Transportmogelijkheden
Transport van de rolstoel in een voertuig.
Een vastgezette rolstoel in een voertuig biedt niet dezelfde
veiligheid en zekerheid als de stoelen van dat voertuig. Sunrise
Medical adviseert rolstoelgebruikers waar mogelijk gebruik te
maken van de stoelen en het bijbehorende gordelsysteem van
het voertuig. Sunrise Medical erkent dat het niet altijd praktisch
is voor de rolstoelgebruiker om overgeplaatst te worden en in die
situatie waarin de gebruiker zittend in de rolstoel getransporteerd
moet worden, dienen de volgende adviezen te worden
opgevolgd:
Waarschuwingen:
De rolstoel met daarin de gebruiker moet zodanig
worden geplaatst dat de gebruiker met het gezicht naar voren
zit en de stoel moet worden vastgezet door middel van een
vastzetsysteem dat voldoet aan de eisen van ISO 10542 of
SAE J2249 en in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant van de bevestiging. Lees verder het hoofdstuk 'Rolstoel
vastzetten' voor meer informatie betreffende transport van uw
rolstoel.
Het gebruik van de rolstoel in een voertuig in andere posities is
niet getest; vervoer in bijv. zijwaartse positie mag onder geen
enkele omstandigheid plaatsvinden. (Fig. 19)
Verwijder zo mogelijk alle hulpmiddelen van de rolstoel en berg
deze veilig op, bijvoorbeeld:
Krukken
Losse kussens
Werkbladen
Veranderingen aan of vervanging van de bevestigingspunten
van de rolstoel, of aan structurele onderdelen of frame mogen
uitsluitend worden gemaakt na overleg met de fabrikant. Het niet-
nakomen van bovenstaande maakt de rolstoel ongeschikt om in
een voertuig vervoerd te worden.
Als de rolstoel betrokken is geweest bij een ongeluk met wat voor
voertuig dan ook, dient de rolstoel door een erkende Sunrise
Medical dealer gecontroleerd te worden alvorens de rolstoel weer
te gebruiken.
Zowel de heup- als de borstgordel moeten worden gebruikt om
de kans op botsingen van hoofd en borst met onderdelen van de
auto te voorkomen. (Fig. 20)
59
Borstgordel
Een voor transport geschikte hoofdband (zie etiket op
hoofdsteun) moet vóór transport worden aangebracht en tijdens
het hele transport op juiste wijze bevestigd zijn.
Banden die bedoeld zijn om het lichaam in de rolstoel te
ondersteunen, zijn niet bedoeld en mogen niet gebruikt worden
als gordels om een rolstoelgebruiker in een bewegend voertuig
veiligheid te bieden, tenzij op deze banden vermeld staat dat ze
voldoen aan de vereisten van ISO 7176-19:2001 of SAE J2249.
De handremmen moeten goed vastgezet zijn.
Instructies voor gebruik van gordels voor rolstoelgebruiker
De heupgordel moet laag over de voorzijde van de heupen
worden bevestigd, zo dat de hoek van de heupgordel zich binnen
de voorkeurshoek van 30 tot 75 graden horizontaal bevindt.
Een steilere, grotere hoek binnen de voorkeurszone is gewenst;
dat wil zeggen dichterbij, maar nooit groter dan 75°. (Fig. 21)
Heupgor-
del
Voorkeurszone