8. PROBLEEMOPLOSSING
Als een van onderstaande situaties zich voordoet, controleer dan de
volgende items alvorens u contact opneemt met de klantenservice.
Mogelijke
Probleem
Is de voedingskabel
uit het stopcontact
gehaald?
Knippert het indica-
tielampje voor een
Het apparaat werkt
volle tank? (De tank
niet
is vol of is niet juist
geplaatst.)
Is de temperatuur
van de ruimte hoger
dan 35ºC of lager
dan 7ºC?
Is het luchtfilter ver-
stopt?
De
ontvochtigingsfunctie
werkt niet
Is de luchtafvoer of
luchtinlaat geblok-
keerd?
Er wordt geen lucht
Is het luchtfilter
afgevoerd
verstopt?
Is het apparaat
gekanteld of staat
dit onstabiel?
De werking is
lawaaierig
Is het luchtfilter
verstopt?
9. OPMERKING T.A.V. ONDERHOUDSWERK
1. Controles van de omgeving
Voor aanvang van werk aan systemen met brandbare koelmid-
delen zijn er veiligheidscontroles nodig om het risico op brand
te minimaliseren Bij reparaties aan het koelsysteem moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen voor-
dat werk aan het systeem wordt uitgevoerd.
Werkprocedure
Werk moet volgens een gecontroleerde procedure worden uit-
gevoerd om het risico te minimaliseren dat er een brandbaar
gas of damp aanwezig is terwijl het werk wordt uitgevoerd.
2. Algemene werkomgeving
Alle onderhoudspersoneel en anderen die in de buurt werken,
moeten worden ingelicht over de aard van het werk dat wordt
uitgevoerd. Vermijd het werken in beperkte ruimten. De omge-
ving rond de werkruimte dient te worden afgezet. Zorg ervoor
dat de omstandigheden in de ruimte veilig zijn door het gebruik
van brandbaar materiaal te beperken.
3. Controle op de aanwezigheid van koelmiddel
De ruimte moet voor en tijdens het werk worden gecontroleerd
met een geschikte detector voor koelmiddel om ervoor te zor-
gen dat de monteur op de hoogte is van een mogelijk brandba-
re atmosfeer. Zorg ervoor dat de gebruikte detectieapparatuur
voor lekkages geschikt is voor gebruik met brandbare koelmid-
delen, d.w.z. vonkvrij, goed afgedicht of intrinsiek veilig.
4. Aanwezigheid van een brandblusser
Als er werk aan de koelapparatuur of bijbehorende onderdelen
moet worden uitgevoerd waarbij warmte vrijkomt, moet er di-
rect geschikt brandblusmateriaal beschikbaar zijn. Er moet een
poeder- of CO2-brandblusser aanwezig zijn in het gebied waar
gevuld wordt.
Oplossing
oorzaak
Steek de voeding-
skabel in het stop-
contact.
Gooi het water in
de afvoertank weg
en plaats de tank
terug.
De beveiliging is
geactiveerd en het
apparaat kan niet
gestart worden.
Maak het luchtfilter
schoon zoals be-
schreven onder "De
ontvochtiger
schoonmaken".
Verwijder de ob-
structie van de
luchtafvoer of
luchtinlaat.
Maak het luchtfilter
schoon zoals be-
schreven onder "De
ontvochtiger
schoonmaken".
Plaats het apparaat
op een stabiele,
stevige locatie.
Maak het luchtfilter
schoon zoals be-
schreven onder "De
ontvochtiger
schoonmaken".
5. Geen ontstekingsbronnen
Iemand die werk uitvoert aan een koelsysteem waarbij leidin-
gwerk betrokken is dat brandbaar koelmiddel bevat of heeft
bevat, mag niet op een zodanige manier ontstekingsbronnen
gebruiken dat dit kan leiden tot risico's op brand of explosie.
Alle mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief roken, moeten vol-
doende ver weg blijven van de plaats van installatie, reparatie
of verwijdering zolang er brandbaar koelmiddel kan ontsnap-
pen naar de omliggende ruimte Voordat het werk plaatsvindt,
moet de ruimte rond de apparatuur worden onderzocht om ze-
ker te zijn dat er geen brandgevaar of ontstekingsrisico's zijn.
Er moeten "Niet roken"-borden worden geplaatst.
6. Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat het gebied in de open lucht is of dat het voldo-
ende geventileerd wordt voordat u het systeem openmaakt of
werk uitvoert waarbij warmte vrijkomt. Tijdens de periode dat
het werk wordt uitgevoerd, moet voortdurend in zekere mate
geventileerd worden. De ventilatie moet eventueel vrijgekomen
koelmiddel veilig verspreiden en bij voorkeur naar buiten afvo-
eren in de buitenlucht.
7. Controles van de koelmiddelapparatuur
Als elektrische onderdelen worden vervangen, moeten deze
geschikt zijn voor hun doel en de juiste specificatie hebben. De
onderhoudsrichtlijnen van de fabrikant moeten te allen tijde
worden opgevolgd. Bij twijfel kunt u voor advies contact opne-
men met de technische dienst van de fabrikant.
De volgende controles moeten worden uitgevoerd bij installa-
ties die brandbare koelmiddelen gebruiken:
- De grootte van de vulapparatuur moet in overeenstemming
zijn met de afmetingen van de ruimte waarin de onderdelen
die koelmiddel bevatten zijn gemonteerd;
- De ventilatieapparatuur en uitlaten werken afdoende en zijn
niet geblokkeerd.
8. Controles van elektrische apparaten
Bij reparatie en onderhoud aan elektrische onderdelen moeten
veiligheidscontroles en procedures voor inspectie van onderde-
len worden uitgevoerd. Als er een storing is die de veiligheid in
gevaar brengt, mag er geen elektrische voeding worden aange-
sloten op het circuit, totdat de storing naar behoren is verhol-
pen. Als de storing niet onmiddellijk kan worden verholpen ma-
ar het nodig is dat de apparatuur blijft werken, moet er een
afdoende tijdelijke oplossing worden gebruikt. De eigenaar van
de apparatuur moet worden ingelicht, zodat alle partijen hiero-
ver zijn geïnformeerd.
De eerste veiligheidscontroles houden onder andere in dat:
- De condensatoren ontladen zijn; dit moet op een zodanig ve-
ilige manier gebeuren dat er geen vonken ontstaan;
- Er geen elektrische onderdelen en bedrading zijn die onder
spanning staan tijdens het vullen, terugwinnen of doorspo-
elen van het systeem;
- Er doorlopend verbinding met de aarde is.
9. Reparaties aan afgedichte onderdelen
Tijdens reparaties aan afgedichte onderdelen moeten alle elektri-
sche voedingen worden losgekoppeld van de apparatuur waara-
an gewerkt wordt, voordat afdekkingen e.d. worden verwijderd.
Als het absoluut noodzakelijk is dat er tijdens het onderhoud
een elektrische voeding is naar de apparatuur, dan moet er een
doorlopend werkende vorm van lekdetectie worden aange-
bracht op het meest kritische punt om te waarschuwen voor
mogelijk gevaarlijke situaties.
In het bijzonder moet er aandacht aan worden besteed dat bij
werkzaamheden aan elektrische onderdelen de behuizing niet
zodanig wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt
aangetast. Hieronder wordt tevens verstaan schade aan ka-
bels, overmatig aantal aansluitingen, niet originele aansluit-
klemmen, schade aan afdichtingen, onjuist aanbrengen van
doorvoeringen, enz.
Zorg ervoor dat de apparatuur stevig gemonteerd is.
Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmateriaal niet zoda-
nig zijn verweerd dat ze niet langer geschikt zijn om het binnen-
dringen van brandbare gassen te voorkomen. Vervangende on-
derdelen moeten overeenkomen met de specificaties van de
fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van siliconenkit kan de effectiviteit
van sommige typen detectieapparatuur voor
lekkages negatief beïnvloeden. Intrinsiek veilige
onderdelen hoeven niet te worden afgeschermd
voordat er aan gewerkt wordt.
30
NEDERLANDS