8.6 De afvoerkap voor de spaanders
monteren
Zie afb. F
• De afvoerkap voor de spaanders (3) onder het
bevestigingsprofiel (a) schuiven en met de 4
plaatschroeven (b) vastschroeven.
8.7 De afvoertafel aanbrengen en het
afdekprofiel voor de messenassen
monteren.
Zie afb. G
1. De afvoertafel (1) aan de machine bevestigen:
Zie hoofdstuk 9.1, stap 1 tot 6.
2. De houder (a) van het afdekprofiel voor de
messenassen tegen de zijkant van de afvoer-
tafel van de messenas (1) houden en met de 2
bijbehorende schroeven vastschroeven. Om
kantelen te vermijden, de 2 schroeven afwis-
selen vastdraaien. (Opmerking: om toegang tot
de schroeven te houden, moet de klemhendel
(24) omlaag gedrukt zijn.)
3. Het afdekprofiel (22) in de houder schuiven,
zodat de complete messenas afgedekt is en
met de klembout (23) vastzetten.
8.8 Aanslag monteren
Opmerking: de klemhendel kan, als hij een beetje
in axiale richting naar buiten wordt getrokken, op
de eronder bevindende zeskant worden omgezet.
Zie afb. H
1. Aanslagsteun (10) met 2 bouten (a) aan de
aanvoertafel (11) schroeven.
2. De aanslagdrager (b) op de aanslagsteun (10)
leggen, daarbij de bout van de klemhendel (9)
in de sleuf van de aanslagsteun (10) geleiden.
3. Draai de klemhendel (9) vast en daardoor aan
de machine te bevestigen.
4. De andere klemhendel (8) naar boven
verschuiven en vastklemmen, zodat er
voldoende ruimte voor het inschuiven van het
aanslagprofiel (6) bestaat.
5. Het aanslagprofiel (6) zo houden, dat de uitspa-
ring naar beneden en in de richting van de
aanvoertafel (1) wijst.
6. Het aanslagprofiel (6) met zijn sleuf op de 2
slotbouten (c) tot de aanslag opschuiven. De
moeren van de slotbouten (c) vastdraaien en
zo het aanslagprofiel bevestigen.
7. Tenslotte de meegeleverde kunststof dop (d)
op het uiteinde van het aanslagprofiel
aanbrengen.
8.9 Netaansluiting
Gevaar!
Elektrische spanning
Gebruik de machine uitsluitend in een droge
omgeving.
Sluit de machine enkel aan op een stroombron
die voldoet aan de onderstaande eisen (zie
ook "Technische gegevens"):
– de stroomkring moet vakkundig met een
aardlekschakelaar, die aanslaat bij een
lekstroom van 30 mA, worden beveiligd;
– stopcontacten reglementair geïnstalleerd,
geaard en gecontroleerd;
– 400 V: bij driefasenwisselstroom contact-
dozen met nulleider.
– Bij gebruik van een spaanderafzuiginstal-
latie moet deze eveneens van een goedge-
keurde aarding voorzien zijn;
Het snoer moet zo gelegd worden dat de zaag-
werkzaamheden niet bemoeilijkt worden, en
dat het snoer niet beschadigd kan worden.
Bescherm het snoer tegen hitte, bijtende
scheikundige vloeistoffen en beschadiging
door scherpe voorwerpen.
Gebruik slechts verlengkabels met voldoende
doorsnede.
Trek de stekker niet aan het snoer uit het stop-
contact.
De draairichting controleren! (alleen bij
uitvoering met draaistroommotor):
Al naargelang de volgorde van aansluiting van
de fasegeleiders, is het mogelijk dat de
messenas in de verkeerde richting draait. Dit
kan tot schade aan de machine en het werk-
stuk leiden. Controleer daarom de draairich-
ting voor elke nieuwe aansluiting.
Als de draairichting fout is, moeten de fasen
door een elektricien aan de toevoerkabel of de
netaansluiting worden verwisseld.
9. Bediening -
Gebruik als vlakschaaf
Aanwijzing:
het vlakschaven dient ertoe, een onregel-
matig oppervlakte glad te schaven (= vlak
schaven), bijvoorbeeld om randen van een
dikke plank te verschonen.
– Het werkstuk ligt op de aanvoertafel.
– Het werkstuk wordt aan de onderkant bewerkt.
– De aanvoerrichting van het werkstuk is tegen-
overgesteld aan die van het vandikteschaven.
Werkstukafmetingen
Lengte
Breedt
e
Gebruik bij minder
max.
dan 250 mm duwhout
260
(aanvoerhulpstuk)
mm
gebruiken
Bij meer dan
1.500 mm met een
tafelverlengstuk of
met een helper wer-
ken
9.1 Voorbereiding,
ombouwen voor het vlakschaven
Gevaar!
Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens
werkzaamheden aan de machine uit te
voeren!
1. De aanslag (6) zo naar buiten verstellen, dat u
er geen last van heeft.
Zie afb. I
2. De borgbout (2) linksom tot de eindpositie
draaien (losdraaien).
3. De afvoerkap voor spaanders (3) naar
beneden klappen.
Zie afb. J.
4. De linker en rechter blokkeerhendel (5) naar
buiten draaien.
5. De afvoertafel (1) plaatsen – beide pennen aan
de behuizing van de machine moeten in de
onderste gleuven van de geleider van de
afvoertafel zitten.
Aanwijzing:
de eindschakelaar wordt alleen geacti-
veerd als de afvoertafel correct gemonteerd
is. Alleen dan kan de machine worden inge-
schakeld.
6. De afvoertafel (1) met beide blokkeerhendels
(5) fixeren. Beide blokkeerhendels tot aan
de aanslag sluiten. Alleen dan kan de
machine worden ingeschakeld.
7. Breng de vandiktetafel (15) met de handslinger
(21) helemaal naar beneden.
Zie afb. K
8. Aan de zijde van de aanvoertafel (11):
de afvoerkap voor spaanders (13) tussen de
aanvoertafel (11) en vandiktetafel (15)
aanbrengen. Let op de juiste positie:
- de ronde afzuigaansluiting moet naar de
buitenkant gericht zijn. Aanslag (a) is naar
beneden gericht.
- De aanslag (a) in de lus (b) van de vandikte-
tafel (15) steken.
9. De vandiktetafel voorzichtig naar boven
draaien om de afzuigtuig voor de spaanders
(13) vast te klemmen/te fixeren. De spaander-
afzuigkap dekt de messenas aan de onder-
kant af. Alleen wanneer de spaanderaf-
zuigkap (13) correct gemonteerd is, wordt
de eindschakelaar geactiveerd. Alleen dan
kan de machine worden ingeschakeld.
10.Eventueel: de slang van een geschikt
afzuigsysteem op de spaanderafzuigkap (13)
aansluiten. Hoofdstuk 10.3 in acht nemen.
11.De messenas afdekken met het messenas-
afdekprofiel (22).
9.2 Vlakschaven van werkstukken
Gevaar!
– Aan een vrij toegankelijke messenas kan
men ernstig letsel oplopen! Dek daarom het
gedeelte van de messenas af met het
messenas-afdekprofiel (22) dat niet door
het werkstuk word afgedekt. Pas daarvoor
het messenas-afdekprofiel nauwkeurig af
op de afmetingen van het werkstuk.
– Controleer de werking van het messenas-
afdekprofiel. Druk hiervoor het messenas-
afdekprofiel naar beneden en laat het los.
Na het loslaten moet het messenas-afdek-
profiel zelfstandig terugveren naar de inge-
stelde positie. Gebruik de machine niet met
een defect messenas-afdekprofiel.
– Steek bij het invoeren van het werkstuk
nooit de handen onder het messenas-afdek-
profiel!
Hoog
– Als er kleine werkstukken, waarbij de veilig-
te
heidsafstand tot de messenas onvoldoende
is, vlak geschaafd moeten worden, dan
moet er met een duwhout gewerkt worden.
min.
– Gebruik bij het vlak schaven van de smalle
5 mm
kant de aanslag, zodat het werkstuk veilig
wordt geleid aan de zijkant. Gebruik een
twee aanslag als u dunnere of smallere
werkstukken wilt schaven, zodat uw handen
tijdens het geleiden voldoende afstand tot
de messenas hebben.
– Gebruik bij het aanzetten een blok achter
het werkstuk, zodat het werkstuk niet terug
tegen het aanvoermechanisme kan slaan.
– Gebruik een tafelverlengstuk (bijv. een
staander met rollen) om ervoor te zorgen
dat grote werkstukken niet het evenwicht
verliezen.
– Het is verboden om een werkstuk over de
nog draaiende messenas terug te voeren!
– Gebruik al naar gelang:
spaanderafzuiginstallatie, glijwas (zodat de
werkstukken soepel over opname- en
afvoertafel glijden).
1. Zorg steeds voor een juiste werkpositie:
- aan de kant van de schakelaar;
- aan de voorkant van de machine.
2. Zie afb. L: de aanslag (6) met de klemhendel
(8) en klemhendel (9) instellen zoals gewenst.
3. Zie afb. M: de gewenste spaanderafvoer met
de hoogte-instelling (12) instellen en op de
schaal (18) aflezen.
Aanwijzing:
De machine kan in één doorgang maxi-
maal 3 mm afschaven. Deze waarde mag
uitsluitend ingesteld worden als:
– de schaafmessen zeer scherp zijn;
– er in een zachte houtsoort geschaafd wordt;
– als er niet tegelijk op volle breedte geschaafd
wordt.
Als deze regel niet opgevolgd wordt, bestaat het
gevaar dat de machine overbelast raakt.
Een werkstuk kan het beste in meerdere keren
worden bewerkt.
4. Plaats het werkstuk tegen de aanslag (6)
(eventueel een tweede aanslag gebruiken).
5. Het messenassen-afdekprofiel tegen het werk-
stuk schuiven:
- A) Schaven van smalle zijden (voegen):
Zie afb. N: het messenassen-afdekprofiel (22)
door aan de bout (25) te draaien helemaal
omlaag brengen. De klembout (23) loslaten,
het messenassen-afdekprofiel (22) zijdelings
tegen het werkstuk schuiven, dan de klembout
(23) weer vastdraaien.
- B) Schaven van brede zijden:
Zie afb. O: het messenassen-afdekprofiel
(22) van boven op het werkstuk laten zakken.
Aanpassen aan de werkstukdikte door de bout
(25) te verdraaien. De klembout (23) loslaten,
het messenassen-afdekprofiel (22) zijdelings
tegen de aanslag (6) schuiven, dan de klem-
bout (23) weer vastdraaien.
6. Motor inschakelen.
7. Oefen alleen druk uit op het werkstuk in het
gedeelte van de afvoertafel (1).
8. Schuif het werkstuk recht over de aanvoertafel
(11). Houd uw vingers hierbij bij elkaar en leid
het werkstuk met de vlakke hand.
9. Schakel de machine uit als u niet direct verder
werkt.
NEDERLANDS nl
31