (24) en de
roterende reinigingsborstel (2) raken
doorgaans niet verstopt.
In-/uitschakelstand (7) controleren
Schakel het apparaat uit en verbreek
het van het stroomnet.
Netaansluitleiding op beschadiging
controleren. Eventueel de netaansluit-
leiding door een geschoolde arbeids-
kracht laten vervangen
Controleer de elektrische installatie op
overeenstemming met de gegevens op
het typeplaatje
Schakel het apparaat met spuitpistool
en zonder sproeier aan totdat er water
zonder bellen vrijkomt
Controleer de watervoorziening
Schakel het apparaat uit en verbreek
het van het stroomnet. Sluit het appa-
raat opnieuw op de waterleidingen aan
(zie „Ingebruikname/installeren")
Schakel het apparaat uit en verbreek
het van het stroomnet. Wissel de water-
aansluiting (13) incl. afdichtring uit (zie
„Reservedelen")