3
INSTALLATIE
3.1 - Aan de installatie voorafgaande werkzaamheden
Voordat op de installatie wordt overgegaan, moet worden gecontroleerd of de
onderdelen van het product heel zijn en of het gekozen model en installatiege-
bied geschikt zijn:
• Controleer of alle materiaal dat gebruikt moet worden zich in zeer goede staat
bevindt en geschikt is voor het voorziene gebruik.
• Controleer of de mechanische aanslagen op de grond (niet bijgeleverd),
zowel bij het sluiten als bij het openen in de installatie aanwezig zijn.
• Controleer of het frame van het hek geschikt is om te worden geautomati-
seerd en voldoet aan de in het gebied geldende voorschriften (raadpleeg
eventueel de gegevens op het etiket van het hek). Dit product kan geen hek
automatiseren dat niet al efficiënt en veilig is. Bovendien kan het geen storin-
gen opheffen, veroorzaakt door een verkeerde installatie van het hek of door
slecht onderhoud ervan.
• Controleer of de werkomstandigheden van de inrichtingen compatibel zijn
met de verklaarde gebruiksbeperkingen (zie paragraaf 3.2).
• Beweeg de hekdeuren handmatig in de twee richtingen en verzeker u ervan
dat de beweging op elk punt van de slag met constante wrijving plaatsvindt
(er mogen geen punten zijn waarvoor meer of minder kracht nodig is).
• Zet de hekdeuren handmatig op een willekeurige stand. Laat ze los en verze-
ker u ervan dat ze zich niet verplaatsen.
• Controleer of het bevestigingsgebied van de reductiemotor compatibel is met
de afmetingen van deze laatste (afb. 1).
• Verzeker u ervan dat er in het gebied waarin de reductiemotor moet worden ge -
ïnstalleerd voldoende ruimte is om de arm ervan helemaal te kunnen draaien.
• Verzeker u ervan dat er in de buurt van de reductiemotor voldoende ruimte is
om de reductiemotor handmatig te deblokkeren (afb. 2).
• Verzeker u ervan dat de oppervlakken die gekozen zijn om de verschillende inrich-
tingen te installeren stevig zijn en een stevige bevestiging kunnen garanderen.
• Verzeker u ervan dat elke inrichting die moet worden geïnstalleerd zich op
een beschermde plek bevindt, beschermd tegen per ongeluk stoten.
• Controleer of alle elektrische kabels, die gebruikt moeten worden van het
type zijn, dat in tabel 1 staat.
3.2 - Gebruikslimieten
Alvorens over te gaan tot installatie van de reductiemotor, de volgende contro-
les uitvoeren:
• controleer of de vleugel die u wilt voorzien van motoraandrijving binnen de limiet-
waarden uit Grafiek 1 valt;
• maximumbreedte van de vleugel: 2 m (met gewicht tot maximal 200 kg);
• maximumgewicht van de vleugel: 250 kg (met breedte tot maximaal 1 m);
• controleer de limietwaarden uit de tabel van de "Technische gegevens van het
product";
• minimumbreedte van de ruimte die bestemd is voor de installatie van de
reductiemotor: 170 mm;
• De bevestigingsbeugel van de arm moet zich in een robuust gedeelte van de
vleugel bevinden (bijvoorbeeld het frame), om een stevige en veilige bevesti-
ging te garanderen.
GRAFIEK 1
breedte vleugel (m)
Aansluiting
A: Kabel voor STROOMTOEVOER BESTURINGSEENHEID
B: Kabel ELEKTRISCH SLOT
C: Kabel BLUEBUS INRICHTINGEN
D: Kabel SLEUTELSCHAKELAAR
E: Kabel voor STROOMTOEVOER REDUCTIEMOTOR
F: Kabel KNIPPERLICHT met antenne
Opmerking 1 – Als de voedingskabel langer dan 30 m is, dient een kabel met grotere doorsnede te worden gebruikt (3 x 2,5 mm2) en is het noodzakelijk in de nabijheid van de
automatisering een veiligheidsaarding aan te brengen.
Opmerking 2 – Als de Bluebus kabel langer dan 20 m is, tot een lengte van maximaal 40 m, dient een kabel met een grotere doorsnede te worden gebruikt (2 x 1 mm
Opmerking 3 – Deze 2 kabels kunnen vervangen worden door 1 enkele kabel van 4 x 0,5 mm
LET OP! – De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor het type omgeving waar de automatisering geïnstalleerd wordt.
2 – Nederlands
TABEL 1 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels (afb. 3a)
Type kabel
1 kabel 3 x 1,5 mm
1 kabel 2 x 1 mm
1 kabel 2 x 0,5 mm
2 kabels 2 x 0,5 mm
1 kabel 3 x 1,5 mm
1 kabel 2 x 1 mm
1 afgeschermde kabel type RG58
3.3 - Werkzaamheden ter voorbereiding van de installatie
Op afb. 3 ziet u een voorbeeld van een automatiseringsinstallatie die gereali-
seerd is met componenten van Nice (sommige componenten zijn mogelijk niet
aanwezig in de set):
a - Reductiemotor met besturingseenheid mod. PP7124
b - Reductiemotor zonder besturingseenheid mod. PP7124
c - Knipperlicht MLBT
d - Stel fotocellen mod. MOFB
e - Digitaal toetsenbord (mod. MOTB) - Transponder-lezer (mod. MOMB) -
Sleutelschakelaar (mod. MOSE)
f - Stel zuilen voor fotocellen
g - Mechanische stop sluitbeweging
h - Elektrisch slot
Deze onderdelen zijn geplaatst volgens een gebruikelijk standaardschema. Zie
afb. 3, om bij benadering de plaats van installatie van elk onderdeel van het
systeem te bepalen. Belangrijk – Prepareer, voordat u het product gaat instal-
leren, de elektriciteitskabels die nodig zijn voor de installatie, zie afb. 3a en
"Tabel 1 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels".
Let op – Gedurende het plaatsen van de buizen voor het doorvoeren van de
elektriciteitskabels, dient u er rekening mee te houden dat als gevolg van water
dat zich verzamelt in de putjes, in de verbindingsleidingen condens kan ont-
staan die in het binnenste van de besturingseenheid terecht kan komen en daar
schade aan de elektronische circuits kan veroorzaken.
3.4 - Installatie van de reductiemotor mod. PP7124 - PP7224
AANBEVELINGEN
• Een onjuiste installatie kan ernstig letsel toebrengen aan de personen die
het werk verrichten en aan de personen die de installatie zullen gebruiken.
• Alvorens met de montage van de automatisering te beginnen, dient u de
controles voorafgaand aan de installatie, beschreven in paragraaf 3.1
en 3.2, uit te voeren.
01. Meet de afstandswaarde "B" (afb. 4);
02. Zet de vleugel in de gewenste stand voor maximale opening en controleer of de
gevonden waarde van de hoek binnen de in Grafiek 2 vermelde waarden valt;
03. In Grafiek 2, bepaalt u, met de afstandswaarde "B" en de openingshoek, de
afstandswaarde "A" (afb. 4). Voorbeeld: als "B" 100 mm bedraagt en de gewens-
te hoek gelijk is aan 100°, bedraagt de afstandswaarde "A" circa 180 mm.
GRAFIEK 2
110
130 150 170
0
50
100
B
150
200
250
04. Bevestig de bevestigingsbeugel van de reductiemotor aan de wand, in hori-
zontale stand, zoals getoond op afb. 5: gebruik geschikte pluggen, schroe-
ven en schijfjes (niet bijgeleverd);
05. Bevestig de rechte arm aan de reductiemotor in de positie die te zien is op
afb. 6: gebruik de schroef M8x55 met bijbehorend schijfje (bijgeleverd);
06. Bevestig de reductiemotor aan de eerder gemonteerde beugel zoals te
zien is op afb. 7: gebruik de schroeven M6x100 met bijbehorende moeren
(bijgeleverd);
07. Bevestig nu de gebogen arm aan de rechte arm met behulp van de pen en
de stop-benzing (afb. 8-1); bevestig vervolgens de bevestigingsbeugel
voor de vleugel van de poort aan de gebogen arm, met behulp van de pen
en de stop-benzing (afb. 8-2);
Maximaal toegestane lengte
2
30 m (opmerking 1)
2
6 m
2
20 m (opmerking 2)
2
(opmerking 3) 50 m
2
10 m
2
20 m
20 m (aanbevolen: minder dan 5 m)
2
.
A
200 220
250
300
2
).