• Laat het zaagblad zijn volle snelheid bereiken,
voordat u dit met het werkstuk in aanraking
brengt. Dit vermindert het risico dat het werk-
stuk weggeslingerd wordt.
• Als het werkstuk of het zaagblad klem komt
te zitten, schakelt u de verstekzaag uit. Wacht
tot alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen en trek de stekker uit het stopcontact
of verwijder de accu. Maak het klemzittende
materiaal dan vrij. Als u met een klemzittend
werkstuk doorgaat met zagen, dan verliest u de
controle of wordt de verstekzaag beschadigd.
• Nadat het zagen voltooid is, laat u de schake-
laar los, houdt u de zaagkop omlaag en wacht
u tot het zaagblad tot stilstand is gekomen,
voordat u het afgezaagde stuk verwijdert. Het
is gevaarlijk om met uw hand in de buurt van
het uitlopende zaagblad te komen.
• Houd de handgreep stevig vast, wanneer u een
onvolledige zaagsnede maakt of wanneer u de
schakelaar loslaat, voordat de zaagkop zich
helemaal in de onderste positie bevindt. Het
afremmen van de zaag kan ervoor zorgen dat
de zaagkop plotseling omlaag wordt getrokken,
waardoor het risico van letsel ontstaat.
• Houd uw werkplek schoon. Materiaalmengsels
zijn erg gevaarlijk. Lichtmetaalstof kan branden
of ontploffen.
• Gebruik geen stompe, gescheurde, verbogen
of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met
stompe of verkeerd gerichte tanden veroor-
zaken door een te nauwe zaagopening een
verhoogde wrijving, vastklemmen van het
zaagblad of terugslag.
• Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd
sneldraaistaal (HSS-staal). Dergelijke zaagbla-
den kunnen gemakkelijk breken.
• Gebruik altijd zaagbladen waarvan de asgaten
de juiste afmeting en vorm (ruitvormig versus
rond) hebben. Zaagbladen die niet overeenko-
men met de bevestigingsmiddelen van de zaag
kunnen uit balans raken en ervoor zorgen dat u
de controle over het gereedschap verliest.
• Vervang de ingebouwde laser niet door een
laser van een ander type. Van een laser die niet
bij dit elektrische gereedschap past, kunnen
gevaren voor personen uitgaan.
• Verwijder nooit slijpresten, houtspanen e.d. uit
de buurt van de plaats waar wordt geslepen,
terwijl het elektrische gereedschap loopt. Breng
WWW.VONROC.COM
de gereedschaparm altijd eerst in de ruststand
en schakel het elektrische gereedschap uit.
• Pak het zaagblad na de werkzaamheden niet
vast, voordat het afgekoeld is. Het zaagblad
wordt tijdens de werkzaamheden zeer heet.
• Maak waarschuwingsstickers op elektrisch
gereedschap nooit onleesbaar.
• Als laserstraling het oog raakt, dan moeten de
ogen bewust gesloten worden en moet het hoofd
onmiddellijk uit de straal bewogen worden.
• Gebruik geen optisch concentrerende in-
strumenten, zoals verrekijker enz. voor het
bekijken van de stralingsbron. U kunt hiermee
uw ogen beschadigen.
• Richt de laserstraal niet op personen die door
een verrekijker of iets dergelijks kijken. U kunt
hiermee hun ogen beschadigen.
• Breng geen wijzigingen aan de laserinrichting
aan. De in deze gebruiksaanwijzing beschre-
ven instelmogelijkheden kunt u zonder gevaar
gebruiken.
• Ga niet op één lijn met het zaagblad voor het
elektrisch gereedschap staan. Ga altijd opzij
van het zaagblad staan. Dit voorkomt een mo-
gelijke terugslag tegen uw lichaam.
• Houd handen, vingers en armen weg bij het
roterende zaagblad.
• Reik niet met één hand over de andere voor de
arm van het gereedschap.
• Laat de tanden van het zaagblad niet te heet wor-
den. Zet de machine stil wanneer de tanden van
het zaagblad te heet worden. Gebruik de machine
pas weer wanneer het zaagblad is afgekoeld.
• Vervang beschadigde of versleten zaagbladen
onmiddellijk.
• Gebruik uitsluitend zaagbladen waarvan de speci-
ficaties overeenkomen met die in deze bedie-
ningshandleiding en zaagbladen die zijn getest en
gemarkeerd in overeenstemming met EN 847-1.
• Wanneer u gebogen of ronde werkstukken
zaagt, is het belangrijk dat deze goed worden
vastgezet zodat ze niet kunnen wegglijden. Bij
de zaaglijn mag er geen ruimte zijn tussen het
werkstuk, de langsgeleiding en de zaagtafel. Zo
nodig, moet u speciale voorzieningen maken.
Elektrische veiligheid
Controleer altijd of de spanning van de
stroomtoevoer overeenkomt met de spanning
op het typeplaatje.
NL
37