NL
Gebruik machineolie bij het boren in staal om de boor te koelen.
Gebruik terpentijn of paraffi ne als koelmiddel voor aluminium.
Gebruik geen koelmiddelen bij het boren in messing, koper of gietijzer. Verwijder vóór het koelen regelmatig de boor uit het ma-
teriaal om haar te laten afkoelen.
Boren in harde, compacte keramische materialen (beton, harde bakstenen, steen, marmer, enz.)
Voordat u het juiste gat maakt, boort u een kleiner gat zonder de klopfunctie te gebruiken. Maak het juiste gat met de klopboor-
functie geactiveerd. Gebruik hardmetalen slagboren in goede staat.
Boren in glazuur, zachte baksteen, gips, enz
Gebruik klopboren. Zet de slag niet aan. Druk het gereedschap stevig aan met een constante kracht tijdens het boren. Verwijder
van tijd tot tijd de boor uit het boorgat om stof en afval te verwijderen.
Gebruik van het gereedschap om schroeven vast of los te draaien
Hiervoor wordt aanbevolen: de laagst mogelijke snelheid te gebruiken en de juiste tips te gebruiken.
De boren kunnen direct aan de boorhouder worden bevestigd of met een speciale magnetische boorhouder.
Om de schroef los te draaien, schakelt u de draairichting naar de linkerdraairichting.
Gebruik van opzetstukken
Het gereedschap mag niet worden gebruikt voor het aandrijven van hulpstukken.
Aanvullende opmerkingen
Druk tijdens het werken niet te veel op het te verwerken materiaal en maak geen plotselinge bewegingen om het gereedschap en
de boor - schroefmachine niet te beschadigen.
Gebruik regelmatig pauzes tijdens het gebruik.
Overbelast het gereedschap niet. De temperatuur van de buitenoppervlakken mag nooit hoger zijn dan 60
C.
O
Na afl oop van de werkzaamheden het apparaat uitschakelen, de accu loskoppelen en onderhoud en inspectie uitvoeren.
ONDERHOUD EN CONTROLE
LET OP! Voordat men start met het afstellen, technisch onderhoud of het uitvoeren van controles dient de stekker van het
apparaat uit het stopcontact te worden gehaald. Aan het einde van de werkzaamheden dient men de technische staat van het
elektrische apparaat te controleren door middel van een visuele inspectie en een beoordeling van de behuizing, het handvat,
stroomkabel, doorgankelijkheid van de ventilatiesleuven, borstels die eventuele vonken afgeven, geluidsniveau van de werking
van de lagers en tandwielen, het opstarten en uniformiteit van de werking van het apparaat. Tijdens de garantieperiode dient men
het elektrische apparaat niet te demonteren en dient men tevens geen onderdelen te vervangen aangezien dit de garantie ongel-
dig zal maken. In geval van eventuele onregelmatigheden die tijdens een controle zijn vastgesteld of tijdens de werkzaamheden
dient het apparaat ter reparatie te worden aangeboden bij een daarvoor bestemd servicepunt. Na de werkzaamheden dient men
de behuizing, ventilatieopeningen, schakelaars, extra handvaten en behuizing schoon te maken door middel van bv. luchtdruk
(met een druk van max. 0,3 MPa), of door middel van een borstel/ kwast of droge doek zonder gebruik van chemicaliën en reini-
gingsvloeistoff en. Aanvullende onderdelen en de handvaten schoonmaken met een droge, schone doek.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
95